Keerpunten van de Russische Revolutie
Tony Brenton
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Het Spectrum, 2010 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : RUSLAND 946 CATHARINA DE GROTE |
31/12/2010
Simon Dixon, professor Russische Geschiedenis aan de universiteit van Londen, schreef een nieuwe, eigenzinnige biografie over de veelbesproken tsarina Catharina de Grote, die van 1762 tot 1796 regeerde over het Russische Rijk. De auteur heeft voor dit lijvige werk veel primaire bronnen, vooral briefwisseling, bestudeerd en slaagt erin een zeer gedetailleerde kijk te bieden op het dagelijkse leven van de Russische vorstin. Het verhaal begint op het ogenblik dat de onbekende, veertienjarige Duitse prinses, Sophie van Anhalt-Zerbst, naar het Russische hof wordt gebracht om uitgehuwelijkt te worden met haar neef, kroonprins Peter III. Hiervoor moet ze zich bekeren tot het Russisch-orthodoxe geloof en krijgt ze een nieuwe naam: Jekatarina.
Sint-Petersburg werd weliswaar al in 1703 gesticht door tsaar Peter de Grote, maar de stad was nog verre van af. Catharina, eenmaal tsarina, leefde zich uit en liet paleizen bouwen en verbouwen, en ook het Kremlin ontsnapte niet aan haar bouwwoede. Dixon vertelt uitvoerig hoe het precies in zijn werk ging en hoeveel het allemaal kostte. Catharina liet duizenden schilderijen kopen op veilingen in West-Europa en legde zo de basis voor de fantastische kunstcollectie van de Hermitage in Sint-Petersburg. Ook het majestueuze gebouw zelf is voor het grootste deel tijdens haar bewind verbouwd tot wat het nu is. Het leven aan het Russische hof doet vaak denken aan dat van de Franse koningen in Versailles. Het was ook de bedoeling van Catharina om in het voetspoor van Peter de Grote de blik meer naar het Westen en minder naar het Oosten te richten.
Dixon is kritisch voor het beeld dat door het nageslacht over Catharina is opgehangen. De vele amoureuze verhoudingen van de tsarina kan hij moeilijk ontkennen, maar hij poogt een wetenschappelijk verantwoord, objectief beeld te schetsen. Ook hier is Dixon nogal opsommend en weinig diepgaand. De intriges zijn bekend, dat er geroddeld werd is nauwelijks verbazend en in haar correspondentie toont de tsarina nooit haar intiemste gedachten. Als jonggehuwde moest Catharina zich de bemoeienissen van haar schoonmoeder, tsarina Elisabeth, laten welgevallen. Het baren van een troonopvolger was de enige belangrijke opdracht. Opeenvolgende miskramen verhoogden de druk. Toen ze eindelijk een zoon baarde, kreeg ze die nauwelijks te zien. Elisabeth regelde de opvoeding van haar kleinkind. Catharina kende een eenzaam leven in de vijandige omgeving van een buitenlands hof en vervreemdde al snel van haar niet erg wijze echtgenoot. Ze verdiepte zich in verlichte ideeën en koesterde politieke ambities. Toen Elisabeth stierf, veranderde er veel. Dixon nuanceert het beeld van Catharina als machtswellustige usurpator en moordenares. Ze speelde weliswaar een belangrijke rol in de staatsgreep die haar aan de macht bracht, maar er was een groep samenzweerders die alles had voorbereid, en het onhandige optreden van haar man speelde in haar voordeel. Door het afkondigen van ondoordachte hervormingen verloor hij in de kortste keren de steun van de regerende Russische elite. Dixon betwijfelt of Catharina bevel gaf voor de moord op haar man, amper zeven maanden na zijn aantreden, maar hij kan ook niet bewijzen dat ze er niets van afwist.
Dixon blijft in zijn biografie hoffelijk. De vele affaires worden zakelijk opgesomd en de exuberante levensstijl wordt verdedigd. Niet genotzucht, maar de noodzaak om haar macht te representeren, verklaart waarom Catharina niet kon snoeien in haar uitgaven. Het buitenlands beleid van Catharina de Grote wordt stiefmoederlijk behandeld. De oorlogen met de Zweden en de Turken en de problemen met het Poolse protectoraat komen aan bod voor zover ze haar eetlust en slaap verstoorden. Het winnen van veldslagen is telkens weer reden om een groot feest te beschrijven. Dixon heeft ook aandacht voor haar Griekse project: Constantinopel veroveren en de Russen aan het hoofd plaatsen van een nieuw Byzantijns Rijk. Haar tweede kleinzoon werd met het oog op deze droom alvast Constantijn genoemd. Als Duitse werd ze geacht de Pruisen te steunen, maar uiteindelijk versterkte ze de pro-Oostenrijkse politiek.
In alle schoolboeken staat Catharina de Grote naast haar tijdgenoten Jozef II en Frederik de Grote als voorbeeld van verlicht despotisme. Ook bij de beschrijving van haar verlichte binnenlandse beleid heeft Dixon veel aandacht voor de verre reizen en de bijbehorende feestelijkheden. De reizen zelf dienden om de nieuwe verlichte wetgeving te verspreiden en de noden van de afgelegen gebieden te leren kennen. Catharina was bekend met de ideeën van Montesquieu en correspondeerde met Voltaire en Diderot. Toch vond ze hun ideeën te radicaal en te utopisch. Ze was blij met de aankoop van Diderots bibliotheek, maar werd hard getroffen door de radicaliteit van de Franse Revolutie. Uiteindelijk had Catharina tijdens de laatste jaren van haar bewind steeds meer moeite met de kritieken op haar despotische bestuur en stimuleerde ze een repressief intellectueel klimaat.
Het boek eindigt met een interessante epiloog. Dixon beschrijft de evolutie van de beeldvorming over Catharina de Grote in de loop van de negentiende eeuw. Het begint met de tragische gebeurtenissen onmiddellijk na haar dood. Tsaar Paul I herstelt zijn vader in eer en draait Catharina's beleid zo ver mogelijk terug, tot hij vijf jaar later door ontevreden officieren wordt gewurgd. Kleinzoon Alexander I toont meer respect voor zijn geliefde oma, maar kan niet voorkomen dat juist haar fascinatie voor de Franse verlichting haar in de ogen van de Russische elite verdacht maakt. Als honderd jaar na haar dood de eerste romans verschijnen, is het kwaad geschied: de grillige zeden van de vorstin overstemmen haar vaderlandslievende deugden. Dixon suggereert dat ook het vrouwelijke geslacht van de vorst een rol speelde in de aarzeling van de Russen om Catharina als grote vorst te omhelzen.
Dixon laat vele vragen onopgelost. Het persoonlijke leven van Catharina blijft een mysterie. Voor een diepgaande analyse van het binnenlandse en buitenlandse beleid van de tsarina ben je aan het verkeerde adres. Je krijgt een betere kijk op het leven aan het Russische hof, maar echt verrassende onthullingen hebben Dixons studie niet opgeleverd. Dat het bewind van Catharina ook vele positieve kenmerken had, wordt voldoende bevestigd. Ten slotte wordt ze ook niet zomaar 'de Grote' genoemd, toch? [Dirk Passchyn]
Drs. Jef Abbeel
Catharina II (geboren in 1729) werd grootvorstin van Rusland (1744-1761) en tsarina (1762-1796). Dixon beschrijft haar jeugd, het onderwijs en leven aan het hof, de moord op haar man Peter III, haar filosofische activiteiten, emotioneel leven, gebiedsuitbreidingen, kunstverzameling en bestuurlijke vernieuwingen. Het boek eindigt met een korte schets van Rusland na Catharina: het interregnum van haar zoon Paul I (1796-1801), kleinzoon Alexander I (1801-1825) die Napoleon versloeg en zijn broer Nicolaas I (1825-1855). Het is voorzien van (matte) foto's in zwart-wit en citaten uit brieven en getuigenissen van tijdgenoten. Het geeft een quasi-volledig beeld van het Russische hof en andere hoven, het leven van prinsen en prinsessen, de rivaliteiten, samenzweringen, amoureuze avonturen, feesten en verkwistingen. Het boek is zowel geschikt voor de liefhebbers van anekdotes als voor degenen die interesse hebben voor de prestaties van Catharina, de Europese politiek en het culturele leven in de tweede helft van de achttiende eeuw.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.