Apologie van een wiskundige
Godfrey H. Hardy (Auteur), C.P. Snow (Inleider)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuwezijds, 2011 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : WETENSCHAPPEN : 510.2 HARD |
Besprekingen
15/03/2013
Voor de meesten onder ons is Godfrey H. Hardy een nobele onbekende, maar onder wiskundigen zal zijn naam ongetwijfeld een bel doen rinkelen, want ook al staat Hardy niet op het niveau van een Gauss, Riemann of Descartes, zijn rol in de wiskunde kan niet onderschat worden. Enerzijds omdat hij de Europese (lees Duitse en Franse) manier van wiskundebeoefening in Groot-Brittannië introduceerde en anderzijds omdat hij in tegenstelling tot twee tijdgenoten wel het genie van de vroeg gestorven Srinivasa Ramanujan erkende.
Hoewel Hardy een stempel heeft gedrukt op de wiskunde, dankt hij zijn faam in de eerste plaats aan het boekje Apologie van een wiskundige, waarin hij aan niet-wiskundigen uitlegt hoe wiskundigen denken en waarom zij zoveel waarde hechten aan hun vakgebied. Het werk is sinds zijn publicatie met recht en rede veel geprezen, onder meer omdat Hardy over een mooie pen beschikt en zijn verhaal helder weet te brengen, zonder hautain of vals bescheiden over te komen.
Opvallend is dat hij zich in de Platonische traditie inschrijft door wiskunde als de meest reële wetenschap te zien, in tegenstelling tot natuurkunde. Daarenboven ziet hij in wiskunde geen concreet nut, tenzij het 'triviale' wiskunde betreft die concrete toepassingen kent in de wereld. Voor de als schuchter bekendstaande Hardy mag een dergelijke denktrant evenwel niet verbazen. Onrechtstreeks geeft Hardy zo meermaals een inkijk in zijn karakter en psyche, die overigens ook treffend geschetst worden in het voorwoord van de natuurkundige en schrijver C.P. Snow. Dat voorwoord, dat een flink kwart van het totale boek inneemt, is geen hagiografie geworden, maar een mix van biografie en persoonlijke herinneringen aan de ietwat aparte wiskundige. De tekst van Snow helpt Hardy’s apologie te duiden waar nodig en biedt een extra dimensie aan het nogal gefocuste schrijven van Hardy (dat zich tot wiskunde beperkt). Hij vormt een mooie aanvulling bij en inleiding op het werk van de wiskundige die verder immers vooral door zijn vakgenoten gekend en geëerd wordt.
[Jurgen Boel]
Dr. H.J.M. van Bemmel
G.H. Hardy (1877-1947) was een goed wiskundig onderzoeker. Belangrijk was dat hij het Indiase genie Ramanujan ontdekte, hem naar Engeland haalde en met hem samenwerkte. Hij kijkt terug op zijn leven als wiskundige en zoekt naar de rechtvaardiging voor dat leven. Hij vindt dat deze niet ligt in nut van ontdekkingen, maar in het scheppen van nieuwe dingen, het is eenzelfde rechtvaardiging als voor kunst. In een paar opzichten is zijn verhaal gedateerd: Zijn bewering dat getaltheorie en kwantummechanica geen toepassingen hebben, is in een tijd van cryptografie en lasers achterhaald. Ook noemt hij schrijvers die bij een moderne lezer niet bekend zijn. Maar de kern van zijn betoog staat overeind, en is een prachtige beschrijving van wat het betekent om scheppend bezig te zijn. Als hij beschrijft hoe hij de creatieve krachten in de loop der jaren voelt afnemen, toont Hardy veel inzicht in de menselijke geest. Het voorwoord van ca. zestig pagina's van de Britse natuurkundige en schrijver C.P. Snow schildert de persoon Hardy op een treffende manier; bovendien geeft Snow een mooi inzicht in het leven aan de Colleges in Cambridge en Oxford.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.