Ken de wereld : een geschiedenis van de filosofie. Deel 1, Oudheid en middeleeuwen
Richard David Precht
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Scriptum, cop. 2010 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 157.2 PREC |
31/12/2011
De Duitse filosoof Richard David Precht geniet de reputatie dat hij vanuit een filosofische invalshoek verschillende disciplines met elkaar verbindt en complexe materies toegankelijk maakt voor het grote publiek. In zijn inleiding stelt hij dat hij erg geïnteresseerd is in de kloof tussen wat de biologie, neurologie, psychologie en sociologie te zeggen hebben over de liefde, en deze graag wil dichten. Daarbij lijkt hij het te willen hebben over de traditionele onderwerpen die in bedenkingen over de liefde altijd aan bod komen: de biologische ondergrond ervan, de verschillen tussen mannen en vrouwen, het verschil tussen liefde en seks… Hij stelt pertinent dat we eigenlijk nog niet veel weten over de liefde, en met oogkleppen achter één enkele (simplificerende) visie aanhollen vindt hij dom.
Maar dan begint het boek met een ware kruistocht tegen de evolutionaire biologie en evolutionaire psychologie. Kritiek tegen heilige huisjes is altijd welkom, maar Precht heeft iets panisch in zijn poging deze disciplines onderuit te halen. En dat leidt tot uitermate bizarre redeneringen, bijvoorbeeld over de grote sturende kracht die volgens sommigen uitgaat van de genen: ‘De vraag die met het oog op dat enthousiasme misschien toch gesteld moet worden is: hoe doen de genen dat eigenlijk? Want natuurlijk kunnen genen niet denken. En ze hebben ook geen belangen, intenties, doelen en plannen. Ze houden er geen tactieken en strategieën op na. Ze kunnen niet ruiken, proeven, voelen en zien. Ze hebben geen hersenen. Waar komt die duistere almacht van de genen dan vandaan, als zij bij nadere beschouwing tot niets in staat zijn?’ Dit leest op zijn zachtst gezegd nauwelijks als het denkwerk van een filosoof met naam.
Voor Precht, net als voor sommige van de wetenschappers die hij aanhaalt, is het nature versus nurture-debat blijkbaar nog in volle gang. Hij haalt het zwaarste geschut boven om iedere biologische verklaring van menselijk gedrag te weerleggen als ‘dwaas’, ‘buitensporig’ en ‘belachelijk’. Ook de onderzoekers langs de nurture-zijde krijgen kritiek op hun onderzoek, maar die is zo begripvol en vergoelijkend geformuleerd dat het bijna lachwekkend wordt. Er bestaat geen twijfel over waar Prechts sympathieën liggen en dat vermindert de waarde van zijn vergelijking aanzienlijk. Het komt dan ook onoprecht over wanneer hij voor een keertje wel verwijst naar hersencentra, hormonen en biochemie zonder erop in te hakken. De indruk groeit namelijk dat wetenschappelijke ontdekkingen alleen maar positief benaderd worden als ze Prechts eigen uitgangspunt (dat de menselijke geest een rijk, mysterieus en onpeilbaar fenomeen is dat we in feite niet kúnnen ontrafelen) niet tegenspreken, of liever zelfs verstevigen.
Precht is op zijn best als hij dicht bij zijn leest blijft en liefde in menselijke relaties bekijkt met verwijzingen naar collega’s als Freud en Sartre, en een licht probeert te laten schijnen over de complexe mengeling van fysieke gewaarwordingen, emoties, gevoelens, bewustzijn en onbewuste drijfveren die de liefde is. Als hij met andere woorden ophoudt met antagoniseren en een aantal waardevolle inzichten van collega’s bij elkaar brengt. Jammer genoeg zijn we bijna tweehonderd pagina’s ver voor dat punt eindelijk wordt bereikt. En wat de achterflap en Precht zelf ook beloven, de verschillende disciplines echt verbinden doet hij niet. Hij stapelt ze vakkundig bovenop elkaar, dat wel, maar de cesuren blijven te allen tijde zichtbaar.
Zonder twijfel het meest storende in dit boek is de toon van het betoog. Precht smokkelt vaak minachtende insinuaties zijn tekst binnen die er niet wezenlijk toe doen. In een ernstige discussie over de inhoud van een onderzoek mag het menselijke karakter van de onderzoeker geen rol spelen, tenzij glashard kan worden aangetoond dat de mens de inhoud ingrijpend heeft vervormd. Precht maakt dit onderscheid niet en presenteert ons de ene na de andere wetenschapper als een megalomane en dwalende egoïst, om daarna op spottende wijze brandhout te maken van zijn bevindingen.
Dit boek leest te veel als een afrekening en te weinig als een synthese. Hele hoofdstukken lang toont Precht zichzelf minstens zo enggeestig verankerd als hij de evolutionair-biologen verwijt te zijn. Een stevige argumentatielijn die het hele boek omspant valt niet te vinden, of het moet die zijn dat de liefde in wezen onverklaarbaar is, en dat mensen die het tegengestelde denken niet weten waar ze het over hebben, en beter zouden zwijgen. Of dat een antwoord is waar een ‘gevorderd’ lezer iets mee kan, is nog maar zeer de vraag. [Kirstin Vanlierde]
P.O. Kampschuur
De auteur - van Duitse herkomst - is filosoof en geniet bekendheid door zijn eerdere boek 'Wie ben ik, en zo ja, hoeveel?' (2008)*. In zijn visie op een en ander tracht hij psychologie, neurowetenschappen, biologie en sociologie te koppelen aan filosofische inzichten. Dit maakt het onderhavige boek tot een semiwetenschappelijke studie met ietwat academisch taalgebruik. Het belangrijkste thema is dat van verschillen tussen man en vrouw, met name wat betreft relatievorming en seksualiteit. Deze verschillen hebben weliswaar met chemie te maken, maar hangen vooral samen met de zelfbeelden die partners hebben, naast de uitwerking van jeugdervaringen. Een centrale stelling van de auteur is dat we vaak tegenstrijdige verwachtingen hebben omtrent onze partner en relatie. Het verlangen naar liefde bestaat immers niet alleen uit de behoefte aan nabijheid en 'binding', maar ook uit verlangen naar avontuur, opwinding, afwisseling en soms naar afstand jegens de ander. Dit maakt 'de liefde' tot een spel met verwachtingen en met een onzeker verloop. Met literatuuroverzicht per hoofdstuk, noten, personenregister.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.