Kleine nachtverhalen
Kitty Crowther
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2010 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : PEUTERBOEKEN
Knuffels |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2010 |
JEUGD : PEUTERBOEKEN :
Knuffels |
00/00/0000
Met een slimme omdraaiing weet Kitty Crowther van een overbeoefend genre iets nieuws te maken. Het slaapboekje voor peuters is meestal een weinig originele opstapeling in herkenbaarheid: de gebruikelijke handelingen (tanden poetsen, boekje lezen, knuffels verzamelen) voor het slapengaan worden opgesomd, gemengd met een kleine complicatie (de knuffel is zoek, of er is een ander dringend verdrietje), en dan eindelijk in bed. Crowther draait alles om: wat het kind doet, vindt plaats buiten het boek. De lezer ziet het kind pas wanneer het klaar is voor de nacht. Wat we wel zien, zijn de knuffels die wachten op hun 'baasje'.
Dat wachten werkt Crowther traag, minimaal en mysterieus uit. In 46 woorden en, vanaf het voorplat gerekend, 11 prenten, komen elk om beurt de knuffels binnen in een speelkamer. Ze nemen plaats op een stoel of bij een stuk speelgoed en houden zich bezig. De lezer heeft geen idee op wat of wie ze wachten. De eerste die binnenkomt is een katje, meer een kind eigenlijk in een kattenkostuum ? de typische dubbelzinnige vaagheid in de tekening van Crowther (daarenboven lijkt het katje een beetje op Crowther zelf). De binnenkomende knuffels, onder meer een blauw beertje, roze konijn, een tekkel en een ondefinieerbaar rood-zwart gestreept beest, vragen of 'hij er al is?', en het katje antwoordt steeds 'neen' of een variatie daarvan ('nog niet', 'niks niemandal' etcetera). Wanneer ze alle zeven zitten te spelen en het donker wordt, hoort het katje iets naderen. Het is het kind. Grote vreugde en veel licht in de speelkamer, maar daarna moet iedereen naar bed. 'SLAPEN, HEB IK GEZEGD!' herhaalt de jongen, met een vertederde glimlach om zijn gezicht.
De twee uitspraken van de jongen worden geschreven in kapitalen, terwijl de rest van de tekst geen enkele hoofdletter bevat. Dat is een van de vele details die tonen hoe Crowther dit minimale verhaal tot in de puntjes afwerkt. Er zijn verder nog de lengende schaduwen, de evolutie in het spel en lezen van de knuffels die het voortschrijden van de tijd aangeven, hun goed getroffen lichaamshoudingen, de diagonaal door de tekening geplaatste dialogen, de zorgvuldig getekende ogen. Opmerkelijk is dat het boek geen enkel spoor van een volwassene bevat. Crowhter presenteert een besloten kindvriendelijk universum, met een warme, speelse relatie tussen een kind en zijn knuffels, die op zichzelf kan functioneren. De tekeningen zijn in zacht potlood uitgewerkt, met subtiele kleur- en schaduwwerking.
In het septembernummer van De Leeswelp 2010 schreef ik in een overzichtsartikel over Crowther dat zij steeds oude verhalen en verhaalvormen een ingenieuze draai geeft door onverwacht levens te creëeren. Met daaraan toegevoegd een minimale tekst, goed opgebouwde spanning, een vertederende, maar niet zoete wending, zachte potloodtekening en betekenisvolle details is En? een origineel en fantastisch uitgewerkt slaapboekje geworden. Nog mooier is dit: in 2006 kregen alle pasgeboren kinderen in het Franse departement Seine-Saint-Denis dit boekje cadeau.
Op http://grit.fltr.ucl.ac.be kun je een gedetailleerde analyse van dit boekje, met veel aandacht voor de relatie tussen tekst en beeld, vinden door Anne-Sophie Thiry van het GRIT, de Waalse Group de Reserche sur l'Image et le Texte. [Chris Bulcaen]
Drs. A. ten Bruggencate
In een kinderkamer wordt gewacht op een bijzonder iemand. Iedere knuffel die binnenkomt, vraagt hetzelfde: 'En?' En het antwoord is dan 'Nee!' of 'Niks.', gedrukt in kleine of grote vette letters. Op wie wachten deze knuffeldieren? De verschuiving in het verhaal is subtiel: het ontwikkelt zich doordat na het omslaan van iedere bladzijde een figuur is toegevoegd in de tekening. De gezichtsuitdrukking en houding van de aanwezige figuren veranderen heel fijntjes. Door het raam is te zien dat de dag verandert in de nacht. De tekeningen in potlood, Oostindische inkt en kleurpotlood zijn ingetogen door hun zachte lijnvoering. De figuren met hun maskerachtige, maar vriendelijke gezichten, vormen als het ware eilandjes op de witte achtergrond van het papier. Het geheel ademt een bijzondere, enigszins surrealistische atmosfeer. Het verhaal wordt bijna helemaal verteld door de tekeningen. De minimale tekst is grappig door de herhaling en door de herkenning bij de (voor)lezer. De Belgische illustratrice Kitty Crowther is in 2010 bekroond met de Astrid Lindgren Memorial Award. Vanaf ca. 4 jaar.
Lieve Raymaekers
ua/an/22 j
De setting in dit kleine prentenboek is een speelkamer. Eén voor één komen vreemde figuren binnengesijpeld, die elk de simpele vraag “En?” stellen en vervolgens een plaatsje in de kamer innemen. Het antwoord is telkens nee. Tot een peuter de kamer binnen waggelt en alle poppen en knuffels die op hem gewacht hebben, mee in bed neemt.
Op zich een eenvoudig en herkenbaar gegeven, maar toch vraag ik me af of jonge kleuters dit standpunt kunnen begrijpen. De kracht van dit verhaaltje voor het slapengaan ligt in de zeer specifieke tekenstijl van Kitty Crowther.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.