België bezet : de bezetting in kleur : het dagelijks leven in België tijdens de Tweede Wereldoorlog, door de ogen van een Duits fotograaf
Fabian Van Samang
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Universitaire Pers, 2010 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 928 SAMA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Universitaire Pers, 2010 |
VOLW. : NON FICTIE : 928 SAMA |
00/00/0000
Een Holocaust met woorden?
Met Doodgewone woorden: de NS-taal en de Shoah ? een herwerking van zijn bekroond doctoraal proefschrift ? gaat historicus Fabian Van Samang na in hoeverre het historisch onderzoek naar de Holocaust verrijkt kan worden met inzichten uit de linguïstiek. Hij laat verstaan dat de impasse waarin hij het hedendaagse Holocaustonderzoek verzeild ziet, doorbroken kan worden indien men de autonome impact van het nationaalsocialistische taalgebruik op het gedrag van de nazi's in rekening brengt. De versteende discussie waarop Van Samang doelt, is het beruchte intentionalisme-functionalismedebat, dat het historisch onderzoek naar de besluitvorming van de Holocaust al sinds eind de jaren zestig in de ban houdt. Intentionalisten voeren de Holocaust rechtstreeks terug op de intenties van Hitler. Volgens hen was de Holocaust het eindpunt van een stapsgewijze, tactisch beredeneerde implementatie van een moorddadig antisemitisch programma, waaraan Hitler sinds de vroege jaren twintig obsessief vasthield. Intentionalistische auteurs zien een rechte lijn tussen Hitlers eerste antisemitische stellingnames en een algemeen vernietigingsbevel dat ze eerder vroeg dan laat situeren. Functionalisten voeren de besluitvorming van de Holocaust niet terug op Hitlers intenties, maar op een functionele eigendynamiek van bureaucratische structuren. Volgens hen was Hitler geen sterke dictator die zijn antisemitisch programma consequent doordrukte, maar eerder een symbolisch leider, die zijn ondergeschikten via antisemitische propaganda trachtte te mobiliseren en persoonlijk nauwelijks bij de totstandkoming van de Holocaust betrokken was. De escalatie van het anti-Joodse beleid was volgens deze lezing niet rechtstreeks op Hitler terug te brengen, maar het eindresultaat van een ongewild en oncontroleerbaar 'cumulatief radicaliseringsproces', waarbij rivaliserende partijbonzen, SS-kopstukken en topbureaucraten, conform het radicale imago dat Hitler zichzelf had aangemeten, steeds draconischer reageerden op de hopeloze demografische probleemsituatie waarin ze de Joden zelf gebracht hadden.
Volgens Van Samang zorgt de zoektocht naar het moment waarop tot totaalexterminatie van de Joden beslist werd (de zogenaamde Grundsatzentscheidung) voor onoplosbare problemen bij zowel intentionalisten als functionalisten. Terwijl intentionalisten niet kunnen uitleggen waarom de nazileiding intern nog gewag maakte van massa-emigratie als voorkeursoplossing, terwijl aan het oostfront de Joden reeds zonder onderscheid werden omgebracht, kunnen functionalisten niet verklaren waarom vooraanstaande nazifunctionarissen al voor de inval in Polen sporadisch op massavernietiging alludeerden. Van Samang van zijn kant probeert het naast elkaar bestaan van relatief gematigde en ronduit moorddadige uitspraken en praktijken te verklaren aan de hand van een zichzelf versterkende dynamiek, teweeggebracht door de bijzondere aard van het antisemitische discours van de nazikopstukken. In zijn analyse van dit discours ? waarvoor hij op indrukwekkende wijze hele bundels toespraken, private notities en opgetekende privégesprekken doorgeworsteld heeft ? komt hij tot een drieledige bevinding. Ten eerste benadrukt hij dat tal van termen die in dit discours terugkwamen zeer sterk afweken van hun gangbare betekenis en connotaties meedroegen die ronduit contradictorisch waren. Het begrip 'Jood' werd bijvoorbeeld door steeds meer en steeds tegenstrijdiger inhouden opgevuld: zo lag hij aan de basis van zowel kapitalisme als marxisme, beoogde hij niet alleen nationale infiltratie maar ook internationale samenzwering en kon hij weliswaar geen staten creëren maar wel voor continue oorlogsdreiging zorgen. Ten tweede droeg de tekst waarin deze genazificeerde begrippen voorkwamen niet bij aan een beter inzicht in hun betekenis. Zulke concepten behielden met andere woorden hun ongrijpbare maar duidelijk negatieve karakter ook in de praktische context waarin ze waren ingebed. En ten derde werd een eenduidige lezing van deze begrippen ook onoverkomelijk bemoeilijkt door de inconsistente invulling die ze kregen in voorafgaande en volgende teksten met antisemitische inslag. De ambiguïteit die hij zowel op lexicaal, discursief als intertekstueel niveau waarneemt, leidde volgens Van Samang tot een ondoorgrondelijke betekenischaos, die hij kernachtig omschrijft als 'semantische entropie'. Vooral de verwarring over de door Hitler voorgestelde oplossing voor de Joodse kwestie springt hem hierbij in het oog. Van bij aanvang tot bijna op het einde wisselde Hitler relatief gematigde discriminerende suggesties af met apocalyptische allusies. Bovendien viel Hitlers publieke en private antisemitische discours aan toenemende desintegratie ten prooi. Hoewel zoiets contra-intuïtief aanvoelt, verloren Hitlers uitspraken geleidelijk aan coherentie, logische opbouw en verklarend potentieel naarmate de Jodenvervolging escaleerde. De Joodse thematiek kwam steeds minder aan bod, verwaterde tot occasionele randbemerkingen, zonder poging tot empirische onderbouw of bredere ideologische inkadering. De steeds sterker wordende 'semantische entropie' rond de Endlösung had volgens Van Samang zeer verregaande implicaties, die tot op heden onvoldoende naar waarde worden geschat. De multi-interpretabele vertoogvorm van Hitler en andere nazikopstukken stond toehoorders en lezers toe om de ontvangen antisemitische boodschap naar eigen goeddunken in te vullen. De structurele vaagheid bood immers de mogelijkheid om de potentiële ernst van de situatie te ontkennen, zich precies bevestigd te voelen in z'n eigen radicale standpunten of een houding aan te nemen die daar tussenin lag. Een geleidelijke ideologische ontgrenzing die ultiem in ongeziene massamoord escaleerde, was hiervan volgens Van Samang het logische gevolg. Rabiate antisemieten voelden zich aangespoord tot drastische initiatieven die, door interactie met gelijkgestemden op verschillende institutionele niveaus, uiteindelijk tot een genocidaal programma zouden uitgroeien. Van Samang acht zich met zijn theorie wel in staat om de ogenschijnlijke ongerijmdheden in de genese van de Holocaust te verklaren. Afhankelijk van de interpretatie die bij betrokkenen de voorkeur wegdroeg, ontstond een hele waaier aan initiatieven, die, zelfs binnen eenzelfde instelling, geruime tijd naast elkaar konden bestaan en aanleiding gaven tot een 'Shoah met verschillende snelheden'. Voor Van Samang staat het buiten kijf dat de betekenischaos van het nazidiscours doorslaggevend was voor de totstandkoming van de Holocaust: het bijzondere karakter van de gehanteerde naziterminologie fungeerde als voornaamste motor van het escalatieproces. Hiermee bepleit hij een alternatieve functionalistische benadering, waarbij er van een echte Grundsatzentscheidung geen sprake is, de rol van Hitler zich beperkt tot onwillekeurig facilitator en de moorddadige impulsen van onderuit opborrelen, niet als ad-hocoplossingen voor een concrete demografische impasse maar als spontane initiatieven op zeer voluntaristisch geïnterpreteerde uitspraken van de nazitop.
Van Samangs these is origineel en klinkt zeer interessant, maar blijkt bij nader inzien onhoudbaar. De hoofdreden hiervoor is dat hij vertrekt van een achterhaalde probleemstelling. Zoals blijkt uit zijn herhaalde verwijzingen naar intentionalisten en functionalisten van het eerste uur, is hij niet op de hoogte van recente evoluties in het intentionalisme-functionalismedebat. De eerder geschetste, decennialang gestagneerde polemiek is sinds het eind van de jaren tachtig geëvolueerd in een voor alle partijen aanvaardbare tussenpositie. De onverklaarbare aspecten van de Holocaustbesluitvorming, waarop Van Samang zich beroept om een linguïstische passe-partout uit de hoed te toveren, zijn inmiddels van de baan. Hedendaagse Holocaustexperten zoals Longerich, Friedländer, Kershaw en Herbert benadrukken dat de Holocaust het resultaat was van een dialectisch besluitvormingsproces, dat slechts voor een deel strookt met het bottom-upmodel van Van Samang. Hitlers aansturende rol beperkte zich tot propagandistische agitatie en indirecte signalen in beperkte kring, waarna locale functionarissen het initiatief namen om hem intuïtief tegemoet te werken. Op basis van deze initiatieven of uit eigen beweging formuleerde Himmler vervolgens een algemeen voorstel, dat hij ter goedkeuring aan Hitler voorlegde. Indien deze zich akkoord verklaarde, werden richtlijnen uitgewerkt, die soms zeer concreet waren maar vaker speelruimte lieten aan de lokale autoriteiten om naar eigen goeddunken maatregelen te nemen. Hierdoor kwam er tussen Himmler en de lokale bestuursniveaus een dynamische interactie op gang die een wederzijdse radicalisering veroorzaakte. Deze radicalisering ontketende echter geen ongecontroleerde escalatie, maar bleef steeds binnen de grenzen van wat Hitler toelaatbaar of wenselijk achtte. Binnen de dialectische totstandkoming van de Holocaust vallen er vijf fases te onderscheiden: agressief aangemoedigde emigratie op individuele basis, geplande totaaldeportatie, exterminatie van de Russische Joden (erste Grundsatzentscheidung) en exterminatie van de andere Europese Joden (zweite Grundsatzentscheidung), met een temporeel onderscheid tussen Poolse en niet-Poolse Joden. Dat nazifunctionarissen zich in oktober 41 genocidaal uitlieten over de Russische Joden en gematigder over de niet-Russische Joden, is niet te wijten aan een inherente 'semantische entropie', maar aan het feit dat de exterminatie van de niet-Russische Joden op dat moment gewoon nog niet aan de orde was. Ook de bewering dat de naziterminologie de intenties vorm gaf, eerder dan ze te weerspiegelen, is een ongepermitteerde overdrijving. Toch was de semantische openheid van de nazipropaganda en Hitlers opgetekende privécommunicatie van cruciaal belang, niet omdat ze een allesverklarende eigendynamiek in gang zette, maar omdat ze niet-betrokkenen de kans bood zichzelf te overtuigen dat er niets fundamenteels fout aan de hand was, de nazitop voor kritiek en zelfs zelfkritiek kon sparen en op lagere niveaus voorstellen kon genereren die op het hoogste echelon al dan niet konden worden weerhouden. Het is Van Samangs grote verdienste dat hij de nadruk legt op de chronisch onderbelichte maar vitale psychologische en programmatorische impact van het nazidiscours op de Holocaust, maar als rigide functionalistische totaalverklaring vertoont zijn originele aanpak ernstige tekortkomingen. [Kristof Van Assche]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.