Van leeuw tot leeuwerik : met fabels van Aesopus
Riet Wille
Aesopus (Naar het werk van), Imme Dros (Bewerker), Fulvio Testa (Illustrator)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Leopold, 2010 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : VERHALEN : DROS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Leopold, 2010 |
JEUGD : VERHALEN GEEL (7-8 J.) : DROS |
29/02/2012
In dit boek, dat uit het Engels werd vertaald, zijn zestig fabels van Aesopus samengebracht. Uit het veel ruimere corpus is een duidelijke keuze gemaakt voor de fabels die het geschiktst lijken voor kinderen. Ze zijn universeel en herkenbaar en verwijzen niet naar een (oude) actualiteit die noten zou vergen om alles te duiden. Verder is ook gekozen voor de fabels waar een dier in voorkomt. Dieren lijken misschien een evidentie, maar in werkelijkheid zijn er heel wat fabels waar geen dier aan te pas komt. Dit boek bevat zo een mooie verzameling van de bekendste en toch ook nog heel wat minder bekende verhalen, zoals ‘De haas en de schildpad’, ‘De ezel in de leeuwenhuid’, ‘De jongen die “wolf” riep’ etc. Imme Dros gebruikt een taal die vrij sec is, wat aansluit bij de stijl van de originele Griekse tekst (voor zover er van een originele tekst kan gesproken worden: Aesopus stelde zelf niets op schrift, anderen deden dat gelukkig wel in zijn plaats). Slechts hier en daar wordt de tekst wat opgesmukt ten bate van het doelpubliek met woorden als ‘gezellig’ en ‘hartelijk’. Bijna elke fabel van Aesopus wordt gevolgd door een soort ‘moraal van het verhaal’, in dit boek op rijm gezet, waardoor ze het tijdloze karakter van een spreuk krijgen. Bijvoorbeeld ‘Hecht geen geloof aan vleierij, vleierij maakt niemand blij’, of ‘Als je bezit je vrijheid kost, wees er dan liever van verlost’.
Elke fabel beslaat twee bladzijden, wat het traag lezen bevordert. Een fabel is immers iets om bij stil te staan, even te laten bezinken. De paginagrote illustraties van de gerenommeerde Italiaanse Fulvio Testa laten toe in een oogopslag de essentie van de fabel te vatten. Hij heeft er heel heldere, kleurige pagina’s van gemaakt met eenvoudig aandoende tekeningen, waar steeds dieren met een menselijke blik de aandacht trekken.
Met dit boek krijgen kinderen de kans om kennis te maken met verhalen die door de eeuwen heen hun invloed en belang hebben gehad in het dagelijkse leven. Selectie, taal en illustraties zijn op kinderen afgestemd, maar gelukkig zonder betuttelend te worden. De verhalen zijn geschikt voor kinderen vanaf vijf jaar, maar blijven door hun tijdloze karakter ook voor lagere schoolkinderen de moeite om te lezen en herlezen. [Hanna Hertmans]
Greetje Hoff
Prozabewerking van zestig fabels van Aesopus in een mooi verzorgd, ruim formaat boek. In prettig leesbare stijl en taal worden bekende fabels zoals 'de schildpad en de haas' en minder bekende fabels in het kort, maar zonder de essentie te verliezen, verteld. De moraal wordt steeds onder het verhaal op humoristische wijze in tweeregelig rijm samengevat, zoals 'Let op sporen van gevaar/ je ligt zo op een brancard'. De klassieke, ruim 2500 jaar oude, fabels bevatten levenslessen, die van alle tijden zijn: 'Denken voor je doet/dan komt alles goed'. De fabels passen in een ruime letter steeds gemakkelijk op de linkerpagina. De paginagrote, eenvoudige en wat naïef gehouden, kleurenillustraties in waterverf en inkt passen op de rechterbladzijde fantastisch bij het wat ‘tongue in cheek’-achtige karakter van de fabels. Achter in het boek is een kleine toelichting en levensloop gegeven van Aesopus en zijn fabels. Van het fraai gebonden boek met glanzend stevig papier en het klassieke karakter kan genoten worden door jong en oud. Voor dezelfde leeftijdsgroep bewerkte Eric Carle fabels van dezelfde Griekse dichter in 'De wolf en het lam en 10 andere fabels van Aesopus' (2009)*. Om voor te lezen aan kinderen vanaf ca. 6 jaar; zelf lezen vanaf ca. 8 t/m 11 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
Imme Dros bewerkte 61 fabels van Aesopus. Ze zijn niet langer dan één bladzijde per fabel. De andere helft van de dubblele pagina bestaat uit een grote illustratie. De meest voorkomende fabeldieren zijn: de vos, de wolf, de ezel en de leeuw. Er staan veel minder bekende fabels in deze bundel. Elke fabel eindigt met een in hoofdletters gedrukte les of waarschuwing op rijm. De fabel over 'De stadsmuis en de veldmuis' eindigt zo: Wordt rijkdom door gevaar verpest dan lijkt niet rijk zijn toch het best.
Fabels zijn minder geschikt om achter elkaar te lezen. Je geniet meer als je ze leest met mondjesmaat of naar aanleiding van een bepaald gebeuren. In die zin is deze bundel heel bruikbaar in het onderwijs om een thema in te leiden of om het te besluiten.
De illustraties zijn kleurrijk en sluiten nauw aan bij de tekst. Vermits de bewerking in handen was van 'een meester' is er niets op aan te merken.
Het boek besluit met informatie over Aesopus. Opvallend hierin zijn de de woorden 'zou' en 'misschien' want over Aesopus is heel weinig geweten. Hij 'zou' geleefd hebben tussen 620 en 560 voor Christus ergens in het Griekse Rijk. Plato en Aristoteles vernoemen hem voor het eerst en pas in 320 voor Christus worden de fabels opgeschreven. Deze teksten zijn echter verloren gegaan. Het is trouwens onzeker of Aesopus, als hij al zou hebben bestaan, kon schrijven. Hij zou eerder een verhalenverteller kunnen geweest zijn. Misschien is hij wel een legende. In de eerste eeuw na Christus werden de fabels in het Latijn vertaald en zo zijn ze als literair genre bij ons gekomen.
Helemaal achteraan staat een korte biografie van de bewerkster en de illustrator.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.