Spoken : een familiedrama in drie bedrijven
Henrik Ibsen
Henrik Ibsen (Auteur), Suze Van Der Poll (Vertaler), Rob Van der Zalm (Vertaler), Jeanne Dullaert-Van Tol (Medewerker), Sjoukje Marsman (Medewerker)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4363 |
31/12/2011
Dit voorjaar verscheen in de reeks ‘Privé-domein’ van De Arbeiderspers De zomer beschrijf je het best op een winterdag, een selectie uit de briefcorrespondentie van de Noorse toneelschrijver Henrik Ibsen (1828-1906). De gevleugelde titel doet vermoeden dat deze uitgave zich onderscheidt van het klassieke brievenboek waar, gezien zijn omvang, slechts academici en fanatici zich helemaal doorheen spartelen. Bij veel auteurs die hun correspondentie te boek stellen, blijft overigens heel wat interessants in de pen. Brievenboeken worden dan ook vaak terecht onder de noemer ‘oneerlijke, slaapverwekkende egoliteratuur’ gecategoriseerd.
Gelukkig zijn er voorbeelden in het genre die een eerlijk inzicht geven in het leven en werk van een auteur. Veelal gaat het dan om een selectie brieven samengesteld door een onafhankelijk redactieteam. En de auteur in kwestie is het best al een poos dood. Wat dat betreft, zitten we voor De zomer beschrijf je het best op een winterdag goed: Ibsen overleed in 1906. De relatief beperkte selectie brieven gebeurde bovendien door Suze van der Poll, een scandinaviste met kennis van zaken die zich liet bijstaan door een theaterwetenschapper. Samen tekenden zij ook voor de vertaling, die onberispelijk is. De samenstellers van Ibsens brievenboek zijn overigens de eersten die in het Nederlands proberen vorm te geven aan het boeiende leven van de Noor. En ze slagen glansrijk in hun opzet. Niet alleen wordt de grote schrijver in al zijn veelzijdigheid geportretteerd, ook de man Henrik Ibsen komt gaandeweg van het blad af. We lezen mee over Ibsens schouder tijdens zijn vroege jaren, waarin hij vooral probeert financieel overeind te blijven. Verderop lezen we — zij het tussen de regels — over zijn soms getroebleerde huwelijksleven en — heel wat minder tussen de regels — over zijn sentimentele liefde voor zijn wel erg jonge maîtresses.
Dat Ibsen zich niet uitsluitend aan de dramatische kunst wijdde, blijkt meteen uit de eerste brief die is opgenomen. Het is een brief aan een vrederechter waarin de achttienjarige Ibsen erkent de vader te zijn van een eerder dat jaar geboren jongetje. Ibsen schrapt moeder en kind evenwel uit zijn leven en kiest resoluut voor het schrijverschap. Helaas voor hem is de literaire sector er al in de negentiende eeuw één die onderbetaalt en schrijvers noopt tot bijklussen. Maar de koppige Ibsen weigert in te binden en verzoekt koning Karel XV van Zweden en Noorwegen in een vrank schrijven om financiële steun, mét succes.
Ibsens toneelstukken zijn dan nog traditioneel van opzet en slechts een opmaat tot het latere succes. De ommekeer komt er wanneer de schrijver Noorwegen verlaat en in Rome gaat wonen, dat hij later tijdelijk inruilt voor München. Met zijn zelfgekozen ballingschap breekt Ibsen zijn klassieke schrijfstok over zijn knieën. Voortaan schrijft hij uitsluitend stukken waarvan ‘de toeschouwers het gevoel hebben dat ze naar iets zitten te kijken en te luisteren wat in het echte leven plaatsvindt.’ Het is in deze periode dat Spoken en Het Poppenhuis het licht zien. Het wordt de lezer duidelijk dat Ibsen deze werken niet had kunnen schrijven als hij in Noorwegen zou zijn gebleven. Zijn landgenoten verwijt hij kleinburgerlijkheid en bekrompenheid. In een brief aan een jonge collega-schrijfster licht Ibsen zijn ballingschap toe: ‘De menselijke geest is immers verziend; wij zien het scherpst op grote afstand. Details vertroebelen; men moet afstand nemen van hetgeen men wil becommentariëren: de zomer beschrijf je het best op een winterdag.’
In De zomer beschrijf je het best op een winterdag wordt geen kans onbenut gelaten om Ibsens belang als vernieuwend theatermaker te onderstrepen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de uitvoerige correspondentie met andere literaire kopstukken als Bjørnstjerne Bjørnson en Georg Brandes. Net als hen was Ibsen ervan overtuigd dat de literatuur in de negentiende eeuw een sociale strijd te voeren had. Het eeuwige alcoholmisbruik in Scandinavië, de sterke positie van de kerk en de zwakke positie van de vrouw binnen de samenleving werden onderwerp van Ibsens kritiek. Zijn samtidsdramaer werden in geen tijd enorme schandaalsuccessen in gans Europa.
Ibsens brievenboek kan je ook lezen als een politieke geschiedenis van het negentiende-eeuwse Europa. Ibsen in ballingschap toont zich een meesterlijk observator met een scherp inzicht in de brandende kwesties van zijn tijd. Ook de ingewikkelde politieke geschiedenis van Scandinavië wordt vanop afstand van een helder commentaar voorzien. Ibsen voelde zich Noor, maar was het idee toegenegen om met Denemarken en Zweden één Scandinavische natie te vormen.
De zomer beschrijf je het best op een winterdag
is met andere woorden meer dan zomaar een brievenboek. Het laat zich lezen als een ge(s)laagde autobiografie van een van de grootste toneelschrijvers ooit. De samenstellers verdienen dan ook alle lof. Ze presenteren een evenwichtige selectie uit Ibsens correspondentie en geven een duidelijk beeld van wie de man was en waarmee hij zich bezighield. Het boek verveelt nooit en leest vlot — veeleer ongewoon in het genre. Dat komt uiteraard in de eerste plaats door Ibsens stijl, die helder en krachtig is en waaraan in de vertaling allerminst afbreuk is gedaan. Kortom, De zomer beschrijf je het best op een winterdag staat als een huis. [Kwinten Van Hoecke]
Prof. dr. L. Turksma
Royale keuze uit de brieven van de grote Noorse toneelschrijver (1828-1906), bekend van stukken als 'Peer Gynt', 'Een poppenhuis', 'Spoken' en 'Hedda Gabler'. Buiten de vlot vertaalde brieven zelf bevat dit boek een degelijke inleiding over Ibsens leven en werk en vooral over de brieven, speciaal die aan vrouw en zoon, Ibsens 'liefjes' en belangrijke andere correspondenten. Brieven aan Ibsen zijn helaas na zijn dood door de familie vernietigd. Op de brieven volgt (in erg kleine letters) commentaar over de geadreseerden. Die kan men ook in registers opzoeken. Leven en werken worden ook apart opgesomd. Een verantwoording van de bronnen en de selctie ontbreekt niet. De brieven bevatten voor kenners niet bijzonder veel nieuws (wel wordt b.v. Hedda Gablers zwangerschap bevestigd). Het boek is uitermatre degelijk, de brieven zeer leesbaar. Alleen zijn sommige stukken bedoeld voor mensen die weinig van Ibsen afweten en andere voor ervaren Ibsenkenners. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.