Een slagerszoon met een brilletje
Tom Lanoye
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Prometheus, 2022 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : LANO |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Prometheus, 2022 |
VOLWASSENEN : ROMANS : LANO |
3 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Prometheus, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : LANO |
Magazijn |
Prometheus, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 3910 |
Magazijn |
Prometheus, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 8779 |
Evita Bonné
te/ep/29 s
"Ze zou heel wat aan te merken hebben op het boek. Het wordt soms heel intiem. Maar ik zou haar zeggen: zonder pijn geen zijn." Tom Lanoye moest de afgelopen jaren afscheid nemen van beide ouders. Josée Verbeke, amateuractrice en moeder van een schrijver, werd de spraak voorgoed ontnomen door een kleine bloedklonter. Een proces van meedogenloze aftakeling zette zich in en eindigde enkele jaren later in de dood. Vorig jaar ging Lanoyes vader op 88-jarige leeftijd zijn vrouw en muze achterna. Een boek over dat monument van een moeder en actrice drong zich op. "Enerzijds wilde ik wegkruipen. Aan de andere kant wilde ik grote literatuur maken. Het gaat tenslotte om de hommage aan je moeder. Ik moest naakt gaan, en zowel de mooie als wrede scènes zonder verbloeming neerschrijven."
"De wreedste scène is het moment dat ik mijn moeder door enkele ambulanciers moest laten wegvoeren uit haar geliefde flatje. Ze was zo agressief en onhandelbaar geworden dat me geen andere keuze werd gelaten. Ze uitte haar woede op mijn vader. Dat terwijl hij mijn moeder zijn hele leven lang heeft verafgood. Hij was haar man, maatje en fanclub, en van die fanclub was hij de voorzitter, de penningmeester en de secretaris tegelijk. Het was ondraaglijk om zien: mijn lieve vader die zij naar de nek greep en probeerde te wurgen. Maar het was geen uitdrukking van haat, het vormde simpelweg een onderdeel van wat zo'n beroerte met een mens kan doen."
Hoe breekbaar die sterke vrouw kon zijn, blijkt al eerder in het boek, namelijk bij de dood van Toms broer na een verkeersongeval. Kort zocht ze heil in verdovende middelen. "Ze kon haar verdriet aanvankelijk geen vorm geven. Later vond ze rust in een zeker spiritualisme. Iets wat ik als ongelovige niet kon begrijpen, maar wel begrip voor toonde."
Uit de kast
Sprakeloos gaat ook het eerste gesprek met zijn ouders over zijn homoseksualiteit niet uit de weg. "Ik heb lang gewacht met uit de kast te komen tegenover haar, door dat grote verdriet om mijn broer. Ik wist dat ik een moedermoord ging plegen. Hoe moest ze als ouder reageren? Ze had in die tijd nog geen voorbeeld. Haar aanvankelijke furie ging niet zozeer om afkeer dan om angst: wat ging mij overkomen? Hoe ging ons gezin behandeld worden? Ze voelde zich ook bedot: als ik het haar als tiener had verteld, had ze me misschien nog kunnen herkneden." (lacht)
"Zo'n 'coming out-gesprek' is een belangrijk gegeven in je leven. Maar het is eveneens zo'n irrelevant iets als je er naar terugblikt tijdens die laatste momenten met je moeder waarin je haar naar de wc draagt en ververst. Ze had me gezegd dat haar iets dergelijks niet mocht overkomen. "Vergiftig mij, wurg mij, schiet mij neer", heeft ze me verzocht. Ik heb het niet gedaan. Ik was machteloos. Ik wilde het zo graag doen voor haar, maar ik wist niet hoe. Drie maanden te laat heb ik eindelijk gevraagd haar te laten gaan. Hoe onbelangrijk is seks naast zo'n laatste schermutseling?"
Ondanks de rouw die van de pagina's spat, probeert Lanoye even energiek als altijd een antwoord te formuleren op zwartgalligheid. "Twee belangrijke vragen dringen zich tijdens het ouder worden op: Hoe raak ik niet verbitterd? Des te heftiger en intenser leven is mijn antwoord op hoe ondankbaar het bestaan kan zijn. En hoe kan ik op een correcte manier sterven? Er kan tegenwoordig zoveel meer in de geneeskunde, maar we moeten op onze hoede zijn want daarin schuilt net ook iets pervers. De farmaceutische industrie ziet geld in het in leven houden van mensen. Ik begrijp de omzichtigheid als het om levensbeëindiging gaat, maar laten we dat element van geldklopperij niet uit de discussie laten. Anders laten we mensen in de steek."
De fermette-Vlaming
Zoals we van Lanoye gewoon zijn, schuilt in de terugkeer naar zijn jeugd in Sint-Niklaas ook een politiek laagje. "Ondanks de roep naar een terugkeer naar de jaren vijftig is het gedaan met dat soort Vlaanderen. Er is een nieuwe soort Vlaming opgestaan: de fermette-Vlaming. Die gaat studeren in de stad, zoekt er een lief en woont er een paar jaar op een loft. Als aan kinderen wordt begonnen, zet de terugkeer naar het Vlaamse platteland met hacienda en 4x4 zich in. Ik betreur die omheinde maatschappij zonder hekken. Investeer in de stad. De nestwarmte die de verzuiling en Vlaamse kleinschaligheid ooit inhield, is toch onomkeerbaar weg. Tijd om een nieuw Vlaanderen te bouwen."
Nelly Maes
rt/aa/26 m
Dat net zij haar spraak verloor, vond ik een sarcastische speling van het lot.
In het werk van Tom Lanoye neemt dit boek een bijzondere plaats in. Zelf vraagt hij zich af: is het een roman of geen roman? Voor mij is het een meesterwerk en ik hoop dat de jury van de Gouden Uil er ook zo over denkt. Tom is een auteur die weet hoe je een roman schrijft. Maar dit boek is niet volgens de regels geschreven. Het is een verhaal en geen verhaal. Het is een afscheid en een geboorte, 'iets dat minstens poogt haar te bewaren'. 'Haar' is zijn moeder, Josée Verbeke, gevierde amateuractrice, slagersvrouw van de Antwerpse Steenweg in Sint-Niklaas, trotse moeder van een merkwaardig kroost.
Zo heb ik haar gekend. Ik ontmoette haar voor het eerst tijdens de toneelrepetities van de Katholieke Gilde, een van de amateurgezelschappen van de stad, waarvoor Jo Daems gevraagd was als regisseur. We speelden Een inspecteur voor u en Josée speelde de gastvrouw en tevens mijn moeder...
Het stuk begon met haar openingszin: 'Breng ons de port, Edna!' Een vrouw van de wereld die minzaamheid en autoriteit uitstraalde in een wereld van schone schijn. Later waren we zussen in Sloep zonder visser, sterke vrouwen die de klappen van het leven incasseerden.
We repeteerden in het zaaltje boven café Het Wiel en bij pot en pint werd gepraat over het leven, de kinderen, het theater. Haar man, Roger, door haar steevast Rogeeke genoemd, was haar onafscheidelijke metgezel. Josée was goedlachs, gaf wijze raad ten beste en stoefte over haar kinderen. Naarmate de politiek en mijn eigen kinderen meer en meer tijd opeisten, moest ik het toneelspelen opgeven. Josée ging door en werd een gevierde actrice bij Sint-Genesius. Ik heb haar vaak op de planken gezien, heel mooi in De kersentuin. Ik ontmoette haar ook geregeld bij schouwburgbezoek. Ze bleef me steeds Nellyke noemen, hoewel ik een hoofd groter was dan zij. Toen kwam de dood van haar zoon Guy, een slag die ze slechts moeizaam te boven kwam. Ik herinner me haar verhaal over de séances waaruit zij zoveel troost putte.
Dat net zij door een beroerte haar spraak moest verliezen, vond ik een sarcastische speling van het lot. Ik was erbij op haar uitvaart, waar Tom een rede hield die ons deed lachen en huilen tegelijk.
Zielsverwanten
Net zoals dit boek, Sprakeloos. Het is niet alleen het verhaal van zijn moeder, het is ook het verhaal van het verhaal. Voor hem moest het er komen, maar het was niet duidelijk waarom en nog minder wanneer. Moest het een hommage worden? Voor zijn vader wel. 'Hij rekende op mij voor niets minder dan een reïncarnatie. Zij had mij gebaard. Ik moest nu hetzelfde doen met haar.' Maar de manier waarop zijn vader omging met de herinnering - een soort verering - was niet de zijne. Voor hem was schrijven ook afscheid nemen. 'Schrijven is verdrijven.' Ondanks probeersels, ondanks aandringen van de vader, het boek kwam er niet. 'Dit boek dat zich niet wilde laten schrijven zolang de vader in leven was.' Josée en Roger leefden zo intens verbonden. Tom was de zielsverwante zoon van Josée, de theaterman die zich mateloos kon ergeren aan haar overacting, maar die ook in zichzelf erkende.
Het boek mocht 'geen bellettrie' worden en dat is het ook niet. Het heeft grote literaire kwaliteiten, het is beeldend, meeslepend geschreven, in een stortvloed van woorden. Bij het lezen hoor je soms de acteur die een theatertekst voordraagt. Tegelijkertijd is het een document humain, zo kwetsbaar, zo eerlijk en ontdaan van alle franjes dat het je mateloos ontroert.
Schoonheid en perfectie
De moeder is de diva, die altijd de schone schijn tracht op te houden, maar ook onverbiddelijk strijd levert voor schoonheid en perfectie, om dan zelf sprakeloos, maar in woedend verzet de aftakeling te ondergaan. De geduldige vader heeft alles over voor zijn gezin, 'geen man om tegen te vechten', 'de kwajongen van veertien die hij heel zijn leven is gebleven'.
Die toch de sterkste moest zijn als het eropaan kwam, om zijn vrouw een plezier te doen. De zoon, die een onsterfelijk gedicht wil schrijven en tegelijk een sec relaas, scènes en taferelen, 'het leven zoals het is', met zijn arbeidsethos, 'een neurose die ik haatte en terugvind in mijzelf'. En we krijgen ze volop: de scènes uit het buurtleven van Sint-Niklaas, de ballons die opstijgen op de Grote Markt, de volksfiguren, het drama van de kunstzinnige zus die dementeert, de lamentaties van de moeder, de geestige dialogen, drama en humor; de relatie van de zoon die zich verzet tegen de moeder, dan toch doet wat zij vraagt, uiteindelijk zijn weg gaat zoals zij hem heeft geleerd en vol deernis en schuldgevoelens zijn demente moeder bezoekt; de schildering van het kleinburgerlijke milieu, de kleine stad, de benepen en kraakpropere woning, de zalvende pastoorspraat; de aangrijpende geschiedenis van de aftakeling van de moeder, de machteloosheid van de echtgenoot en de kinderen, de pogingen tot revalidatie en de terugval, telkens weer; het weten dat zij wilde gaan en dat het nog twee jaar moest duren vooraleer haar dit werd gegund.
Tien
Dit alles wordt beschreven in dat unieke idioom van Lanoye. 'Zo is ons woord, zo is ons vlees, breeduit, we zullen daarmee moeten leren leven'.
Lanoye verdedigt zijn overdadige schrijfstijl: 'Als er tien termen bestaan voor één en hetzelfde verschijnsel, waarom zou uitgerekend iemand als ik er dan slechts eentje gebruiken in plaats van al die tien?' Na Sprakeloos kunnen we niet anders dan hem gelijk geven. Na het 'oorverdovend zwijgen' van de moeder heeft Tom Lanoye de stilte overwonnen met zijn stem.
Mark Cloostermans
rt/aa/26 m
Josée Lanoye-Verbeke is geen vredig levenseinde gegund. Na een beroerte kan ze alleen nog wartaal, 'hellespraak', uitstoten. Haar greep op de realiteit is zwak en ze heeft woedeaanvallen. In Sprakeloos beschrijft zoon Lanoye de Werdegang van zijn moeder, als één lange aanklacht tegen lichamelijke aftakeling: 'haar ongelijke strijd. Haar lot, en in haar lot: dat van iedereen'. De weldadige exuberantie van zijn taal is Lanoyes revanche op de beroerte die zijn moeder haar taal kostte.
Ergens in Sprakeloos verontschuldigt de auteur, de 'erkend klantvriendelijke letterboer', zich bij zijn lezers. Dit is geen klassieke roman, zegt hij, 'omdat hij een deugdelijke kop mankeert, een schone krulstaart en een ordentelijk middenstuk, laat staan dat hij bij wijze van darmstelsel een fatsoenlijk samenhangend verhaal bevat'. En ja, Sprakeloos is een Lanoye hors catégorie. Veel meer dan de ambitieuze Monstertrilogie of de hemelbestormende bewerkingen van klassieke theaterteksten, is dit een warmbloedig project met een heftig pompend hart. Dit is de autobiografische familieroman die Lanoye tien jaar geleden niet had kunnen schrijven. Niet alleen omdat 'het materiaal' zich toen nog niet had aangediend, maar ook omdat zijn stilistische kunnen én durf toen nog niet zo ontwikkeld waren.
Overigens klopt het niet, dat citaat. Sprakeloos heeft wèl een 'fatsoenlijk samenhangend verhaal', gevat in een doordachte structuur, met drie lange hoofdstukken, één voor elke hoofdfiguur: de vader, de moeder en de zoon. De over elkaar heen buitelende herinneringen worden in toom gehouden door feilloos associatiewerk. Sprakeloos is droevige jazz op papier.
Lanoye is de gedoodverfde winnaar, maar is dat positief? De auteur draagt een Humo-stempel en in de Uil-jury zitten dit jaar buitenproportioneel veel Humo-mensen. Als zij zich daar iets van aantrekken, kiezen ze misschien beter niet voor Lanoye (of voor die andere Humo-naam, Arnon Grunberg). Als zij er zich niets van aantrekken en Lanoye de Uil geven, zal het literaire wereldje de waarde daarvan in twijfel trekken. Voor Lanoye zou het beter zijn als hij de Uil niet, en de Libris wel wint.
TOM LANOYE
Sprakeloos.
Prometheus, 360 blz., 19,95 euro.
ob/kt/02 o
Boeken over aftakeling en dood zijn meestal tranerig of op zoek naar zingeving. Niets van dat in Sprakeloos, het moederboek van Tom Lanoye. Het zindert van liefde en bewondering, maar lilt ook als rauw vlees. Lanoye lapt hier vierkant regel nummer één bij het autobiografisch schrijven aan zijn laars: verwerk voor je vertelt. Niks heeft hij verteerd, deze taalorgie kolkt van woede, onmacht, pijn. Zo naakt stond Tom Lanoye nog nooit voor zijn lezer. Bij een mindere schrijver zou dat gênant worden, bij Lanoye levert het een indringend en onvergetelijk boek op.
Makkelijk verteerbaar is het niet. Wie het werk van Lanoye vooral waardeert vanwege het entertainmentgehalte, komt hier bedrogen uit. Zeker, er zit een flinke dosis humor in. Met sardonisch genoegen beschrijft Lanoye zijn familie in haar biotoop. Het Waasland lijkt een freakshow, waarin het gros van de spelers stompzinnig aan zijn einde komt. Ook binnen de schoot van de familie gedijt het tragikomische goed. Al die verhalen dienen één doel: ze tekenen de flamboyantie van moeder Lanoye, begenadigd amateuractrice en slagersvrouw van stand, waardoor het onrecht van haar afasie zich op zijn scherpst aftekent.
Lanoye wreekt dat onrecht. Het boek heeft de los-vaste structuur van een jazzstuk, met veel ruimte voor uitweiding, en een paar thema's die het bijeenhouden. Dit boek mocht vooral niet lijken op een roman met een plot en personages, omdat de waarheid chaotischer is dan dat. Dus betrekt Lanoye de lezer bij zijn twijfels als schrijver, terwijl hij hem meesleurt in een bad van taal. Leg Sprakeloos naast Kartonnen dozen, dat toch ook nog altijd staat als een huis, en het springt nog meer in het oog dat Lanoye een schrijver op het toppunt van zijn kunnen is. In Sprakeloos gebruikt hij de hele gereedschapskist die hij als theaterschrijver, columnist en zoon van een drama queen opgebouwd heeft, om een monument voor zijn moeder op te richten - tekortkomingen incluis. Het is een meer dan waardig afscheid van een diva. Met dit boek heeft Lanoye zich definitief een plaats verworven in de galerij der groten. (eb)
TOM LANOYE
Sprakeloos.
Prometheus, 360 blz., 19,95 euro.
Evita Bonné
te/ep/30 s
"Ze zou heel wat aan te merken hebben op het boek. Het wordt soms heel intiem. Maar ik zou haar zeggen: zonder pijn geen zijn." Tom Lanoye moest de afgelopen jaren afscheid nemen van beide ouders. Josée Verbeke, amateuractrice en moeder van een schrijver, werd de spraak voorgoed ontnomen door een kleine bloedklonter. Een proces van meedogenloze aftakeling zette zich in en eindigde enkele jaren later in de dood. Vorig jaar ging Lanoyes vader op 88-jarige leeftijd zijn vrouw en muze achterna. Een boek over dat monument van een moeder en actrice drong zich op. "Ik moest naakt gaan, en zowel de mooie als wrede scènes zonder verbloeming neerschrijven", zegt Lanoye.
Agressief
"De wreedste scène is het moment dat ik mijn moeder door enkele ambulanciers moest laten wegvoeren uit haar geliefde flatje. Ze was zo agressief en onhandelbaar geworden dat me geen andere keuze werd gelaten. Ze uitte haar woede op mijn vader. Dat terwijl hij mijn moeder zijn hele leven lang heeft verafgood. Maar het was geen uitdrukking van haat, het vormde simpelweg een onderdeel van wat zo'n beroerte met een mens kan doen."
Hoe breekbaar die sterke vrouw kon zijn, blijkt al eerder in het boek, namelijk bij de dood van Toms broer na een verkeersongeval. Kort zocht ze heil in verdovende middelen. "Ze kon haar verdriet aanvankelijk geen vorm geven. Later vond ze rust in een zeker spiritualisme. Iets wat ik als ongelovige niet kon begrijpen, maar wel begrip voor toonde."
Uit de kast
'Sprakeloos' gaat ook het eerste gesprek met zijn ouders over zijn homoseksualiteit niet uit de weg. "Ik heb lang gewacht met uit de kast te komen tegenover haar, door dat grote verdriet om mijn broer. Ik wist dat ik een moedermoord ging plegen. Haar aanvankelijke furie ging niet zozeer om afkeer dan om angst: wat ging mij overkomen? Hoe ging ons gezin behandeld worden? Ze voelde zich ook bedot: als ik het haar als tiener had verteld, had ze me misschien nog kunnen herkneden." (lacht)
"Zo'n 'coming out-gesprek' is een belangrijk gegeven in je leven. Maar het is eveneens zo'n irrelevant iets als je er naar terugblikt tijdens die laatste momenten met je moeder waarin je haar naar de wc draagt en ververst. Ze had me gezegd dat haar iets dergelijks niet mocht overkomen. "Vergiftig mij, wurg mij, schiet mij neer", heeft ze me verzocht. Ik heb het niet gedaan. Ik was machteloos. Ik wilde het zo graag doen voor haar, maar ik wist niet hoe. Drie maanden te laat heb ik eindelijk gevraagd haar te laten gaan. Hoe onbelangrijk is seks naast zo'n laatste schermutseling?"
Ondanks de rouw die van de pagina's spat, probeert Lanoye even energiek als altijd een antwoord te formuleren op zwartgalligheid. "Twee belangrijke vragen dringen zich tijdens het ouder worden op: Hoe raak ik niet verbitterd? Des te heftiger en intenser leven is mijn antwoord op hoe ondankbaar het bestaan kan zijn. En hoe kan ik op een correcte manier sterven? Er kan tegenwoordig zoveel meer in de geneeskunde, maar we moeten op onze hoede zijn. De farmaceutische industrie ziet geld in het in leven houden van mensen. Ik begrijp de omzichtigheid als het om levensbeëindiging gaat, maar laten we dat element van geldklopperij niet uit de discussie laten. Anders laten we mensen in de steek.
ob/kt/31 o
Wat wilde u vertellen?
'Door een beroerte verloor mijn moeder haar spraakvermogen en ik raak daardoor als zoon, schrijver en mens mijn houvast in het leven kwijt. De schok die dat bij mij teweeg heeft gebracht, wilde ik in dit boek stoppen. Sprakeloos vormt meteen ook de volledige afsluiting van mijn jeugd.'
Hoe lang heeft u aan deze roman geschreven?
'Een tweetal jaar in totaal. Alles wat ik het eerste jaar schreef, heb ik weggegooid. Toen mijn vader stierf, werd het me duidelijk dat ik helemaal opnieuw moest beginnen. Aan het boek zoals dat er nu ligt, heb ik nog eens een vol jaar gewerkt.'
Waar is het boek geschreven?
'Deels in Kaapstad, deels in Antwerpen. Ik heb op beide plaatsen een aparte schrijfplek waar ik normaal gesproken werk. Per hoge uitzondering heb ik de laatste drie bladzijden van Sprakeloos geschreven op de TGV richting Avignon.'
Hoe ziet uw schrijfdag eruit?
'Ik ga behoorlijk gedisciplineerd te werk. 's Morgens werk ik mijn correspondentie af en na de middag schrijf ik tot ik moe ben. Ik ben een projectenbeest. Als zo'n boekproject op kruissnelheid komt, werk ik, zeker naar het einde toe, zeven dagen op zeven. Ik doe dan niets anders meer dan schrijven, op wat sporten of tv kijken na, maar dan alleen omdat ik weet dat ik me ook een beetje moét ontspannen. Op bepaalde momenten gaat schrijven op een soort trance lijken.'
Wie heeft de cover bedacht?
'Mijn vaste ontwerper Gert Dooreman en ik samen. De foto van mijn moeder heb ik gekozen. Ik wou absoluut die specifieke foto, waarop mijn moeder als actrice staat. Hij moest zo klein zijn om mensen te verplichten er heel aandachtig naar te kijken.'
jdr
ob/kt/01 o
'Moeder verloor niet alleen haar spraak, ze werd ook agressief tegen mijn vader. Bij haar eerste beroerte vloog ze hem letterlijk naar de strot'
Tom Lanoye
Tom Lanoye (51) laat het woord verschillende keren vallen tijdens ons gesprek in zijn Antwerpse loft: gêne. 'Natuurlijk heb ik me afgevraagd of ik dit boek wel kon schrijven. Ik gooi de aftakeling van mijn moeder te grabbel, die welbespraakte slagersvrouw en tegelijk bevlogen amateur-actrice die door een beroerte werd geraakt in wat haar het meest dierbaar was: haar spraak. Je gaat niet zomaar even zitten om te vertellen over de vol gescheten luier van je moeder. Ik heb daar mee geworsteld en ik wou dat mijn schroom ook van dit boek af zou druipen. Dat de lezer zich mee ongemakkelijk voelt, niet alleen omdat we naar de pijnlijke neergang van mijn moeder kijken maar ook omdat mijn waarschuwing luid weerklinkt. Komaan, je moet al een hersenloze hond zijn om niet aan je eigen vergankelijkheid te denken als je dit leest. Dit boek roept vragen op over het waarom van leven en lijden, waarbij ik dat laatste compleet zinloos acht.'
Tegelijk gebruik je het verhaal van je moeder ook om over jezelf te vertellen. Dan denk ik aan de passage over je outing als homo.
Tom Lanoye: 'Je zegt het: als schrijver gebruik ik mijn ouders. Wie een hart in zijn lijf heeft, voelt toch hoe erg het is om dat te moeten zeggen. Ik mag alleen hopen dat ik hen niet heb misbruikt en dat ik het best mogelijke boek heb geschreven om hen eer te bewijzen. Daarom moest het ook de anekdote overstijgen en over zoveel meer gaan. Ja, ook over mij. Ook over dat theatrale telefoongesprek met mijn moeder (over zijn homoseksualiteit, nvdr.) dat een van onze grote confrontaties was. Ik was toen 27 maar al jaren voordien had ik me voorgenomen hen te vertellen dat de vriendinnen die ik wel eens had niet écht verloofdes waren. Maar net toen ik me er klaar voor vond, verongelukte eind 1980 mijn broer. Guy knalde met zijn Honda tegen een boom. Mijn moeder was kapot van verdriet en toen kwam het er natuurlijk niet van.'
Uiteindelijk gebruikte je een spiritistisch medium om je homoseksualiteit bij je ouders aan te kaarten.
'In de veldslag van het gezin mag je alles en iedereen inzetten, toch? (lacht) Dat mijn moeder, die nuchtere aardse vrouw, te rade ging bij een medium in de hoop contact te leggen met haar dode zoon verraadt hoe verschrikkelijk het was voor zo'n moederbeest om een kind te verliezen. Had ik geweten dat ik er een moest verliezen, dan had ik nooit kinderen gewild. Dat zei ze veel jaren later tegen mij, de zoon op wie ze trots was en die ze door dik en dun verdedigde.'
'Bij mijn tweede, lang uitgestelde poging me te outen, vroeg ik of Winnie (het medium, nvdr) er even bij kwam zitten. De aanwezigheid van een buitenstaander zette mijn moeder even schaakmat, maar later kwam natuurlijk de afrekening. Ze belde me op en toen volgde dat gesprek waarin woorden als vuiligheid en uw lief komt mijn kot niet in vielen. Op dat moment wist ik evenwel dat het weer goed zou komen: laat het maar eens goed knallen, dan zijn meteen alle valse emoties weg en kun je tot de kern van de zaak komen. Tijdens dat telefoongesprek heb ik mijn moedermoord gepleegd. Het kon niet anders dan een moedermoord zijn, want zij was nu eenmaal zoveel sterker dan mijn vader. Tot ze die beroerte kreeg natuurlijk. Daarom moest die outing van mij er ook in: het toont hoe futiel alle gedoe rond homoseksualiteit is als je het ziet in het licht van de aftakeling die haar lot is geweest.'
Hoe snel kwam het weer in orde met je moeder?
'De verzoening liet niet lang op zich wachten en ze maakte onze band alleen maar hechter. Ik ben altijd zeer close geweest met allebei mijn ouders. Ze waren trots op mij, ze kwamen naar al mijn boekvoorstellingen en ze hebben mij en René (Lanoyes partner, nvdr) uiteindelijk door dik en dun verdedigd. Typisch mijn moeder: binnenskamers verweet ze me ooit dat schrijven iets voor luiaards en dronkaards was, maar en public? Geen kwaad woord over haar zoon! Dan stond ze pal achter haar zoon die een samenlevingscontract met zijn vriend sloot.'
'Ook als liefdeskoppel waren die twee erg hecht, wat mijn moeders aandoening des te schrijnender maakte. Ze verloor niet alleen haar spraak, maar ze werd ook bijzonder agressief tegen mijn vader. Bij haar eerste beroerte vloog ze hem letterlijk naar de strot. Die barst in dat oude koppel: het is te gruwelijk voor woorden. Vandaar ook dat ik eerst dacht er nooit over te zullen schrijven. Uit lafheid, want er over schrijven is het opnieuw beleven. Tot ik besefte dat ik als een bange wezel door het leven zou gaan als ik het niet deed. Wat is je schrijverschap dan nog waard?'
Je moeder was actrice, hoe valt dat te rijmen met haar leven in de slagerij?
'Dat zat niet altijd lekker en ook dat wou ik meegeven: hoe vrouwen met talent in die tijd kansen moesten laten liggen. Om het met Virginia Woolf te zeggen: mijn moeder had behoefte aan een room of one's own. Zij had zelfs een duplex: het toneel én haar bungalow, die blokhut vol aangebouwde koterijen, waar ze zich overgaf aan het tuinieren. De grond en de kunst, daar mocht je niet aan raken. Ik denk dat ze op het einde van haar leven wel eens heeft gevloekt dat ze in die slagerij was blijven hangen. Zonder bitterheid hoor, maar ze moet wel gedacht hebben was ik niet beter directiesecretaresse gebleven?'
Was ze een goede actrice?
'Ze was haast een moderne actrice die niet louter haar tekst opdreunde, maar met een grote naturel inspeelde op wat er op het podium gebeurde. Had ze een blanc, dan manoeuvreerde ze zichzelf daar creatief uit. Viel er een kader van de bordkartonnen muur, dan speelde ze daar op in. Ze bracht dat theater ook mee naar huis. Heel de taal van het toneel heb ik van haar, alle theaterwetten leerde ze me. Andere jongens trokken aan de hand van hun vader naar het voetbal, ik ging met mijn moeder naar het toneel.'
Herinner je je nog die ene keer dat je met haar op het podium stond?
'Ik was een jaar of tien en het stuk was van Arthur Miller. Ik vond het mateloos fascinerend. Mensen die deden alsof, met een rare pruik op in zaaltjes die achter cafés gelegen waren. Het had iets geheimzinnigs, een soort kinderspel voor volwassenen. Mijn moeder kon er helemaal in opgaan, maar als het licht aanfloepte, kwam haar nuchterheid terug. In mijn boek beschrijf ik een discussie met een loodgieter. Zo was ze: geen gezeik. Ze kwam uit een familie van architecten en aannemers en dat is een wereld waarin je je gezag moet laten gelden, anders krijg je nooit een huis overeind.'
Je voert in je boek een waaier aan kleurrijke figuren uit je geboortestad, Sint-Niklaas, op. Waarom?
'Omdat ik mijn ouders in een context wil plaatsen. Een plaats, een tijd. Dat geeft meteen een beeld van een Vlaanderen dat er nu niet meer is. Ik weet wel dat veel lezers zullen denken dat ik met spek schiet wanneer ik figuren als Sidonie Met De Hazenlip of Philomèneke Van De Prior opvoer. Niet dus. Het verhaal van Elvis die met zijn mond in de haak van een hefkraan bleef haperen is gewoon echt gebeurd. Ik heb zelfs nog enkele merkwaardige accidenten weggelaten omdat niemand het nog zou geloven. Volgen mij zijn er ooit bovengrondse kernproeven gehouden in het Waasland. Hoe kom je anders aan zo'n hoop curieus volk?'
'Sprakeloos' is meteen ook een barok feest van de taal. Niet toevallig allicht?
'Natuurlijk niet. Ik kom uit een streek van vertellers, waar mensen breed van stof zijn. Voeg daar mijn moeders explosieve temperament aan toe en dan zou ik karig moeten schrijven over die vrouw die haar spraak verliest? Nee! (roept) Dit boek moest een uitbundig feest van alle mogelijke soorten taal zijn. Een taalfurie waarin elke zin knettert. Een kopstoot aan de literaire anorexia nervosa, het less is more dat maar al te vaak een gebrek aan creativiteit maskeert. Ik kom uit de wereld van mag het iets meer zijn? Ook nu zeg ik weer volmondig: ja, graag!'
Op het einde van je boek zeg je niet meer of minder: dit is een verse start van mijn schrijverschap. Opgelucht dat je dit hebt kunnen schrijven?
'Opluchting? Dat woord krijg ik nog niet over mijn lippen. Daarvoor is de pijn nog te groot. Maar na dit boek ben ik meer dan ooit schrijver. Nooit zal ik nog zwijgen, al was het maar omdat het lot mijn moeder het zwijgen heeft opgelegd.'
www.lanoye.be
Frank Hellemans
te/ep/30 s
'Mag het iets meer zijn, madam?' Je hoort het nu soms nog in de beenhouwerszaak om de hoek en het was schering en inslag in de Sint-Niklaase slagerij van de ouders van Tom Lanoye. De dagelijkse mantra van moeder Josée zou het motto kunnen zijn geweest van Sprakeloos , het nieuwste boek van Lanoye waarin hij vooral het verhaal wil vertellen van zijn drie jaar geleden gestorven moeder. Toen al vatte hij het plan op om een hommage voor haar te schrijven maar, aldus de zoon, hij moest wachten tot zijn vader vorig jaar overleed voordat hij er echt werk van kon maken.
In de eerste helft van Sprakeloos blijft Lanoye de karwei eindeloos voor zich uit schuiven. Hij vertelt 'het verhaal van het verhaal' en slaat daarbij uitgebreid mea culpa. Hoe komt het toch dat hij steeds maar alibi's verzon om niet te hoeven beginnen aan dat lang beloofde moederboek? De tweede helft van Sprakeloos geeft het eloquente antwoord op die vraag: de neergang van zijn moeder na haar beroerte was zo schrijnend voor iemand die als amateuractrice - maar ook in het echte leven - van het woord en van het theater leefde dat de zoon het kwaad had om uitgerekend over dat sprakeloze schandaal te vertellen.
Zodra Lanoye na 162 bladzijden eindelijk werk maakt van dat verhaal, verveelt de lezer zich geen moment meer. De typetjes in zijn ouderlijk huis - van zijn West-Vlaamse grootvader van 150 kilo die als vieruurtje vier lamsruggen binnensloeg tot de buurmoeder en -dochter die hét met elkaar deden - worden met breugeliaanse zwier neergezet. Geleidelijk aan durft ook Lanoye zelf zich te mengen in de kleurrijke mengelmoes van zijn jeugdherinneringen en staat er iets op het spel. De dood van een van zijn oudere broers ('de Lastigste') die zich met zijn Honda te pletter reed tegen een boom (en die ook al ter sprake kwam in Een slagerszoon met een brilletje ) is de prelude op het tragische en pakkende slot van Sprakeloos, waarin zijn moeder door sprakeloosheid en dementie wordt getroffen. Ondertussen vertelt Lanoye onverbloemd hoe moeilijk zijn mama het had met zijn homoseksualiteit en hoe bits en agressief die coming-out wel verliep: 'Ik bén exact als zij, ik zeg om het even wat, om toch maar de bovenhand te krijgen.' Kortom, ten laatste hier wordt duidelijk waar de theatrale Lanoye de mosterd vandaan haalde: bij zijn moeder dus die 'barok tot in haar toastjes' was.
Daarmee is ook de vinger op de wonde gelegd. Lanoye laat het in dit boek te breed hangen en stelt het geduld van de lezer veel te lang op de proef, tot hij eindelijk to the point komt en het relaas van zijn jeugd en ouders serveert. Je moet al een grote fan van Lanoye zijn om een teaser van 162 bladzijden te kunnen appre-ciëren. Lanoye verkondigt bij wijze van zelfverdediging dat hij een maximalist is die zweert bij de magie van een vuilniswagen 'die zijn scheefhangende laadbak leegt boven een bodemloze afgrond' en dat hij niet houdt van minimalistische, uitgepuurde kunst die volgens hem neerkomt op 'gemakzuchtig bedrog': 'Minder ís minder. En daarmee uit.' Wit is altijd schoon , de meesterlijke moederroman van Leo Pleysier, bewijst echter met grote vanzelfsprekendheid dat minder wel degelijk meer kan zijn.
Te veel is trop en trop is te veel, zoals die andere zelfstandige slager-populist besefte. En ook Lanoye zelf trouwens, zoals hij eerlijk toegeeft: 'Ik ben natuurlijk ook zelf een soort toneelspeler, een gemankeerde, een hopeloze divo zonder rem.' Op het podium werkt Lanoyes magie van de vuilniswagen meestal wel, maar in de romanliteratuur is schrijven maar al te vaak schrappen en durven te remmen. Dat de jonge Lanoye als proza-auteur wel degelijk kon doseren, bleek trouwens uit zijn autobiografische pareltjes Een slagerszoon met een brilletje en Kartonnen dozen . Spijtig dat de oudere Lanoye daar blijkbaar anders over denkt.
Drs. Cees van der Pluijm
Dichter, prozaïst, toneelschrijver en performer Tom Lanoye (1958) heeft een veelzijdig, succesvol en belangrijk oeuvre op zijn naam staan. In de roman 'Sprakeloos' beschrijft hij de aftakeling van zijn markante moeder, wier taalvermogen na een beroerte is geminimaliseerd. Lanoye is een briljant stilist die het zich met dit boek niet gemakkelijk heeft gemaakt. Het gaat over zijn moeder en haar gruwelijke lot, daarmee ook over zijn familie, en ook en vooral over hemzelf. Daarnaast heeft het boek de pretentie ook over taal en literatuur te gaan. Dat is te veel. Niet zelden verliest Lanoye zich in mooischrijverij en wordt de stijl literatuurderig. Bij vlagen is het wel briljant en ontroerend. Dat verwart de lezer. Storend is dat de kleurrijke moeder almaar geen sympathieke persoonlijkheid mag worden; Lanoye schildert zichzelf veel positiever af. De lezer blijft achter met dubbele gevoelens: bewondering en spijt. Gebonden; vrij kleine druk, ruime marges.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.