Là où les tigres sont chez eux : roman
Jean-Marie Blas de Roblès
Jean-Marie Blas de Roblès (Auteur), Karina van Santen (Vertaler), Martine Vosmaer (Vertaler), Martine Woudt (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Ailantus, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1143 |
31/12/2010
Een oogverblindende ontsporing
De toon in deze imposante roman wordt meteen gezet door een felgekleurde ara genaamd Heidegger ? alias Heidi ? die met woeste blik in zijn ogen de hoofdpersoon Eléazard von Wogau, een dagbladcorrespondent met als eeuwige standplaats de mooie maar desolate 'Nordeste' van Brazilië, met obsceniteiten om de oren slaat en als antwoord een fles cachaça, de nationale sterkedrank, naar zijn kop geslingerd krijgt.
Deze Eléazard, Fransman met Duitse roots en gemankeerd geschiedkundige in zijn vrije tijd, krijgt via een vroegere studievriend het obscure, in de nationale bibliotheek van Palermo opgeduikelde manuscript toegespeeld dat heet te zijn geschreven door een naaste medewerker van Athanasius Kircher, de beroemde Duitse jezuïet die gold als grootste geleerde van zijn tijd, de eerste helft van de zeventiende eeuw. Deze intellectuele veelvraat en min of meer laatste homo universalis heeft zich in de loop van zijn leven beziggehouden met zo'n beetje vanalles, van het ontcijferen van hiërogliefen tot het beschrijven van oosterse culturen, van het uitvinden van (een voorloper) van de toverlantaarn tot het formuleren van een universele taal en van het ontdekken van micro-organismen in het bloed van pestlijders tot het ontsluieren van het binnenste van de aarde (de mundus subterraneus, zoals een van zijn bekendste boektitels luidt). Daarnaast was Kircher een verwoed verzamelaar: in het Romeinse hoofdkwartier van de jezuïeten,
het Collegium Romanum, had hij het Museum Kircherianum ingericht, een illustere schatkamer van de meest disparate curiosa, die inmiddels allang weer over de vier windstreken verspreid zijn geraakt.
Het wonderlijke is dat Kircher het bij al zijn vondsten en conclusies eigenlijk telkens bij het verkeerde eind had. In die periode, die werd gekenmerkt door de geleidelijke overgang naar het tijdperk van de moderne wetenschap en waarin Kircher omging met Galilei en tijdgenoot was van Descartes en Newton, verpersoonlijkt hij de holistische, barokke gedachte dat alles met alles samenhangt en dat het universum één grote caleidoscoop vormt waarin alles overal in weerspiegeld wordt. Men bedenke daarbij ook dat het de tijd was van de contrareformatie en dat Kircher daarin optrad als een soort 'wetenschappelijke brandweer van de paus' en overal ten tonele verscheen waar er nieuwe kennis te ontginnen viel of waar de officiële standpunten van de kerk verdedigd moesten worden. Kirchers omnivore belangstelling werd zodoende sterk beteugeld ? of anders gezegd: gedwarsboomd ? door het strakke denkstramien waarin elk nieuw inzicht, of dat nu ging om Egyptische hiërogliefen of Chinese ideogrammen, om geologische dan wel biologische verschijnselen, consequent, tot in het absurde toe, moest worden herleid tot de dogma's van het christelijke geloof. Dat hij in ons eigen postmoderne tijdsgewricht nog steeds of opnieuw tot de verbeelding spreekt, hangt wellicht samen met zijn grillige, eclectische manier van denken, die scherpzinnigheid koppelt aan bizarre logica, accurate waarneming aan duistere argumentatie, en noeste denkarbeid en spitsvondigheid aan sensatiezucht en soms ook schaamteloos plagiaat.
Jean-Marie Blas de Roblès schaart zich met dit boek in het rijtje hedendaagse schrijvers, zoals de Italiaan Umberto Eco en de Nederlander Anton Haakman, die het barokke universum van Kircher weer tot leven hebben geroepen. Door de hele roman heen worden we door Caspar Schott, de auteur van het gevonden manuscript, deelgenoot gemaakt van het leven, de reizen en vooral de uiteenlopende wetenschappelijke activiteiten van Kircher, met wie Eléazard een levenslange haat-liefdeverhouding onderhoudt. Hij neemt zich voor om een becommentarieerde uitgave van het manuscript te bezorgen, deels om de tijd te verdrijven én zijn cafard, die het gevolg is van het feit dat hij is verlaten door zijn Braziliaanse vrouw Elaine, die zich als paleontoloog in Brasilia heeft gevestigd. De wederwaardigheden van Kircher worden systematisch afgewisseld met die van Eléazard. Zo maken wij onder anderen kennis met Soledade, zijn half zwarte, half indiaanse huishoudster, die verzot is op tv-soaps en in het geheim verliefd op hem is, met Loredana, een plotseling in zijn stad Alcântara neergestreken Italiaanse schone die een onzegbaar geheim met zich draagt, en met Eléazards fijnbesnaarde vriend met de literaire naam Euclides da Cunha. Een andere verhaalsequentie is gewijd aan de achttienjarige dochter van Eléazard en Elaine, Noéma, die deels vanuit een romantische fascinatie voor de oorspronkelijke bewoners van Brazilië etnologie is gaan studeren in Fortaleza, daar een losbandig leven leidt met haar vriendin Thaïs en de Franse professor visitante Roetgen, en geregeld bij haar vader om cheques moet aankloppen ter financiering van haar steeds verder uit de hand lopende drugsverslaving.
We volgen de bloedstollende avonturen van Elaine, die met haar expeditiegenoten over de Rio Paraguay op zoek gaat naar fossielen die een nieuw licht moeten werpen op het eerste leven op aarde, en daarbij in aanraking komt met een groep eerste bewoners van het land. Verder zijn daar nog de rauwe, ontroerende lotgevallen van de zwaar gehandicapte weesjongen Nelson, die al bedelend in de favela in zijn levensonderhoud moet voorzien en samen met zijn enige vriend, de vrachtwagenchauffeur oom Zé, met de moed der wanhoop inspiratie blijft zoeken in de glorieuze maar lang vervlogen heldendaden van Lampião, de Robin Hood van de Sertão, zoals het woestijnachtige gebied in het noordoosten van Brazilië wordt genoemd. En een laatste verhaallijn is gewijd aan de duistere machinaties van de niets- en niemand ontziende politicus en grootgrondbezitter José Moreira da Rocha, die het met enkele dubieuze projectontwikkelaars van het Pentagon op een akkoordje wil gooien om zich schandalig te verrijken, ten koste van de plaatselijke bevolking en ook van zijn trieste alcoholische echtgenote Carlotta.
Het is al bij al een stevige cocktail die de lezer geserveerd krijgt; een kleurrijke, overvolle caipirinha, met een forse scheut Lévi-Strauss en een hoog Indiana Jones-gehalte, en daarnaast heel wat knipogen en verwijzingen naar bekende schrijvers en denkers, een ver doorgevoerd spel met clichés, stijlen en genres, een woud van onderlinge spiegeleffecten en verdubbelingen, maar ook met gloedvolle, bewogen bladzijden over het leven in de stadsjungle, over de adembenemende landschappen, de wonderbaarlijke puurheid en ook de vele misstanden in Brazilië, dat krankzinnige subcontinent van de onbegrensde mogelijkheden.
De ambitieuze opzet van het boek is om net als Kircher op zoek te gaan naar de verklaring van de wereld, maar wat na lezing in ieder geval opvalt is dat, waar bij de zeventiende-eeuwse geleerde de caleidoscopische, kleurrijke geschakeerdheid van de wereld altijd weer netjes wordt teruggevoerd op het geruststellende stramien van de leer van de moederkerk, de overige vertellingen juist alle gaan over ontsporingen: de expeditie van Elaine, die totaal anders verloopt dan gepland, het leven van Noéma, dat volledig van de rails raakt, dat van de jonge Nelson, dat zelfs nooit op de rails is geweest, enz., tot en met Eléazard zelf, die gedurende het hele boek blijft worstelen met zijn onderwerp en in laatste instantie ook met zijn eigen staat van ontworteling. Het grootse project van deze centrale figuur, die goed voorstelbaar is als alter ego van de auteur van de roman, kón daarom alleen maar uitmonden in een uiteindelijk toch wel grandioze mislukking.
De titel is ontleend aan het motto van het boek, een zin uit Die Wahlverwandtschaften van Goethe, die in het Nederlands als volgt is weergegeven: 'Niemand wandelt straffeloos onder palmen, en overtuigingen worden beslist anders in een land waar olifanten en tijgers thuis zijn'. Met andere woorden, een mens leeft niet op een eiland, hij is omgeven en wordt doorkruist door een jungle van zichtbare en onzichtbare invloeden en affiniteiten; niemand blijft daarom dezelfde die hij ooit was en niemands leven is gevrijwaard van onvoorziene wendingen en ontsporingen.
Dat is misschien geen antwoord op al onze levensvragen, maar zoals Goethe al van Kircher meende dat deze op zijn queeste naar de oorsprong weliswaar weinig problemen oploste, maar ze op zijn eigen manier benoemde en beroerde, kan van deze weinig alledaagse roman iets soortgelijks worden gezegd: Jean-Marie Blas de Roblès heeft het grandioze idee gehad om in één grote, barokke roman heel wat belangrijke thema's van onze tijd aan te roeren. Dat het geheel misschien wat te veel van het goede is geworden, neemt niet weg dat de delen, althans vele, zeer geslaagd zijn te noemen, sommige zelfs onvergetelijk, en dat het lezen van dit weelderige boek in ieder geval een duizelingwekkende ervaring is ? net als het ledigen van een sterke tropische cocktail. [Clemens Arts]
Menno Gnodde
Ook de menselijke natuur plooit zich naar de omstandigheden, zoals Blas de Roblès (1954) laat zien in deze bontgekleurde, diepgravende avonturenroman (2008: Prix Médicis, Prix du roman FNAC, Prix du roman Jean Giono), waarin goed en kwaad driftig worden gepraktiseerd. De cynische Eléazar von Wogau is Duits-Frans buitenlandcorrespondent met als standplaats het Braziliaanse Alcântara, een "verzameling ruïnes vol ziektekiemen". Hij is druk doende een biografie van de (historische) erudiete jezuïet Athanasius Kircher (1602-1680) te annoteren, maar ziet allengs zijn wereldbeeld verschuiven, het verleden zich weerkaatsen in het heden en Dichtung und Wahrheit versmelten. Ook zijn ex-vrouw Elaine, een in de jungle verdwaalde paleontologe, lonkt naar het licht, net als hun verslaafde dochter Moéma (op liefdespad) en al die andere deelnemers aan de hachelijke expeditie door het leven. Elk hoofdstuk begint met een archaïsch getoonzette episode uit het wonderbaarlijke leven van alleskunner Kircher, gevolgd door een welversneden estafette van triest-vrolijke incidenten hier en nu. Zeer knap gecomponeerd naar vorm en inhoud: eenheid in veelheid! Paperback; vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.