Zigeuners : ontmoetingen met een onbemind volk
Rolf Bauerdick
Rolf Bauerdick (Auteur), Meindert Burger (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Mouria, cop. 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 5958 |
00/00/0000
Leeg achter de woorden
Vijf november 1957. We zijn in het fictieve Roemeense bergdorpje Baia Luna. De oorlog is net voorbij en het socialisme belooft een nieuwe wereld, hoewel daar vooralsnog weinig van te merken is in dit afgelegen boerengat gelegen in de schaduw van de Maanberg die wordt bekroond door de kapel van de Madonna van de Eeuwige Troost. Die herinnert aan de eertijdse overwinning van de christenen op de Turken; het dorp trekt er elk jaar op bedevaart naartoe. De dorpszigeuner Dimitru is in de ban van de Russische Spoetnikraket die het eerste levende wezen, de hond Laika, de ruimte heeft ingeschoten. Bij de aanvang van de roman probeert hij 's nachts samen met zijn boezemvriend Ilja Botev, de baas van de dorpskroeg en opa van het ik-personage Pavel, het gepiep van de satelliet op te vangen.
Zo zet dit bijna vijfhonderd pagina's tellende verhaal Hoe de Madonna op de maan belandde, het debuut van Rolf Bauerdick, zich netjes in gang. In de eerste hoofdstukken wordt de setting uit de doeken gedaan en de lokale geschiedenis van het Karpatendorpje, z'n verhalen, z'n typetjes. 'Baia Luna [was] een vreedzaam dorp, waar de oorspronkelijke bewoners al eeuwenlang met de Hongaarse en Saksische immigranten samenleefden in de stilzwijgende afspraak elkaar het leven niet te moeilijk te maken. Daar hielden ook de zigeuners zich aan.' Pavel ziet ze allemaal over de vloer komen in het dranklokaal van zijn grootvader waar hij als hulpje werkt. Deze microkosmos, die het Centraal-Europese etnische kluwen symboliseert, wordt bevolkt door de communistische Brancusi's met hun 'vooruitgangsgekwaak', Duits sprekende Saksen, zigeuners, dorpelingen en meer steedse inwoners die geregeld de beschaving van de dichtstbijgelegen stad Kronauburg opzoeken. De komst van een televisietoestel is een plaatselijk wonder, de ingrijpende moderniteit loert achter de hoek, maar voorlopig is alles peis en vree.
Totdat Angela Barbalescu, een op het eerste gezicht in alcohol gedrenkte miskleun van een lerares 'op rubberlaarzen [...] gekleed in een donkerblauwe jurk die vettig glansde van het vuil en de geur van ranzige boter verspreidde', verdwijnt en later opgehangen wordt teruggevonden. Pater Johannes, de dorpslieveling en held van de zigeuners, 'de zwarten', omdat hij hen een waardige plek gaf in de dorpsgemeenschap, wordt vermoord. Pavel begrijpt dat een en ander te maken heeft met de aanstelling van de nieuwe lokale Partijsecretaris Stefan Stephanescu en Angela's angst voor de Saks Heinrich Hofmann, gereputeerd fotograaf en vader van Fritz, Pavels klasgenootje. Er duiken vunzige foto's op, het Eeuwige licht in de kerk is gedoofd en de Madonna is verdwenen uit de kapel. De Securitate gaat er zich mee moeien.
Rampspoed alom dus en niets is wat het lijkt. Pavel is echter een slimmerik en samen met de boekenwijze Dimitru in het dorp, nu eens 'de zwarte filosoof' dan weer de 'wijswauwelaar' genoemd, en het mooie zigeunermeisje Buba gaat hij zelf op onderzoek uit. Angela's laatste woorden over Stephanescu blijven in Pavels oren nagalmen: 'Vernietig hem!' Zijn zoektocht brengt hem naar Kronauburg, waar hij aanvankelijk met z'n dorpse zelf wordt geconfronteerd. Maar in al z'n sluwheid leert hij snel over stadsgewoontes en het labyrintische, administratieve staatsapparaat dat het lijk van de priester heeft laten verdwijnen.
Zo wordt dit aanvankelijk grappige, soms nogal luchtige verhaal gaandeweg vuiler en grimmiger, net zoals Pavel zijn kinderlijke onschuld stilaan verliest en de moderniteit met z'n dreigende collectiveringen door de Staat en Securitatecontroles Baia Luna's dorpsgemeenschap aantast. Op zulke momenten komt Bauerdicks poëtische pen uit de koker: 'Wij konden geen kleuren meer zien. Hoewel de weiden in Baia Luna in het voorjaar groen waren, de hemel in de zomer blauw en de sneeuw in de winter wit, zagen wij alleen nog maar grijs. We waren blind. En we konden geen woord meer uitbrengen. Er waren tijden geweest dat wij gezwegen hadden uit vrees voor de Staatsveiligheidsdienst. Maar de angst voor de overste Raducanu en de zijnen had mij nooit lamgeslagen, hij had me alleen uit de slaap gehouden. Wij verstomden omdat het leeg werd achter de woorden. Niets, niets voelden we er meer. Alleen een afgrond.'
Tussendoor zijn we getuige van de hilarische redeneringen van Dimitru en de ondertussen echt maanziek geworden Ilja over de mogelijke motivatie van de ruimterace die zich in deze Koude Oorlogsjaren afspeelt tussen Rusland en de VS. De Bijbelkennis van de zigeuner en de Amerikafascinatie van de oude cafébaas (wordt de haven van 'Noejorke' niet bewaakt door 'het kolossaalste van alle Mariabeelden' met het Eeuwige licht in de hand?) leiden tot het al even waanzinnige
als onnozele antwoord op de vraag uit de titel: hoe belandde de Madonna op de maan?
Na een opeenstapeling van allerlei voorvallen, die vooralsnog niet hebben geleid tot de vernietiging van Stephanescu, valt het verhaal een beetje stil. Ilja's dorpskroeg annex winkeltje wordt nu door de staat gecontroleerd, de jaren glijden heen, een ouder geworden Pavel is minder ondernemend en hij lijkt zijn vrouwen Angela en Buba vergeten te zijn.
In de aanloop naar het revolutiejaar 1989 wordt het duidelijk dat Roemeniës Gouden Tijdperk, waar Nicolae Ceaucescu, alias de Conducator, zo prat op ging, een grote zeepbel was. De dramatische gebeurtenissen rond Kerstmis 1989, de dreigende sfeer en de schietpartijen in Boekarest worden aangrijpend weergegeven. Een intrieste beschrijving van een psychiatrische kliniek waar Ilja opgesloten zit, is symptomatisch voor het falende maatschappijsysteem van de Conducator. Het doet denken aan de treurige tv-beelden die we kennen van de Roemeense weeshuizen.
Zoals je het al kan voelen aankomen, vallen op het einde alle puzzelstukjes mooi in elkaar. Onze door het Lot uiteengeslagen protagonisten komen weer samen, rechtvaardigheid geschiedt. Bauerdicks breedvoerige, veelstemmige roman heeft niet hetzelfde, universele niveau van de klassieke Oost-Europese auteurs à la Konrad of Kadare, bij wie achter elke zin die typische, beklemmende zwaarte van de geschiedenis drukt. Maar wellicht heeft de Duitse auteur die ambitie ook niet. In die zin is hij eerder een collega van iemand als Louis de Bernières (Kapitein Corelli's mandoline, Vogels zonder vleugels), die episch, maar makkelijker verteerbaar schrijft. Het verhaal is ook niet overal even overtuigend. Zo vormt de Securitate nooit echt een bedreiging voor de protagonisten die de vertegenwoordigers van de staat voortdurend om de tuin weten te leiden. Ook de uiteindelijke reünie van de elkaar uit het oog verloren personages is ietwat geforceerd.
De coverfoto met de dansende zigeuners bovenop een autowrak en wat dieren erbij, doen bijna onvermijdelijk denken aan de films van de Servische regisseur Emir Kusturica, die met onder andere Black cat white cat een dolkomische, absurde (zigeuner)wereld oproept. Die balkaneske waanzin is in deze roman veel minder aanwezig. De auteur, die als journalist en fotograaf veelvuldig contact zocht met de zigeunergemeenschappen in Centraal-Europa, wilde wellicht een minder spectaculair en realistischer beeld van de Roma meegeven?
Die met aandacht uitgebeelde zigeunergemeenschap, het spel met de Bijbelexegese, de Roemeense, historische achtergrond en de vlotheid van stijl verraden de vakkennis van Bauerdick. Het maakt van Hoe de Madonna op de maan belandde alleszins een veelbelovend debuut. [Sven Peeters]
Willem Nijssen
Lijvige debuutroman van Rolf Bauerdick (1957), een Duitse journalist en fotograaf met grote interesse voor Oost- en Midden-Europa, en voor de daar woonachtige Roma. De roman vertelt in een mix van fictie en historie de grote lijn van de naoorlogse geschiedenis van Roemenië (van 1957-1989). Dat gebeurt aan de hand van het leven van een aantal dorpelingen van Baia Luna. Dit fictieve Karpaten-bergdorp ligt geïsoleerd, 'burgers' en Roma leven er vreedzaam samen en invloed van het communisme is er nauwelijks. Toch dringt ook daar het nieuws door van de lancering van de eerste Spoetnik, door de naïeve gelovige dorpelingen gezien als een poging om de tenhemelopneming van Maria (zij zou op de maan beland zijn) te ontkrachten. Mysterieuze gebeurtenissen (de moord op de dorpspastoor, verdwijning van een Madonnabeeld) en tragische liefdesgeschiedenissen (o.a. die van de dorpsonderwijzeres) voeden het verhaal. Bauerdick vertelt breedsprakig, soms irriteert de merkbare opzet om een Slavische kroniek te creëren, maar anekdotes en een spannende zoektocht redden het geheel. Gebonden, met leeslint; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.