Arsène Schrauwen
Olivier Schrauwen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Bries, 2010 |
MAGAZIJN : STRIPS VOLWASSENEN: ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SCHR |
31/12/2010
De nieuwe publicatie van de stripmaker Olivier Schrauwen is opnieuw een verzameling van korte verhalen, die losjes verbonden zijn door motieven, verwijzingen en thema's. De titel van de bundel, De man die zijn baard liet groeien, is geleend van een verhaal, waarin je enkele van die Schrauwensiaanse stijlaspecten kunt herkennen. Een man met een baard wordt naar buiten begeleid (uit de gevangenis?) en begint aan een lange wandeling. Er gebeurt nauwelijks iets, behalve dat hij even met de broek omlaag een boom knuffelt, tot hij moet rennen om een trein te halen. Hij loopt een oude man omver, wordt achternagezeten, mist de trein, moet vanwege zijn achtervolgers op de sporen blijven lopen en verdwijnt uiteindelijk in een donkere tunnel.
Dan verandert het tekstloze zwart-witverhaal met zes vakjes per pagina opeens in een kleurrijke droom met telkens één grote tekening per pagina ? al dan niet verdeeld in verschillende scènes. Van de man met de baard wordt opnieuw afscheid genomen. Is hij dood? Hij laat het niet aan zijn hart komen, springt op zijn witte paard, beleeft passionele momenten met drie vrouwen in een koets (een verwijzing naar het eerdere parallelle hoofdstuk, waarin hij op zijn tocht drie nonnen met een lekke band gepasseerd had), mist opnieuw een trein en gaat die achterna met zijn paard. Deze keer volgt hij de sporen niet, die in de 'vulva' van een heksenberg leiden, maar vliegt hij met zijn, opeens gevleugelde, viervoeter naar de zon.
Het is duidelijk dat Olivier Schrauwen er een hoogst originele narratieve stijl op nahoudt. Zijn verhalen vragen dan ook enige overgave en bereidheid tot fantasie. Terwijl je aangezet wordt tot nadenken over de betekenis, is het tegelijk niet zo moeilijk om de dromerigheid je tocht door het boek te laten bepalen. Het is zelfs aanlokkelijk en misschien is het dat, wat de man in de rolstoel in het laatste verhaal doet. Zijn verpleegster neemt hem mee voor een wandeling, maar zijn gedachten toveren de monotome (in grijze tinten ingekleurde) realiteit om tot kleurig expressionisme. In zijn hoofd is hij vrij en almachtig, net als de tekenaar.
Deze referenties aan de act van het schrijven en tekenen zelf voegen zo een nieuwe dimensie toe. Ze zit ook in 'De grot', waarin een mogelijk prehistorische tekenaar wordt gevraagd om met magische 'verf', die het getekende tot leven brengt, de bestaande werkelijkheid wat uit te breiden. Maar hij wil meer. 'Zijn dit de grenzen van je verbeelding?' 'Waarom hier blijven en evolutie haar banale verminkende gang laten gaan... Als we verder kunnen gaan.' Waarna hij een trap tekent die zomaar leidt naar een 'wereld van eindeloze mogelijkheden en grenzeloze creatie'. Als dat geen auteurstatement van formaat is.
Zo ook moeten tekenleerlingen in 'De opdracht' een eenvoudig tafereel met poes, muis, kaas en melk schetsen van hun leraar. Hun verschillende denk- en verbeeldingsprocessen worden hier letterlijk verbeeld en komen tot leven.
Net als het hoofdpersonage van Johan Daisnes roman De man die zijn haar kort liet knippen, bevinden Schrauwens personages zich tussen droom en werkelijkheid, in een magisch-realistisch universum dat Daisne eer aandoet. Met dat verschil dat de man met de baard zijn haar lijkt te laten groeien als een Samsoniaanse krachtbron om de realiteit aan te kunnen, ze te beheersen, en indien nodig te verlaten. De man die zijn haar kort liet knippen deed dat eerst wel om jonger te lijken, en de wereld zo naar zijn hand te kunnen zetten, maar uiteindelijk werd het een teken van opgave en conformisme. Grappig dat de auteur de haarkwestie ook in een verhaal thematiseert. In 'Haartypes' krijg je een 'frenotrichologische' analyse, die braaf, wild of gek haar verbindt aan bepaalde karaktertypes ? en dat weer weerspiegeld in bijzondere tekeningen.
Schrauwens vondst van de baard is een erg goede zaak. Behalve dat voor de tekenaar mannen met baarden ook staan voor kinderlijke ongedwongenheid of avontuur, zijn er sowieso de associaties met vele figuren: Marx, Dostojevski, Christus, de oermens, Blauwbaard, de Sint of Leopold II. Die laatste onvermijdelijk in de eerste story, 'Congo Chromo', dat Kuifje verbindt met Little Nemo. Winsor McCay (1874-1934), schepper van die laatste, is een naam die onherroepelijk blijft opduiken als je Schrauwen leest. Anders dan zijn geprezen My boy gaat hij in dit boek inderdaad andere grafische richtingen uit. Dat eerste verhaal is de schakel met zijn vorige boek qua stijl: McCayaans vanwege zijn dromerigheid, naïviteit en de 'ouderwetse' kleuren, die van chromo's, zoals de titel al suggereert. Het zijn elementen die blijven opduiken, net als McCays bijzondere decoupage.
Dat alles maakt van deze uitgave vooral een visuele belevenis, ook voor wie zijn strips graag wat toegankelijker of narratiever heeft. Die kan alvast een uniek universum ontdekken van een hoogst originele stripmaker. [Wilfried Poelmans]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.