Kandinsky en Der Blaue Reiter
Helmut Friedel (Auteur), Doede Hardeman (Auteur), Annegret Hoberg (Auteur), Franz-W. Kaiser (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Ludion, 2010 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 735.8 KAND XXL |
Besprekingen
31/12/2010
In het Gemeentemuseum Den Haag was in het voorjaar 2010 een ruim overzicht te zien van het werk van de Duitse kunstenaarskring Der Blaue Reiter. De uitgeweken Rus Wassily Kandinsky en de Duitser Franz Marc waren de leidende figuren. Ze organiseerden gezamenlijk tentoonstellingen in 1911 en 1912 en gaven in dat laatste jaar de vermaarde almanak Der Blaue Reiter uit. Ze propageerden een kunst die loskomt van de figuratieve weergave en geboren wordt uit 'innerlijke noodzaak'. Hun eigen productie is behoorlijk pluralistisch. Kandinsky liet zich zowel inspireren door de Russische volkskunst als door de muziek van Schönberg. Hij ontwikkelde zich door vereenvoudiging van de vorm en intensivering van de kleur geleidelijk tot een lyrisch abstract schilder. Franz Marc schilderde vergeestelijkte diervoorstellingen, Gabriele Münter en Alex von Jawlensky kleurrijke en intense landschappen en portretten. Het tekstgedeelte van de mooie catalogus belicht het ontstaan en de activiteiten van de hoofdrolspelers en de groep in het kader van het kunstcentrum dat München toen (meer dan Berlijn) was. De aantrekkingskracht van de stad omstreeks de eeuwwisseling wordt duidelijk toegelicht, waarbij de rol van de door Kandinsky in 1901 opgerichte tentoonstellingsvereniging Phalanx (met bijbehorende school) en de latere Neue Künstlervereinigung München als voorlopers van Der Blaue Reiter goed uit de verf komt. Het invloedrijke verblijf van het koppel Kandinsky en Münter op het platteland in Mürnau en de Almanak worden in woord en beeld geïllustreerd, onder meer met oude foto's van het schilderen in openlucht, ontmoetingen, interieurs en, vooral interessant, zaalgezichten van de eerste tentoonstelling van Der Blaue Reiter in 1911-1912. De Almanak zelf en Kandinsky's bundel Klänge, waarin hij eigen gedichten en kleurenhoutsneden verenigde, worden uitgebreid maar helaas te klein afgebeeld. De aandacht in het tekstgedeelte gaat overigens meer naar biografische gegevens dan naar de artistieke ontwikkeling. Kandinsky's werk was via Herbert Walden van Der Sturm al vroeg in Nederland te zien, waarbij opmerkelijk genoeg de vroege figuratieve landschappen en de late abstracte werken niet chronologisch, maar door elkaar werden getoond. Een bijdrage beschrijft de organisatie en de ontvangst van deze tentoonstellingen. Franz W. Kaiser vergelijkt in de enige echt op het werk zelf gerichte bijdrage Kandinsky en Mondriaan, herhaalt (volledig overbodig) de ontstaansgeschiedenis van en de contacten van Der Blaue Reiter en reconstrueert de theorie van de abstracte kunst in wording. Enigszins speculatief koppelt hij de standpunten uit Kandinsky's Über das Geistige in der Kunst aan de opvattingen van de kunsthistoricus Wilhelm Worringer in Abstraktion und Einfühlung. Zijn sprong van Kandinsky naar Marcel Duchamp op grond van de 'Verdinglichung' is geforceerd.
Het eigenlijke catalogusgedeelte opent met een mooi geïllustreerde uitvouwbare tijdbalk en stelt vervolgens, telkens met een twaalftal werken, de afzonderlijke kunstenaars voor. Kandinsky is met 37 (bijna) paginagrote reproducties vertegenwoordigd, die een uitstekend beeld geven van zijn ontwikkeling. Van Franz Marc worden ook enkele minder bekende bronzen beeldjes van respectievelijk een panter en paarden getoond, waarin je de soepele lijnvoering van zijn latere dierschilderijen al kunt herkennen. Het felle werk van Gabriele Münter, de zachte kleurvlakken van August Macke, het nog steeds onderschatte, droomachtige oeuvre van Heinrich Campendonk en de portretten als mokerslagen van Alexej von Jawlensky ronden dit overzicht af. Met minder werk (in de twee betekenissen) zijn er nog Marianne von Werefkin en de in vergelijking met Der Blaue Reiter toch vaak decoratieve Paul Klee. De overweldigende esthetische ervaring die onverminderd van Kandinsky's werk en dat van zijn medestanders uitgaat, had in de teksten van deze catalogus beter mogen worden geanalyseerd. Gelukkig stimuleert de voortreffelijke kwaliteit van de reproducties volop om er (opnieuw) kennis mee te maken. [Erik de Smedt]
J. Dekkers
Het Haags Gemeentemuseum wijdde in de lente van 2010 een grote expositie aan Kandinsky en de expressionistische kunstenaarsgroep Der Blaue Reiter, opgericht in München in 1911. De oprichters waren ontevreden met de conservatieve kunstopleidingen. Oprichters waren de Russen Wassily Kandinsky en Alexej von Jawlensky en de Duitsers August Macke en Franz Marc. Betrokken bij de groep waren verder de Duitse Gabriele Münter, de Duitser Heinrich Campendonk, de Russisch-Zwitserse Marianne von Werefkin en de Zwitser Paul Klee. De innerlijke noodzaak (emotie) was de drijfveer in deze kunststroming en thema’s waren techniek, natuur, de dieren- en kinderwereld. Het resultaat waren kleurrijke schilderijen, vol beweging, in meer of mindere mate abstract. In de catalogus is o.a. een hoofstuk opgenomen over de ontvangst van deze kunst in Nederland en een bijdrage over de betekenis van de abstracte kunst (Kandinsky versus Mondriaan). Met goede reproducties van de werken en korte biografieën van de leden, en veel sfeervolle zwart-witfoto’s uit de periode.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.