Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2011 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : Rusland 791.43 NIJI |
Besprekingen
31/12/2011
In de slipstream van Vaslav, de succesvolle roman van Arthur Japin over het leven van de beroemde danser Vaslav Nijinski, laat De Arbeiderspers een heruitgave van Nijinski’s Dagboek verschijnen. Wie op zoek is naar de visionaire ideeën over dans van deze choreograaf, zal hier zijn gading niet vinden. Dit journaal dateert voornamelijk uit 1919, de periode na zijn geestelijke ineenstorting, en wordt door zijn vrouw Romola voorgesteld als een unieke inkijk in het verwarde denken van een geesteszieke. Een aantal herinneringen aan ophefmakende premières bieden nog wel een glimp van het succes dat hij had en het schandaal dat hij verwekte op het hoogtepunt van zijn carrière, maar zijn notities bestaan toch vooral uit de indrukken van iemand die de greep op het bestaan verloren heeft.
De bedenkingen over de eigen mentale toestand nemen het leeuwendeel van het dagboek in beslag. Ondanks zijn afwijkende gedrag meent Nijinski niet dat hij gek of gestoord is — hij voelt zich hoofdzakelijk fout begrepen. Hij stelt zichzelf voor als een soort prediker in de woestijn, een onbegrepen (on)heilsprofeet. Als de mensen toch maar even naar hem zouden willen luisteren — op zijn meest ‘geïnspireerde’ momenten zag hij zichzelf immers als de reïncarnatie van de verlosser — dan zou er vrede en liefde zijn: ‘De mensen zullen zeggen dat alles wat ik schrijf dwaasheid is, maar in werkelijkheid heeft het een diepere betekenis’. Zijn geschriften zijn dan ook niet bedoeld als privénotities, hij wil ze gepubliceerd zien zodat ze stichtend kunnen werken. Zijn boodschap van pacifisme en vitalisme zou het aanschijn van de wereld kunnen veranderen, zijn levensstijl als vegetariër en bewust in armoede levende heremiet zou een voorbeeld moeten zijn. Tegelijk merk je heel duidelijk dat hier iemand aan het woord is die al schrijvende zichzelf wil overtuigen van het bestaan van God, liefde, zekerheid, en zo zijn angst voor de oorlog, de dood en het leven tracht te bezweren. De interessantste passage is die waarin hij reflecteert over zijn beruchte laatste optreden in Sankt Moritz. Daarvoor kwam het publiek massaal opdagen, maar het kreeg een bevreemdende performance te zien. Nijinski liet lang op zich wachten, sprong vervolgens angstaanjagend rond en schakelde dan over op een lieflijke dans. Voor hem was het geen kwestie meer van schoonheid, maar van intense gevoelens, en hij meende dat hij erin geslaagd was die over te brengen.
Hetzelfde probeerde hij met zijn dagboek, maar dat mislukt. De associatieve stijl zorgt voor een onsamenhangende brei gedachten die bovendien vaak herhaald worden; de vele nevengeschikte zinnen die zonder uitzondering met ‘ik’ beginnen, maken de lectuur behoorlijk vermoeiend. Niettemin is dit een bijzonder document waarin Nijinski, die in Japins roman zelf niet aan het woord komt, een stem krijgt.
[Carl De Strycker]
Martin van Trojen
Nijinski (1889-1950) was van 1909 tot 1913 de sterdanser van Sergej Diaghilevs Ballets Russes. Zijn interpretaties en choreografieën bereikten een mythisch niveau waardoor hij (met Nurejev) gezien wordt als de grootste manlijke danser van de 20e eeuw. In 1917 stopte zijn danscarrière. Zijn geest verduisterde in toenemende mate, hij werd schizofreen, leed aan hallucinaties. In de beginjaren 1918-1919 van zijn opkomende geestesziekte hield hij dit dagboek met ongekend strikt private notities bij. Het werd uitgegeven door zijn vrouw. Hoewel genoteerd in een losse, wat chaotische stijl en elkaar soms weersprekende opmerkingen, getuigt het van een grote godvrezendheid en liefde voor zijn medemensen, zijn vrouw voorop. Naast korte, belangwekkende beschrijvingen van gebeurtenissen uit zijn leven en scherpe observaties van de mensen om hem heen (o.a. de grote afkeer van Diaghilev), bevat het vele opmerkingen over zijn visionaire status, ja zelfs dat hij iets goddelijks is. Fascinerend en beklemmend ontrolt zich, in simpele taal, het leven van een fijnbesnaarde geest in een onwerkelijke wereld. Heruitgave van een vertaling uit 1972. Een andere vertaling verscheen in 1996 als 'Dagboeken'.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.