Kaddisj voor een kut
Dimitri Verhulst
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Contact, 2010 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VERH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Contact, 2010 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VERH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Contact, 2010 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VERH |
3 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Contact, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 7368 |
2 items magazijn |
Contact, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VERH |
Dirk Leyman
us/ug/25 a
Humor vormt de smeerolie in 'De laatste liefde van mijn moeder' van Dimitri Verhulst
Aan komische en burleske taferelen kun je je in de nieuwe Verhulst overvloedig laven. Maar De laatste liefde van mijn moeder raakt geregeld in het slop. Zo wordt de bustrip van Martine Withofs en haar 'nieuw samengesteld gezin' naar het Zwarte Woud een lange zit. De joligheid wint het te vaak van de wrangheid.
Gegniffel in het openbaar mag vooralsnog niet beschouwd worden als een doorslaggevend literair criterium. Maar toch werd er ik menigmaal op betrapt, oncomfortabel gezeten op een Antwerpse tram, na consumptie van hooguit dertig pagina's van de nieuwe roman van Dimitri Verhulst. Bijvoorbeeld bij deze passage, waarin Verhulst de mensenschuwheid én de schaamte van hoofdpersonage Martine Withofs - gemodelleerd naar zijn moeder - op scherp stelt: "Geruisloos leven, een groter verlangen kende ze niet. Een leven dat mocht bestaan uit zo min mogelijk oogcontact met de anderen. Heel even had ze voor dit doel haar heil in zonnebrillen gezocht, maar helaas viel haar smaak uitgerekend op die monturen die haar in het middelpunt van de belangstelling plaatsten." Of wanneer de schrijver Martines schraapzucht blootlegt: "Had je Martine gevraagd naar het belangrijkste artefact van de huisvrouw, dan zou zij hebben gegokt op de schaar, waarmee je een hele hoop kortingsbonnen uit kranten kon knippen."
Scabreuze, liederlijke scènes
Ik heb nog vaker gegniffeld met De laatste liefde van mijn moeder, ook toen ik allang niet meer op de tram zat. Logisch, want hoort dat niet zo bij een roman van Verhulst, als mayonaise bij friet? Maar naderhand leek het of mijn besmuikte lach gekruid werd met een snuif leedvermaak, alsof ik onverhoeds naar intieme Facebookfoto's had gekeken. Toen ik het boek uit had, was mijn lach alweer op miraculeuze wijze verstomd. Ik wist niet goed wat ik met die opeenvolging van scabreuze, liederlijke, ginnegappende, rocamboleske maar tevens weleens voorspelbare scènes moest aanvangen. Slechts met moeite lieten ze zich in het keurslijf van een roman dwingen.
Dat Verhulst met De laatste liefde van mijn moeder resoluter dan ooit op de lachspieren heeft gemikt, valt amper te loochenen. Humor in allerlei smakelijke en minder smakelijke toonaarden vormt zowel de smeerolie als de motor van deze 235 pagina's tellende taferelenroman. Het contrast is groot met de rauwe, zwartgallige voorganger Godverdomse dagen op een godverdomse bol (2008). Daar werden we op roetsjbaankarretjes door de wereldhistorie geduwd, wat resulteerde in een langgerekte, spilzuchtige stijloefening (die Verhulst verrassend de Libris Literatuurprijs opleverde). En ook met de bijna bucolische dorpsparabel Mevrouw Verona daalt de heuvel af (2006) heeft dit boek vanzelfsprekend niets van doen. Verhulst klopt zich graag op de borst dat hij hetzelfde stijlkunstje nimmer dupliceert. De ambitie van "een tienkamper" is hem niet vreemd, zoals hij ooit in de Volkskrant zei. "De helaasheid der dingen, daar kan ik er zo nog een paar van kakken. Maar daar heb ik geen zin in." Toch zal iedereen dit boek vooral naast De helaasheid der dingen (2006) leggen, het boek waarmee Verhulst zo glorieus de poort naar het publiekssucces openduwde.
Wie Verhulsts voorgeschiedenis niet kent, zou De laatste liefde van mijn moeder nog domweg kunnen lezen als een zedenschets van de gewone Vlaamse man in de vroege jaren tachtig. Uiteraard kiest Verhulst voor het moment waarop de maskers afvallen: een week congé payé waarin de zuurverdiende fabriekscenten besteed worden aan een bustrip naar het obligate Zwarte Woud, alwaar schranspartijen, Zwetschgenwasser en joligheid aan de orde van de dag zijn. Maar natuurlijk put De laatste liefde van mijn moeder vooral uit een paar niet-geboekstaafde jeugdjaren van de schrijver. Verhulst zoomt in op de periode pal voor De helaasheid der dingen.
Ditmaal belanden we in het 'nieuw samengestelde gezin' van de tv-verslaafde Martine Withofs, begiftigd met een hoge body mass index en zopas gescheiden van haar immer benevelde geweldenaar, tevens vader van haar zoontje Jimmy. Martine komt aan de kost in een fabriek van fietszadels en heeft zich in de armen geworpen van Wannes, een oerdegelijke maar wat ambitieloze Volkswagenarbeider, wiens "amoureuze doelwitten makkelijker moeders als maagden bleken uit te kiezen". Hij toont zich zo coulant om de 11-jarige Jimmy, "toch het kind van een ander" te dulden gedurende zijn schaarse vakantiedagen. Maar Jimmy, "miniatuurtje van een monster", heeft het geenszins begrepen op Wannes, die samen met Martine mordicus de illusie van een happy family wil opwekken. Tijdens de Zwarte Woudvakantie wordt de koude oorlog tussen stiefvader en ersatzzoon op de spits gedreven. Jimmy hanteert bijna de gehele reis het wapen van de koppige zwijgzaamheid tegenover Wannes. Waarom zou hij hem in godsnaam ook 'vader' moeten noemen? Stoorzender Jimmy dwingt tegelijk zijn moeder om kleur te bekennen: vóór of tégen hem. De weerzin tegen hun stompzinnige kleinburgerlijkheid gulpt intussen van de pagina's. Genoeg voer voor dramatische spanning, zou je zo denken? Dat valt tegen.
Verhulst meet ditmaal veel ruimte uit om de moederfiguur van contouren te voorzien, wat wellicht een delicate bezigheid mocht heten. Zoals bekend smeerde zij hem ooit een klacht aan het been, toen hij haar als vette schraalhans in zijn verhalenbundel De kamer hiernaast (1999) opvoerde. Hier komt ze naar voren als een bange, zich wegcijferende wezel, steeds gebrand op eten en vooral snakkend naar banaal conformisme. De reis naar het Zwarte Woud beschouwt ze al als een folie. Maar hoe ontluisterend het portret van Martine Withofs ook wordt, er blijven wel mespuntjes mededogen.
Proletarische genotzoekers
Toch verkneukelt Verhulst zich vooral in de uitputtende evocatie van Schwarzwaldtrip met Autocars van Boterdael en gooit daarbij alle trossen los, wat het tempo van het boek ongunstig beïnvloedt. Te vaak haalt de joligheid het daarbij van de wrangheid. Dat hij een uitzonderlijk talent heeft om proletarische genotzoekers in hun hemd te zetten ("Toerisme was een menswetenschap", wordt er ergens opgemerkt) wisten we al langer. Maar na de zoveelste protpartij van de Schwarzwaldgangers ("De badkamer was zodanig betegeld dat elke geknalde prot er weergaloos weergalmde") dreigt verzadiging, hoezeer Verhulst zijn al rijkgevulde stijlarsenaal ook hier weer uitbreidt en de grove humor als een wilde weldoener uitsmeert. Verhulst tapt hier uit een bekend vaatje. De taferelen lijken soms ook ontsnapt uit zijn reportageboek Dinsdagland, waarin hij "op het ritme van een zatte kusjesdans" de Belgische volksaard als een amateur-socioloog in kaart bracht. Vreemd genoeg schuift Verhulst nu vaak het diafragma van de jaren zeventig over dat van de jaren tachtig.
Verhulst spaart de confrontaties op voor pakweg de vijftig laatste pagina's, maar dan worden ze wel op een drafje afgehaspeld. Wanneer Wannes onhandig moet ontdekken dat zijn moeder wéér zwanger is, overvalt hem een gevoel van totale verstotenheid. Zonder boe of ba zal de arrogante Jimmy aan de deur worden gezet. We kennen het vervolg: een batterij pleeginstellingen, zatte nonkels en een immer beschonken vader met wapperende handen. De hoogdravende epiloog, met Verhulst als 91-jarige filosoof-grijsaard die zich opdoft om met zijn stiefbroertje te converseren, haalt het boek ten slotte helemaal uit balans. Maar wellicht is het Verhulsts laatste ezelsstamp naar de schrale "onbezongen bestaantjes" waaraan hij zich met de pen ontworsteld heeft: "Het kwam erop aan op een zulkdanige eclatante wijze te leven dat zijn moeder er niet in slagen kon zijn bestaan te negeren." Dat is hem alvast gelukt.
Mark Cloostermans
us/ug/20 a
De laatste liefde van mijn moeder. Bij de meeste schrijvers zou zo'n titel een romantisch drama aankondigen. Niet bij Dimitri Verhulst. Wie dit oeuvre een beetje kent, hoort bij het woord 'moeder' het alarm afgaan.
De moeder staat niet hoog aangeschreven bij Verhulst. Herinner u de gierige pin met een 'plaspas' uit De helaasheid der dingen. Of de 'waanzinnig dikke moeder' uit De kamer hiernaast, zijn debuut. (Dat leverde hem toen een gerechtelijke klacht op. Van zijn eigen moeder.)
In De laatste liefde van mijn moeder, Verhulsts tiende boek, wordt zij eindelijk een volwaardig personage. Geen komische karikatuur meer, maar een mens van vlees, bloed en grijstinten. Verhulst brengt begrip op voor Martine Withofs, die een afgrijselijk huwelijk achter de rug heeft. Als de roman begint, lijkt het erop dat Martine het geluk gaat vinden. Ze is gescheiden van haar agressieve dronkenlap. De ellende van vroeger wordt materiaal voor moppen. Ze is verliefd op 'Impens Wannes': zoals de typisch Vlaamse omkering van voor- en achternaam al aangeeft, is hij een mannetje van dertien in een dozijn, maar niettemin een betrouwbare vent. Ze is zowaar op vakantie, voor het eerst. In het Zwarte Woud.
SNOTAAP EN STIEFVADER
De normaliteit wenkt, kortom. Slechts één hinderpaal: haar elfjarige zoon Jimmy. Het botert niet tussen snotaap en stiefvader. Bovendien is Jimmy het evenbeeld van zijn vader, dus de link met het gehate verleden. De spanning in het nieuw samengestelde gezin loopt op. Een van beiden, Jimmy of Wannes, zal moeten ophoepelen.
Verhulst heeft (nog maar eens) een boek geschreven dat afwijkt van al zijn vorige werk. Om te vergelijken met de voorganger: het uitzinnige taalvuurwerk van Godverdomse dagen op een godverdomse bol is tot bedaren gebracht. Taal en stijl zijn minder exuberant, maar onverminderd elegant en trefzeker. Velen zullen opgelucht vaststellen dat er in dit boek personages rondlopen, met een naam, in plaats van een 't. Er zijn raakpunten met De helaasheid der dingen (want De laatste liefde is een prequel van De helaasheid) maar sfeer en opbouw zijn anders. Verhulst verkent dit keer vooral zijn talent voor komedie. De laatste liefde, verre van een tragedie, is een farce. De scatologische humor swingt nog harder de pan uit dan anders, de komische overdrijvingen kunnen u lachtranen en -krampen bezorgen.
Verhulst beschrijft de uitstap naar het Zwarte Woud in tenenkrullend detail. Op een of twee uitzonderingen na is de reisbus gevuld met een lading 'gestampte boeren', uit op vet eten en sloten alcohol. Er wordt in dit boek geschranst en gebuffeld, gevreten en gezopen. Zit er eventjes niets in hun muil, dan práten de reizigers over eten. De humor is plat, het niveau van de conversatie nauwelijks nog meetbaar, gekruid met xenofobie en een mespunt fascisme. Verhulst is vooral genadeloos als hij zijn personages aan het woord laat. Het houterige, pedagogisch bedoelde gebrabbel van Wannes. De stoplappen van Martine, voor wie spreken uitsluitend een manier is om pijnlijke stiltes te doorbreken. De lege, commerciële retoriek van de reisagent. Het is met hun taal dat de personages zichzelf ontmaskeren.
De cover van de nieuwe Verhulst toont een voorwerp van groot symbolisch belang: een parfumflesje. We vernemen dat Wannes al eens een druppeltje aftershave durft te gebruiken: voor Martine een hele verademing, na haar prottende en brakende ex. Wannes overtuigt Martine om de knip van haar portemonnee eventjes te lossen en zich in een Luxemburgse winkel te trakteren op een flesje parfum. Het reukwater symboliseert Martines hoop op een beter leven. Bedenking: parfum kan ook gebruikt worden om kwalijker geurtjes te verdoezelen.
DIKKE KLODDERS
De vakantie is op meer dan een manier een keerpunt in Jimmy's leven. Het is het moment waarop de band tussen moeder en zoon onherstelbaar beschadigd wordt, maar daarnaast zijn er ook nog een verliefdheid die zijn beroepsloopbaan bepaalt en een valpartij die hem onverwacht motiveert. Ook iemand die Verhulst van haar noch pluim kent, zal merken dat er in dit boek iets bijzonders gebeurt. In het verhaal schuilen grote emoties (melancholie vanwege wat niet hersteld kan worden, woede vanwege de verstoting, een afkeer van de bourgondische levensstijl), maar al die heftige emoties worden gesmoord in humor. Verhulst smeert die met dikke klodders over de feiten en vindt een evenwicht: de humor houdt de mogelijke pathetiek in toom, maar wordt nooit zo dominant dat hij geen ruimte laat voor nuance en gevoel.
De laatste liefde van mijn moeder. Echt een titel om je niet op te verkijken. Verwijst hij naar Wannes? Nee, dat is te veel eer voor hem. Hij beschrijft, gewoon, accuraat waarover deze roman gaat: de laatste uitingen van liefde die een moeder haar kind gunde, voor ze het aan de deur zette. Wie zou ooit op het idee komen om daarover een komische roman te schrijven? Wie zou erin slagen?
Marc Holthof
us/ug/27 a
In zijn nieuwe roman beschrijft Dimitri Verhulst op dolkomische manier een eerste vakantiereis naar het Zwarte Woud. Maar tegelijk ook het tragische afscheid van een 11-jarig kind van zijn moeder. 'De laatste liefde van mijn moeder' werd al meteen tot 'prequel' van 'De Helaasheid der Dingen' gebombardeerd.
Prequel is een erg lelijk woord dat ontleend is aan de wereld van de Hollywoodfranchises. Het is een vervolgfilm waarvan het verhaal dat van de succesfilm voorafgaat: de jonge Indiana Jones, de jonge Sherlock Holmes enzovoort.
Het nieuwe boek van Dimitri Verhulst omschrijven als prequel is in feite niet correct. De 11-jarige hoofdpersoon uit het nieuwe boek heet Jimmy en niet Gunther zoals in 'De Helaasheid der Dingen'. Als Verhulst werkelijk een prequel had willen schrijven, had hij wel dezelfde voornaam gekozen. Jimmy en Gunther zijn echter allebei semi-autobiografische alter ego's van de schrijver, Dimitri Verhulst. Die autobiografie van Verhulst speelt zo'n grote rol in zijn oeuvre dat het misschien nuttig is om er even aan te herinneren.
Dimitri Verhulst werd in 1972 in Aalst geboren in een sociaal achtergesteld milieu. Zijn jeugdjaren waren bewogen en triest. Dimitri was een onverwacht en ongewenst kind. Zijn vader was alcoholist en sloeg zijn moeder en een enkele keer ook zijn kind. De moeder trok eruit en huwde met een andere man. Ze liet haar zoon achter.
Die trok dan maar samen met zijn vader bij zijn grootmoeder in. Daar woonde Dimitri samen met zijn ooms, die ook een drankprobleem hadden. De jongen besloot dat milieu (waarmee kleurrijk afgerekend wordt in 'De helaasheid der dingen') te ontvluchten en belandde in een internaat, daarna tot zijn zestiende in een pleeggezin en vervolgens in een tehuis.
De literatuur betekende voor Verhulst een ware bevrijding. Hij debuteerde in 1999 met de verhalenbundel 'De kamer hiernaast'. De grote doorbraak kwam er vier jaar geleden met 'De helaasheid der dingen'. Verhulst won met het boek de Publieksprijs van de Gouden Uil, Humo's Gouden Bladwijzer, een nominatie voor de AKO Literatuurprijs, en De Inktaap 2008. Het werd met veel succes verfilmd door Felix van Groeningen.
FARCE
'De laatste liefde van mijn moeder' is Dimitri Verhulsts tiende boek in evenveel jaar tijd. En het is een van de betere, zonder 'De helaasheid der dingen' te overtreffen. Verhulst heeft een ongemeen talent om het banale en het triviale te combineren met het diepzinnige en tragische en dat lukt hier alweer voortreffelijk. Op een eerste niveau is 'De laatste liefde van mijn moeder' een komedie, een farce die vertelt hoe de 11-jarige Jimmy, flink tegen zijn zin, met zijn nieuwe stiefvader Wannes en zijn geliefde moeder Martine op vakantie moet.
Met de autocar trekken ze naar het Zwarte Woud. Wij zijn in de jaren tachtig van vorige eeuw (maar het had ook de jaren vijftig kunnen zijn). Verhulst vertelt met veel ironie en opmerkingsgave de archetypische eerste vakantiereis van een eenvoudig gezin. Alle clichés passeren de revue en worden kleurrijk in de verf gezet: de gedetailleerde, maar uiteindelijk totaal ontoereikende reisvoorbereiding, de angst of alles in huis wel goed afgesloten is, de onnoemelijke hoeveelheid bagage die meegesleurd wordt, de picknick die onbereikbaar weggeborgen zit in de bagageruimte van de bus, enzovoort. De wet van Murphy - alles dat mis kan gaan, gaat ook mis - lijkt wel bedacht in functie van dit gezin bij hun eerste onhandige pogingen tot vakantie.
De belevenissen zijn hoogst amusant en worden schitterend geobserveerd (het bezoek aan een grote nieuwigheid: een McDonald's!). Ze zorgen ervoor dat de lezer in sneltreinvaart door het boek dendert. Het wordt zelfs behoorlijk boertig als de al te rijke Duitse spijzen stiefvader Wannes ziek maken en hij een appelflauwte krijgt in een koekoeksklokkenmuseum. Maar precies dan, als de boertigheid en de ironie ten volle uitgespeeld zijn, toont het boek zijn ware aard. En die is heel anders.
bevrijding
Want net als 'De helaasheid der dingen' geen farce is over stomdronken ooms, maar het verhaal van de bevrijding uit dat milieu, zo is Verhulsts nieuwe roman veel meer dan een komedie over een reis naar het Zwarte Woud. De hele reis lang al hebben de vroegrijpe Jimmy en zijn stiefvader gekibbeld. Of niet gekibbeld, want Jimmy beoefent een stoïcijns stilzwijgen, tot ergernis van stiefvader Wannes. Hun verhouding wordt steeds slechter. Dan hoort Jimmy wat de aandachtige lezer al vermoedde: Martine, de moeder, is zwanger. Van haar nieuwe man. Het daagt Jimmy dat hij er te veel aan is: het koekoeksjong gaat hem uit zijn eigen nest verdringen. Met die wending wordt plots de tragische ondertoon van deze komedie zichtbaar: dit is geen dolkomisch relaas van een vakantie, dit is het tragische verhaal van het afscheid dat een 11-jarig kind neemt van zijn moeder. Hij moet voortaan op eigen benen verder.
Verhulst benadrukt op een gedurfde manier die ernstige ondertoon met een epiloog die zich tachtig jaar later afspeelt. Jimmy is een oude man van 91. Maar dan krijgt hij plots, zij niet geheel onverwacht, bezoek. Van iemand die nooit optreedt in het boek en die wij ook op het einde nooit zullen zien arriveren (het boek sluit af net voor het gesprek). Iemand die echter letterlijk het drama verpersoonlijkt dat Jimmy tachtig jaar eerder meemaakte.
Evita Bonné
us/ug/17 a
Dimitri Verhulst levert met 'De laatste liefde van mijn moeder' opnieuw autobiografisch werk af
Moeder Martine, kijkverslaafd aan een soap met de toepasselijke naam 'Home is where my children are', trekt met haar 11-jarige zoon Jimmy en haar nieuwe liefde Wannes per bus naar het Zwarte Woud. Het speelt zich af begin jaren tachtig. Er is een parallel met de kleine Verhulst. Na een vaderboek, dit moederboek.
"Het stond op mijn lijst van te schrijven dingen", zegt Dimitri Verhulst. "Het past binnen een facet van mijn oeuvre: de meer autobiografisch getinte werkjes die ik wel eens afscheid. Het was intussen toch al weer vier jaar geleden. Ik dacht, we zullen onszelf nog eens belangrijk vinden. Maar zonder het over mezelf te hebben want het gaat over de zelfstandigheid van mijn moeder die haar kind op straat zette. Het is niet dat mijn moeder afwezig is geweest, maar ik had haar tot nu toe redelijk wrang neergezet. Waar ik nu geprobeerd heb een evenwicht te vinden tussen drie personages en hen elk probeer te begrijpen. Ik schrijf nu meer volwassen over haar."
Misschien moest er wat woede uit alvorens de nuance kon komen?
"Nee, ik ben nooit woedend op haar geweest. Ik heb altijd begrip gehad voor wat ze heeft gedaan. De grote uitdaging aan dit boek was het te vertellen zoals de manier waarop het in mijn leven is gebeurd. Het leven kan namelijk op een heel eenvoudige geruisloze manier toch soms erg heftig veranderen. Mijn moeder zei op een bepaald moment 'ik wil niet meer met u samenleven. Ga maar naar uw vader. Ik heb niks meer met u te maken'. Dat was een zeer stille anekdote in mijn leven. Dat gebeurde plots, zonder enige aankondiging. En dat ging ook weer weg, alleen was de relatie met mijn moeder er niet meer en zag ik haar niet meer. Maar het speelde zich allemaal af zonder knallend vuurwerk."
Een geruisloze gebeurtenis, maar met grote gevolgen?
"Ik heb mijn moeder nooit gemist, terwijl ik zielsveel van haar heb gehouden. En zij van mij. Ze heeft me letterlijk op straat gezet. Ik heb mij daarin geschikt. Je kan stellen dat ik een kind was, en dat het een reflex was om te overleven. Dat zal ook wel zo geweest zijn. Maar ik mis haar niet. Ze zou mijn leven niet rijker noch armer hebben gemaakt.
De meest moderne mythe is die van het ouderschap. Ongetwijfeld is het een zeer mooie en nuttige band, die van ouder en kind, maar ik vind hem niet noodzakelijk. Mensen overtuigen zichzelf nogal gemakkelijk dat ze dat nodig hebben. Ik heb veel kinderen gezien in de instelling waar ik zat, die zonder ouders leefden en die eigenlijk op een psychologisch gelijkaardige manier opgroeiden."
"Maar de mythe van het moederschap maken we te groot. De liefde tussen moeder en kind is niet heilig. Ongetwijfeld werd mijn moeder destijds nagewezen. Ze heeft gekozen voor de liefde. Voor een liefde op haar maat."
Alvorens ze voor de liefde koos, maakte je net als Jimmy wel even deel uit van dat nieuw samengestelde gezin.
"Ik heb anderhalf jaar samengewoond met hen. Toen zij zwanger werd, was het afgelopen. Ik was het kind dat haar zwanger zag en moest gaan. Ik was het laatste stuk restafval aan verleden wat werd weggewerkt. Ik heb mijn moeder uit mijn hoofd gewist, heel intens. De laatste keer dat ik haar zag, was ze 32 jaar. Buiten die paar minuten dat ik haar ooit eens in de rechtbank heb gezien. Dit boek is voor een heel groot stuk autobiografisch maar Martine is mijn moeder niet, en haar man is niet Wannes. Noch ben ik Jimmy. Zijn grootste drijfveer is rancune en revanche. Dat is mij vreemd. Ik ben geen rancuneuze mens."
~Jeroen Brouwers is de enige auteur voor wie ik ooit naar de Boekenbeurs ben gegaan om een handtekening te vragen"
Dimitri Verhulst
Hoe verging het je na je moeder en vader? Toonde je je in die instelling wel als een ijverige student?
"Ik ben met de hakken over de sloot uit het humaniora geraakt. Nadien ben ik een tijdje gaan rondhangen aan de universiteit. Daar heb ik er nooit iets van gebakken. Ik volgde Germaanse literatuur. Mijn grote meester was toen Jeroen Brouwers. Boon had ik al achter de kiezen. Brouwers bracht toen vooral essays en brievenboeken uit. Sombere dingen zoals 'Winterlicht'. Hij weet dat ik een van zijn voornaamste aanhangers ben. Het is ook de enige auteur voor wie ik ooit naar de Boekenbeurs ben gegaan om een handtekening te vragen. Ik denk dat de fundamenten van het Bouwcentrum toen rammelden van mijn bevende zenuwen."
Het slot van dit boek doet aanvoelen dat een vervolg mogelijk is.
"Het zou kunnen maar ik ben niet zo'n trilogie-mens. Maar ik ga mezelf meteen tegenspreken want ik ben wel met een Lorca-trilogie bezig (Frederico Garcia Lorca, Spaans dichter en toneelschrijver), een project samen met Marijke Pinoy. Een van de teksten heet 'Ginds tussen de netels'. We denken eraan om het te verfilmen. Ik ben ook met Manu Riche, een zeer sterke documentairemaker, aan 't foefelen rond film en theater. De kans is dus groot dat ik mijn laatste boek heb geschreven in heel lange tijd."
Bent u bang dat u weer wat over u heen zal krijgen met dit 'moederboek'?
"Ik heb het mezelf aangedaan, maar dat neemt niet weg dat ik bang ben. Ik ben er niet gerust in. De pers is na het uitkomen van de verfilming van 'De helaasheid' allemaal dezelfde Jambers-achtige reportages gaan schieten in mijn geboortestreek. Ze hebben echter stuk voor stuk één kapitale fout gemaakt: ik heb een boek geschreven dat zich twintig jaar geleden heeft afgespeeld, en toch zijn ze allemaal naar dat dorp gegaan met de bedoeling de mensen uit dat boek tegen te komen. Mijn nonkels waren toen gasten van twintig. Tuurlijk zopen die, ik zoop ook toen ik twintig was. Maar intussen zijn dat getrouwde mensen met kinderen. Niemand heeft daaraan gedacht."
Misschien eerder in een Waals dorp? U kreeg wel wat Vlaams-nationalisten over u heen na uw recente polemiek over de staatshervorming waarin Wallonië als progressiever naar voren kwam.
"Ik beweer niet dat het progressiever is. Het is veel linkser in stemgedrag, maar er sluipt ontzettend veel racisme binnen in Wallonië. Wat me wel stoort is dat verschrikkelijke zelfbeklag van Vlamingen over dat ze zich te kort gedaan voelen door Wallonië dat maar geld opslokt. Het feit dat Wallonië al in geen veertig jaar meer een premier heeft mogen leveren is normaal? Het is die jankerigheid van Vlaanderen die ik treurig vind. Ik vind ook niet dat we een andere cultuur hebben. Ik heb niet het gevoel dat ik in Wallonië het buitenland woon."
Jo De Ruyck
us/ug/17 a
Mijn moeder? Ik weet niet eens of ze nog leeft
Dimitri Verhulst
In Godverdomse dagen op een godverdomse bol, vorig jaar bekroond met de Libris Literatuurprijs, raasde Verhulst in één grote vloek eigenzinnig door de wereldgeschiedenis, maar in zijn nieuwe roman keert hij terug naar datgene waar hij (nog) beter in is: de condition humaine. Al wat een mens tot mens maakt, maar vooral datgene waardoor het bedrieglijke laagje schijn van zijn lelijkheid wordt afgeschraapt, interesseert Verhulst. Helemaal verwonderlijk is dat natuurlijk niet. Verhulst kende een niet bijster rooskleurige jeugd. Hij was een ongewenst kind, zijn vader dronk en maakte zich schuldig aan huiselijk geweld. Als tiener stond hij er alleen voor en trok hij in bij zijn grootmoeder. Zijn verblijf bij mémé en de zatte nonkels werd het uitgangspunt voor de verfilmde succesroman De helaasheid der dingen.
In De laatste liefde van mijn moeder vinden de gebeurtenissen die ertoe leiden dat zijn moeder haar tienerzoon op straat zet, hun weg naar de literatuur. Verhulst kleedt zijn eigen geschiedenis natuurlijk in een verhaal in, maar je ontkomt geen moment aan het gevoel dat de waarheid niet veraf is. Toen hij in De kamer hiernaast zijn moeder als een erg dikke vrouw afschilderde, deed ze hem prompt een proces aan. Of hij dat risico nu weer loopt? 'Ik weet niet eens of ze nog leeft', liet de auteur zich in de aanloop naar dit nieuwe boek ontvallen.
Zwarte Woud
De laatste liefde van mijn moeder speelt begin de jaren '80. Martine Withofs (Verhulsts moeder heet Nicole Maesschalck) heeft haar huwelijk met een dronken en gewelddadige echtgenoot opgeblazen en uit het vijftal minnaars Wannes gekozen om het opnieuw mee te proberen. Wannes Impens is geen cafézitter, heeft geen losse handjes, schikt zich in zijn lot als arbeider bij Volkswagen en mikt af en toe zelfs een druppel eau de toilette van Paco Rabanne achter zijn oren. Op het eerste gezicht lijkt hij zelfs bereid er Martines elfjarige zoon Jimmy bij te nemen, maar dat is buiten de eigenzinnige jongen gerekend. Die pikt het niet dat Wannes hem opdraagt hem voortaan 'pa' te noemen. Hij besluit dan ook geen woord meer tegen de vriend van zijn moeder te zeggen.
Bijtende humor
Die zelfopgelegde omerta valt ongelukkigerwijs samen met Wannes' ultieme poging om de banden in het nieuw samengestelde gezinnetje avant la lettre aan te halen. Het beste wat hij kan bedenken is een busreis naar het Zwarte Woud. Voor Martine, een vrouw die van de montage van zadels van Hondabrommers haar levensmissie heeft gemaakt, is dat een té hachelijke en té dure onderneming. Wannes wuift haar bezwaren weg en zo gaan ze scheep met Autocars Van Boterdael en belanden ze op de tonen van Freddy Brecks Mit einem bunten Blumenstrauss met z'n drieën op één kamer in Gasthof Knusperhaus. Dat daar schweinepuppefleisch en spanningen van komen, staat in de sterren geschreven, en dat Verhulst daar zijn bijtende humor en cynisme over uitstort al evenzeer.
De laatste liefde van mijn moeder (de titel slaat op een parfum!) is bij momenten hilarisch, maar net zo vaak bijzonder pijnlijk. Qua taal is de nieuwe Verhulst een tikkeltje zachter dan in de Helaasheid, maar wat achter dit meeslepende verhaal schuilgaat, blijft bikkelhard. Herkenbaar ook voor wie de jaren '80 bewust heeft meegemaakt en universeel voor wie op de autoweg van het leven al een paar foute afslagen heeft genomen.
Verhulst heeft opnieuw een sterke roman geschreven die zich op veel niveaus laat lezen. Ook in dit verhaal zit zowel een entertainende bioscoopfilm als een berg stof tot nadenken over dat ene wat we allemaal gemeen hebben: de onvermijdelijke race naar de dood. Het literaire najaar is alvast schitterend ingezet.
Frank Hellemans
us/ug/18 a
Noem het een prequel. Waar Verhulst in De helaasheid der dingen zijn drankverslaafde vader en drie ooms onsterfelijk in beeld bracht, heeft Verhulst nu het leven met zijn moeder dat daaraan voorafging geportretteerd. Het jeugdige hoofdpersonage Jimmy, Verhulsts alter ego, is nu elf - in plaats van dertien in De helaasheid - en woont bij moeder Martine, die voor het geweld van haar man is weggevucht in de armen van de fatsoenlijke Wannes. Maar Jimmy moet van zijn stiefpapa ('een tatertante gevangen in een jongenslijf') helemaal niets hebben en is ook weinig op mama gesteld: 'Geruisloos leven, een groter verlangen kende ze niet. (...) Haar hele karakter was gebouwd op schaamte.'
Toch is De laatste liefde van mijn moeder niet de afrekening geworden die voor de hand lag. In De helaasheid, dat een echt mannenboek is, had de jeugdige verteller geen goed woord over voor 'de loeders van moeders' in het algemeen en de bekrompenheid van zijn moeder in het bijzonder: 'Een studerende gehandicapte bejaarde. Dat moest voor mijn moeder het ultieme zijn, mismaakt te zijn ter waarde van drie cumuleerbare kortingen.' In De laatste liefde van mijn moeder blijkt nu waarom. De zoon voelde zich geschoffeerd omdat de mama zijn machopapa uit haar leven had verwijderd en daarna voor een soft exemplaar koos dat al even kleingeestig was als zijzelf. Toppunt van uitspatting voor Martine en Wannes is een busreis naar het Zwarte Woud. Vergeleken met de titanische drinkgelagen van vader Pierre en nonkel Potrel in De helaasheid is dit inderdaad klein bier.
Hoe puur je uit de beschrijving van een weekje Schwarzwald interessante literatuur? Via de onbevangen Jimmy weet Verhulst in zijn typisch droge humor regelmatig rake oneliners te debiteren die de betere stand-upcomedian waardig zijn: 'Automobilisten praatten over de Boulevard Périphé-rique van Parijs alsof ze die zelf hadden aangelegd.' Maar echt beklijvende scènes, zoals de legendarische Ronde van Frankrijk voor drankorgels in De helaasheid , ontbreken in dit boekje, dat meer de allures en de toon van een gezapige novelle heeft.
Zoals het een novelle betaamt, is er een cruciale gebeurtenis die alles doet kantelen. Dankzij een prille vakantieliefde tussen Jimmy en de iets oudere Héloise botst Jimmy op het geheim van zijn moeder, en besluit hij voortaan koppig zijn eigen weg te gaan. Waar die naartoe leidt, weten de lezers van De helaasheid : naar Reetveerdegem, waar het alle dagen feest is, en vervolgens naar een pleeggezin én een kapotte relatie die ten slotte ook resulteert in een zoon met wie de vader zich geen blijf weet. In de epiloog van De helaa s heid legde Verhulst het masker af en gaf hij toe geen al te beste vader voor zijn zoontje te zijn geweest. Ook in De laatste liefde van mijn moeder schrijft hij een achteraf. Maar deze keer houdt hij het bij een veilige, groteske overdrijvingstruc: Jimmy is ondertussen de gerenommeerde filosoof geworden die hij vroeger schertsend als zijn droomberoep opgaf. En dat is uiteindelijk het minpunt van deze prequel van De helaasheid . Toen wou Verhulst met sardonisch genoegen maar ook met veel liefde het vaderlijke milieu schetsen, waar hij zelf een product van was, zoals hij in de epiloog aangaf. In De laatste liefde van mijn moeder is er nog dat spottende plezier om de haast debiele normaliteit van zijn mama en haar vriend in de verf te zetten, maar de persoonlijke inzet van Verhulst houdt daarmee op. Meer dan wat hoofdschuddend vermaak om zoveel hilarisch proletarische onbenulligheid biedt het boekje uiteindelijk niet.
00/00/0000
'De helaasheid der dingen, daar kan ik er zo nog een paar van kakken. Maar daar heb ik geen zin in', liet Dimitri Verhulst optekenen na zijn monsterhit in 2006. Met Mevrouw Verona daalt de heuvel af en Godverdomse dagen op een godverdomse bol, twee stijlexperimenten, bewees hij dat hij liever zijn grenzen als schrijver wilde verleggen dan te mikken op makkelijk succes. Met De laatste liefde van mijn moeder keert hij nu toch terug naar zijn beproefde succesformule en focust hij op de periode net voor De helaasheid. Zijn moeder, Martine, is pas weg bij haar zuipende echtgenoot en heeft een nieuwe liefde, de wat saaie Wannes. Als die zich het vaderschap van Jimmy, Verhulsts alter ego, wil toe-eigenen, loopt het fout. Het drama speelt zich af wanneer het nieuw samengestelde gezin op vakantie trekt naar het Zwarte Woud. Verhulst beschrijft de gebeurtenissen op reis, maar onderhuids is er voortdurend een spanning aanwezig. Jimmy heeft het duidelijk moeilijk met de nieuwe man van zijn moeder en voor Wannes staat dit kind, dat hem telkens herinnert aan het verleden van zijn lief, zijn geluk in de weg. Allebei maken ze aanspraak op de liefde van Martine en die zit duidelijk gewrongen met de situatie. Wanneer ze echt voor een nieuw begin kiest en zwanger blijkt van Wannes, past Jimmy niet meer in het plaatje. Het vervolg kennen we, dat vertelt De helaasheid.
Verhulst behandelt het broeiende conflict niet expliciet. Hij schetst allerlei kleine taferelen voor en tijdens de trip, en terloops blijkt de echte problematiek. Net zoals in De helaasheid zit onder het grappige oppervlak eigenlijk een dieptragisch verhaal. Wie niet oplet, leest daar overheen, en dan is De laatste liefde van mijn moeder vooral een aaneenschakeling van knotsgekke anekdotes die samen een grappig beeld van de jaren tachtig bieden. Verhulst is immers een meester in het vatten van de couleur locale. Hij schetst de sfeer tijdens het uitje naar het Schwarzwald trefzeker, de gebeurtenissen brengt hij levendig en beeldend op papier en je lachspieren worden veelvuldig geprikkeld. Ronduit hilarisch is bijvoorbeeld de beschrijving van de wijze waarop de reizigers McDonalds ontdekken. Kortom, Verhulsts nieuwe heeft veel weg van De helaasheid. Was dat boek een wrange, maar liefdevolle beschrijving van zijn vader, dan is de nieuwe roman een hard, maar niettemin begripvol portret van zijn moeder.
En toch. De laatste liefde van mijn moeder is net iets minder bijtend en vooral minder knap gecomponeerd. Vooral het einde, waarin de ondertussen beroemde filosoof Jimmy zich opmaakt voor een letterlijk verlossend gesprek (want nadien kan hij gerust sterven) met zijn halfbroer, is niet zo geslaagd. Dit metaficionele trucje ? want wat je net las, ís natuurlijk dat verhaal ? had Verhulst beter gelaten. [Carl De Strycker]
Jos Radstake
De nieuwe roman van Dimitri Verhulst (1972) speelt zich andermaal in uitzichtloze kringen van de Belgische samenleving af. Het eerste gedeelte van het boek verhaalt over een groepsreis naar het Zwarte Woud in de jaren tachtig. Kolderiek en met veel stijlvertoon wordt dit verhaal verteld, waarbij de verteller de draak steekt met de ergste vakantieclichés. Een moeder heeft na haar eerste huwelijk (met een ongeremd zuipende man die haar mishandelde) een nieuwe vriend gevonden, Wannes, een fabrieksarbeider. Tussen hem en het 11-jarige zoontje uit het eerste huwelijk van de moeder, Jimmy, botert het niet. Door de nieuwe relatie heeft Jimmy het gevoel zijn moeder kwijtgeraakt te zijn, nog meer wanneer blijkt dat de moeder zwanger is. Het tweede gedeelte speelt zich meer dan zeventig jaar later af, wanneer de 91-jarige Jimmy, filosoof, een bezoek verwacht van zijn bejaarde halfbroer. Was het eerste deel onderhoudend en komisch, het tweede (korte) deel slaat het boek enigszins uit het lood. Daarbij is het toch de plezierige Vlaamse stijl, met prachtige volzinnen, die hier voor genoegen zorgt. Paperback; normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.