Geschiedenis van de wiskunde : vanaf de wetenschappelijke revolutie tot de twintigste eeuw
Hans Wussing (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Veen Magazines, cop. 2010 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 510.2 WUSS |
Besprekingen
29/02/2012
Dat zelfs de wiskunde niet zomaar uit het niets ontstaan is, maar een lange ontstaansgeschiedenis kent, zou genoegzaam bekend moeten zijn. Wie evenwel achter de vele formules en wiskundige ontdekkingen schuilgaat, is heel andere koek. Pythagoras kent iedereen en sommige zullen zelfs Isaac Newton en Gottfried Wilhelm Leibniz kennen, maar daar houdt het zowat op.
De Duitse hoogleraar in geschiedenis van wis- en natuurkunde Hans Wussing wenst daar verandering in te brengen. Met Geschiedenis van de wiskunde bouwt Wussing verder op het eerder uitgebrachte eerste deel, dat niet vertaald is in het Nederlands, en plaatst hij de ontwikkeling van de wiskunde binnen een ruimer maatschappelijk kader. Het boek vangt aan in 1638 met de Zonnekoning Lodewijk XIV die als geen ander als toonbeeld van de absolute macht geldt. Na in het eerste deel het absolutisme en de Verlichting overschouwd te hebben, laat Wussing een tweede tijdperk beginnen: de industriële revolutie (achttiende eeuw) dat loopt tot ongeveer het einde van de eerste wereldoorlog (1919), dat meteen ook het boek afsluit.
Een duidelijke afbakening van tijdperken is er echter niet, er kan immers geen duidelijke scheidingslijn getrokken worden die de maatschappelijke en de wetenschappelijke ontwikkelingen mooi omvat. Hierdoor ziet Wusser zich genoodzaakt geregeld vooruit of achteruit in de tijd te springen, al vangt hij dit netjes op door bij elk hoofdstuk duidelijk te maken in welk jaar hij de gebeurtenissen situeert. Puur chronologisch gaat hij dus niet te werk, de ontwikkelingen op zich zijn relevantere kapstokken. Vandaar ook dat hij ervoor kiest om per hoofdstuk thematisch te werk te gaan en sommige wiskundigen (waaronder Carl Friedrich Gauss) meermaals aan bod te laten komen.
De invloed van Gauss kan net als die van Newton dan ook niet onderschat worden. Dat Gauss in dit boek verhoudingsgewijs meer aandacht krijgt dan Newton hangt vooral samen met het feit dat Newton in de eerste plaats als fysicus actief was en wiskunde nog veel meer in zijn kinderschoenen stond toen hij ermee aan de slag ging. In die optiek is het ook niet vreemd dat het eerste deel van het boek nauwelijks een derde beslaat, en het tweede deel het gros van het boek opeist.
Toch vormt dit geen struikelblok, want Wussing gaat grondig te werk. Door met tal van citaten, historische feiten en wiskundige formules te goochelen, durft het de lezer wel eens te duizelen bij zoveel informatie. Niet dat Wussing geen heldere schrijfstijl heeft of zijn boodschap niet correct weet over te brengen, alleen durft het allemaal wel eens te veel te worden. Geschiedenis van de wiskunde is dan ook geen werk dat je ter ontspanning leest. Wussings boek is in de eerste plaats een handig en relatief volledig naslagwerk dat de ontwikkelingen binnen de wiskunde binnen een ruimer historisch kader plaatst. [Jurgen Boel]
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.