Alice in Wonderland
Lewis Carroll
Lewis Carroll (Auteur), Chiara Carrer (Illustrator), Siska Goeminne (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2010 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : VERHALEN : CARR |
00/00/0000
Voorlezen voor gevorderden
Hier hebben we Lewis Carrolls Alice, dat is duidelijk, maar het is niet de versie die ons uit ettelijke uitgaven en adapties voor kinderen zo goed bekend is. De wonderlijke droom van Alice is een vertaling van The Nursery Alice, een voorleesversie die Carroll van Alice's Adventures in Wonderland maakte voor de jongste kinderen. Deze bewerking verscheen voor het eerst in 1890, een kwarteeuw na het origineel, met twintig uitvergrote en ingekleurde versies van John Tenniels oorspronkelijke zwart-witillustraties. Globaal heeft Carroll de oorspronkelijke tekst met drie vierden ingekort, zodat enkel nog de plot overbleef. Enkele hoofdstukken werden in tweeën gesplitst om personages of gebeurtenissen beter in de verf te zetten, een enkele keer werden twee hoofdstukken tot één samengebald. De taal werd sterk vereenvoudigd, en de illustraties kregen met een vierde van het geheel een grotere impact op het verhaal. Centraal staat de wonderlijke droom van Alice, zoals ze door de speciaal voor deze uitgave gemaakte coverillustratie van Gertrude Thomson gevisualiseerd wordt. Een droom, die tevens de vorm van een sprookje aanneemt ('Er was eens een klein meisje'). Waar Alice's Adventures in Wonderland een van de eerste boeken was die specifiek voor kinderen geschreven werd, valt The Nursery Alice terug op de Victoriaanse traditie van het dubbele publiek van zowel volwassenen als kinderen. In de oorspronkelijke inleiding spreekt Carroll rechtstreeks de moeder aan. Hij had met The Nursery Alice een didactisch proces voor ogen. Hij attendeert het kind vanuit de tekst op de illustratie ('Kijk eens naar de tekening ? het lijkt wel de zee, vind je niet? Maar het is het Meer van Tranen, langzaam maar zeker uit de ogen van Alice gestroomd.'), en stelt vragen die de nieuwsgierigheid aanwakkeren, en die het kind kan beantwoorden door de illustraties te observeren. Zo worden, volgens Morton Cohen in zijn Lewis Carroll-biografie uit 1995, enerzijds inzichten in de natuur van mens en dier aangebracht, en wordt anderzijds een magische nonsenswereld voor het kind opengesteld. De toonaangevende Italiaanse illustrator Chiara Carrer maakte van deze historische uitgave een modern voorleesboek, Alice raconté aux petits enfants, dat in 2006 bij de Zwitserse uitgeverij La Joie de Lire verscheen. Het pas verschenen De wonderlijke droom van Alice is de Nederlandstalige editie, zij het met een nieuwe vertaling van The Nursery Alice door Siska Goeminne. Stilistisch weet Carrer een schijnbaar kinderlijke manier van tekenen om te vormen in een uitdagende, gelaagde en gevarieerde stijl. Als ondergrond gebruikt ze vaak een soort boekhoud- of ruitjespapier, waardoor vele tekeningen een becijferde achtergrond krijgen. Of hoe de fantastische tekeningen op een berekende wereld terugvallen. Een mooi beeld van die dualiteit staat als een exempel vóór de titelbladzijde, onder het colofon, waar Alice in de lijn tussen twee kolommen lijkt te verdwijnen: tastbare werkelijkheid en illusie gaan hier hand in hand. Ook in de aanduiding van de verschillende hoofdstukken krijgt de sprookjesachtige fictie een verankering in de werkelijkheid. Daarvoor maakt Carrer gebruik van met cijfers gelabelde objects trouvés, zoals een vingerhoed, schuimspaan, waaier, gedroogde roos of een jamtaartje. Stukjes werkelijkheid die soms hun weg vinden in de tekeningen (ze maakt regelmatig gebruik van collagetechnieken, ook met stukjes illustratie), en het geheel een popart-toets geven. Ze contrasteren met de figuur van Alice, die in de dynamische, krasserige zwart-wittekeningen een grote beweeglijkheid toont ? weliswaar 'becijferd' ? vastgelegd op gelig ruitjespapier.
Siska Goeminne heeft geopteerd voor een vertaling die vrij dicht aanleunt bij het oorspronkelijke verhaal, zij het met een aantal persoonlijke accenten. Carroll heeft in de tekst ontzettend veel woorden onderlijnd, die de verteller dient te benadrukken. Goeminne springt zuiniger om met het leggen van nadruk (zij gebruikt daarvoor cursief). Ze gebruikt wel een modernere typografische invulling (in groot variërende letters, soms met ritmische cadans van bijvoorbeeld een golfbeweging) om dialogen en sommige sleutelwoorden in de verf te zetten. Dus in grote lijnen blijft Carrolls didactische proces overeind, maar Goeminne wil ook een vlot verhaal afleveren, en ze stelt storende verwijzingen in haar tekst bij, evenals het te laat introduceren van personages. Zo plaatst ze de Dodo, Eend, Papegaai en Adelaar in het Meer van Tranen, zodat ze niet uit het niets met Alice en de Muis kletsnat op het droge raken. Het is niet uit te maken of er tussen haar vertaling en het origineel nog de filter van de Carrer-editie zit, maar Goeminne toont zich hier alleszins een adequate en creatieve vertaler. De Nederlandstalige versies van Carrolls taalspelletjes zijn goed gevonden: 'Maar waarom zwemt de Muis ineens zo haastig weg, zover als hij maar kan bij Alice vandaan? Ik weet het! Alice begon over koetjes en katjes te kletsen en een Muis haat kletspraat over koetjes en katjes.'
De vraag hoe een oorspronkelijk negentiende-eeuwse tekst zich verhoudt tot de moderne illustraties van Carrer, is echter lastiger. Het gebruik van kleuren is bijvoorbeeld een belangrijke constante in Carrolls tekst, terwijl Carrer net met het cliché van het witte konijn met roze oortjes en ogen afrekent; ze levert een monochrome, grijzige versie af. Carrer springt doorgaans erg karig met kleuren om in haar tekeningen, wat contrasteert met de fotografische kleuren van de objects trouvés. Een van de meest uitgesproken gekleurde tekeningen van de 'Koers van de kameraden' heeft dan weer vreemd genoeg iets onafgewerkts; in zekere zin komen alle kleuren samen in de laatste, en meest uitgewerkte, illustratie waarin Alices droomuniversum verbeeld wordt (zie boven). In zekere zin de moderne tegenhanger van Gertrude Thomsons oorspronkelijke coverillustratie voor The Nursery Alice. Ook het didactische 'kijk eens naar' van Carroll komt wat op de helling te staan, omdat Carrers illustraties gefragmenteerd en meerduidig zijn in vergelijking met de uitgewerkte taferelen van Tenniel. Vanuit een volwassen oogpunt kan die kloof tussen tekst en illustratie in tijd en ruimte verrijkend werken, maar het draagt bij tot mogelijke verwarring bij de jonge kinderen. De leeftijdscategorie die Carroll zelf voor ogen had 'van nul tot vijf', valt zonder enige twijfel uit de boot. Zowel tekst als illustratie lijken nu een veel ouder publiek te impliceren. Is de tekst goed voorleesbaar voor kinderen vanaf zes à zeven jaar, dan zijn de soms complexe illustraties alleen voor oudere kinderen (en volwassenen) behapbaar. Ook het gebruik van (doorgaans Engelse) citaten uit Alice's Adventures in Wonderland in een aantal tekeningen wijzen in die richting, de betekenis van de Italiaanse lettering in sommige illustraties nog daargelaten. Daar staat tegenover dat voor wie voorbij de verwarring kan kijken, een wonderlijke wereld opengaat, die de stereotypen van het Alice in Wonderland-universum overstijgt. Opvallend is de flora die in belangrijke mate de look van het boek bepaalt. De illustraties bevatten haast gestileerde planten en groeivormen, afbeeldingen, die lijken te refereren aan botanische naslagwerken. Zo zijn op de cover verschillende abstracte, plantaardige vormen afgebeeld, en benoemd in het Italiaans (onder meer de 'Papavero'(papaver)), met daartussen een gedeeltelijke close-up van Alices gezicht. Op de binnenzijden van de cover zijn in zwart-wit papyrussen afgebeeld; het lijkt alsof ze tussen de bladzijden gedroogd zijn. En in het midden van het boek vinden we een paar botanische schetsen terug, waarbij ook plantdelen ontleed worden. Een voorafspiegeling van de ontleding van de blauwe rups die we op de volgende dubbele bladzijde aantreffen. Ook het hoofdstuk 'De Kreeftendans' bevat de schaduw van een gedroogde schermbloemige. Waarom Carrer voor dit plantaardige accent koos, is zeer de vraag. Deze tekeningen geven het boek iets deterministisch-wetenschappelijks, wat mogelijk de academische kant van Carroll benadrukt. Maar vooral lijkt het plantenrefrein te verwijzen naar Through the Looking Glass, het tweede deel van Alices avonturen, waarin bloemen een veel prominentere rol spelen (met name in het hoofdstuk 'The Garden of Life Flowers'). Vragen blijven zich opdringen, ook met de afbeelding van Alice op de cover, als was ze een wonderlijke bloem (met oogschaduw en duizend wimpers) tussen een verzameling gedetermineerde soorten... [Kris van Zeghbroeck]
Yolanda Roosen
Als Alice in haar droom achter een wit Konijn met een zakhorloge aangaat, beleeft zij vreemde avonturen. In een wonderlijke wereld groeit en krimpt ze beurtelings, raakt in problemen (die zichzelf oplossen) en ontmoet excentrieke personages, zoals de Hartenkoningin, de Gniffelkat, de Hoedenmaker en figuren uit het kaartspel. Prachtige prentvertelling met de vertaling van 'The Nursery Alice'; de eigen bewerking voor jonge kinderen van Lewis Carrolls klassieker 'Alice in Wonderland' (1890). Dit verhaal is aanzienlijk verkort en vereenvoudigd en laat zich prettig (voor)lezen, behoudens betuttelende vragen en opmerkingen, waarbij de auteur de lezer direct aanspreekt: 'Je weet het niet? Je bent toch wel een beetje een dommig kind.' Spannende momenten worden direct verzacht: die eindeloze val van Alice doet in een droom 'geen ietsiepietsie zeer'. In de typografie zijn grappige accenten gelegd. De woorden 'Dieper, en dieper viel ze' lopen schuin en als Alice krimpt, krimpen de woorden mee. De gelaagde illustraties verdienen aandacht. De illustratrice tekent en schildert associatief en combineert vergeeld (tabellen)papier, collage, met fotografische beelden en schrijft er (meestal Engelstalig) overheen. De artistieke platen maken het boek eigentijds. Voorlezen vanaf ca. 7 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
Als dit de originele versie zou zijn van het wereldberoemde verhaal, wat ik niet durf te betwijfelen vermits de uitgever als auteur Lewis Carroll vermeldt, dan geef ik de voorkeur aan de andere uitgaven die dan bewerkingen zouden zijn. Nergens in het boek vind ik informatie omtrent de oorsprong van deze tekst enkel op de achterflap staat: 'Het verhaal van Alice, zoals Lewis Carroll het aan kinderen heeft verteld.' Het zou interessant zijn om weten hoe men aan deze tekst gekomen is.
De lezers worden direct aangesproken, wat zou kunnen wijzen op een vertelversie. Door die directe vertelstijl zijn de verhalen toegankelijker voor een jonger publiek. De verhalen zijn niet ingedeeld in hoofdstukken maar met labels zoals in een archief. Het boek bestaat uit veertien labels. De typografie is opvallend: cursief, groot en vetgedrukt, schuinvallende woorden. De illustraties zijn schematisch. Ze bestaan uit zwarte krabbels en collages, vaak onduidelijk. Ze hebben veel weg van snelle biervilttekeningen en ze zijn zeker niet aantrekkelijk voor het eerder vermelde jongere publiek. Ze stemmen bovendien niet altijd overeen met de tekst. Naast de tekeningen staan er ook foto's aan het begin van elk label. Op p. 30 staat een taalfout: 'Het kon in in elk geval geen kwaad om terug te lachen, voor als hij chagrijnig was.'
Een aanwinst op de bestaande versies is dit boek zeker niet. Als het al om de originele versie zou gaan, dan is het ontbreken van enige duiding - waar en hoe gevonden bijvoorbeeld - een groot mankement.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.