Stikvallei
Frank Westerman
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, cop. 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : WEST |
00/00/0000
Oktober 2005. We profiteren van het mooie herfstweer om vanuit Triëst een dagje naar Lipica te rijden, in vogelvlucht hooguit een kilometer of tien, in tijd minstens een halfuur. Eerst rij je vanuit de drukke binnenstad in steeds langere lussen de hoogvlakte op, dan ga je een paar kilometer rechtdoor tussen twee muurtjes van gestapelde stenen tot je bij de grenspost komt, waar een Sloveense wachter een volle minuut met bestudeerde norsheid de zeven verschillen tussen je gezicht en je pasfoto probeert te ontdekken. Vandaar gaat het weer omlaag, de Karstvallei in, tot aan een van de vele toegangspoorten van de Lipica-stoeterij. Het domein achter die poort lijkt op het eerste gezicht een lusthof: groene golvende weiden, witgeschilderde hekken, eeuwenoude eiken. In dit sprookjesachtige decor werden in 1580 de allerbeste raspaarden uit de vier windstreken samengebracht met één specifiek doel: het fokken van een superpaard, een 'Uebertier', de Habsburgers waardig. Maar die idylle is, zo verzekert een gids ons even later, slechts schijn: de locatie is zorgvuldig uitgekozen, het onherbergzame klimaat en de weerbarstige ondergrond netjes geselecteerd om de paarden te harden. De lipizzaners moesten niet alleen de koningen van de piste, maar ook van de cavalerie worden.
Het is precies dat verstandshuwelijk (en de slaande ruzies) tussen nature en nurture dat Frank Westerman in zijn nieuwe boek onder de loep neemt. Dat huwelijk is lang niet altijd een vanzelfsprekendheid geweest: in de loop van de geschiedenis hebben wetenschappelijke ontdekkingen, pseudowetenschappelijke misvattingen (die soms niets meer en niets minder waren dan ordinair bedrog) en vooral wisselende ideologieën ervoor gezorgd dat de balans naar één kant overhelde. Onder Stalin, en diens huiswetenschapper Lysenko, was men er heilig van overtuigd dat je dieren en gewassen eenvoudig naar je hand kon zetten door ze aan extreme omstandigheden bloot te stellen. Binnen één generatie werd zomertarwe in het kille Siberië omgetoverd in vorstharde wintertarwe. Onder Hitler heerste dan weer de alleenheerschappij van het bloed: voor de nazi's lagen alle belangrijke eigenschappen besloten in onze genen. Toen kolonel Alois Podhajsky, directeur van de Spaanse Rijschool in Wenen, in 1942 in een brief heftig protesteerde tegen het plan van zijn ranggenoot en opperstalmeester Gustav Rau om de lipizzaners van het gure Piber over te brengen naar het mildere Hostau, antwoordde Rau botweg. 'Het is niet bewezen dat het paard het product is van de bodem.' En dan mocht Podhajsky nog van geluk spreken: anderen in zijn geval kregen destijds een proces wegens Joods-bolsjewistische propaganda aan hun broek gesmeerd.
Het Westerman-recept is inmiddels bekend: in Ingenieurs van de ziel onderzocht de voormalige NRC-journalist via een zoutfabriek in de baai van Kara Bogaz de maakbaarheid van de Russische ziel, in El Negro en ik was een opgezette Bosjesman in een museumpje in het Spaanse Banyoles de aanleiding voor een historische speurtocht naar ras, racisme en kolonialisme, in Ararat bleek de heilige berg het uitgelezen
vehikel om zijn overpeinzingen over de grenzen tussen wetenschap en geloof aan op te hangen. Die drie thema's vloeien als het ware samen in Dier, bovendier, dat gebruikmaakt van hetzelfde procedé: als staljongen mocht Westerman ooit de lipizzanerhengst Conversano Primula mee verzorgen en later ook klaarstomen voor een levade in een Hollandse film. Hij is het vertrekpunt voor een dolle rit door de (vooral twintigste-eeuwse) geschiedenis van het edele paardenras en van Europa, met lange zijsprongen naar de waanzin van totalitaire regimes en het kunstmatige onderscheid tussen mens en dier. Wie over een afstand van jaren het werk van Westerman bekijkt, zal alleen maar kunnen vaststellen dat diens boeken samen één boek vormen, een oeuvre in reportagestijl vol interne echo's, vooruitwijzingen, flashbacks en communicerende beschouwingen over mens, natuur en geschiedenis.
Toch lijkt Westerman zijn ambitie ? 'Ik wilde datgene wat de mens in de loop van de geschiedenis aan het paard had toegevoegd losweken, afstropen en tegen het licht houden' ? ditmaal niet helemaal te kunnen waarmaken. Of beter gezegd: hij maakt ze wel waar, maar op een manier die we niet van hem gewoon zijn. Anders dan in zijn voorgaande boeken heeft hij tijdens zijn zoektocht duidelijk niet zulke verrassende ontdekkingen gedaan. Waar je in Ingenieurs van de ziel constant van het ene raadsel naar het andere, van het ene bezoek naar het andere gestuwd werd, is Dier, bovendier minder dwingend, meer 'in de breedte' opgebouwd. Daarvoor duikt Westerman in de eerste plaats de geschiedenis in en gidst hij de lezer langs een hele stoet wetenschappers (die bijna allemaal de epitheta 'miskend' of 'hun tijd ver vooruit' meekrijgen). Dat maakt het boek niet minder lezenswaardig: Westerman verstaat als geen ander de kunst om complexe thema's als eugenetica begrijpelijk en sierlijk te verwoorden zonder ze al te veel te vereenvoudigen. Alleen waar hij de ethische kwestie van rasveredeling bij mensen aanpakt, blijf je soms op je honger zitten: Westerman heeft het lef om pertinente vragen te stellen ('Waarom is rasveredeling bij paarden de normaalste zaak van de wereld, en bij mensen een taboe waar nog steeds de slagschaduw van de nazi's overheen hangt?') en de voorstanders van de menselijke eugenetica aan het woord te laten, maar als het erop aankomt de implicaties van rasveredeling en -verschillen voor de hedendaagse maatschappij door te denken, haakt hij af. Dat neemt niet weg dat ook deze 'andere' Westerman in de literaire non-fictie op eenzame hoogte staat. [Tom De Keyzer]
Drs. A. ten Bruggencate
Het Lippizaner paard is uitgangspunt en rode draad in een ontdekkingstocht naar de geschiedenis van dit bij machthebbers geliefde paard. Deze is verweven met belangrijke historische gebeurtenissen in met name de twintigste eeuw, zoals WO I en II, die hierdoor vanuit een andere kant worden belicht. Aan de hand van voorbeelden van de eeuwenlange rasveredeling van de Lippizaner komen erfelijkheidstheorieën en de bijbehorende discussies aan bod. De speurtocht naar de diverse informatiebronnen heeft een autobiografische aanpak: de auteur vertelt over zijn ontmoetingen met specialisten, put uit zijn persoonlijke herinneringen, beschrijft zijn archief- en beeldmateriaalonderzoek en maakt de lezer hierdoor deelgenoot van zijn ontdekkingen. De schrijfstijl is een mengeling van dialoog, persoonlijke ervaringen en beschrijvingen van historische of wetenschappelijke feiten en is te omschrijven als 'literaire non-fictie'. De hoofdstukken zijn afzonderlijk getiteld. Een inhoudsopgave, een stamboom, getekende kaarten van de transporten van de paarden en een uitgebreide literatuuropgave completeren deze ook voor mensen die niets met paarden hebben boeiende uitgave. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.