Mulberry House
Kristine Groenhart
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 3087 |
31/12/2010
De neerlandica Kristine Groenhart documenteerde eerder het leven van haar grootouders ? een zendelingsechtpaar dat in Nederlands-Indië werkzaam was ? in Leer mij je liefhebben. In Koffer uit Berlijn verhaalt ze over haar oom Nico, die in de Tweede Wereldoorlog dwangarbeider in Duitsland was. Ook hiervoor heeft zij zich grondig gedocumenteerd: de soms enigszins afstandelijke berichtgeving over Nico wordt afgewisseld met fragmenten van brieven, die hij vanuit Berlijn naar zijn ouders en broer verstuurde.
Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, is Nico zestien jaar; in september 1941 begint hij zijn studie scheepsbouw in Delft. In 1942 vinden de eerste deportaties in het kader van de Arbeitseinsatz plaats. Op 6 februari 1943 houden de Duitsers een razzia onder de Delftse studenten. Als de Technische Hogeschool zijn deuren sluit, vindt Nico een baantje aan de scheepswerf in zijn woonplaats Dordrecht. Enkele maanden later zal de TH de deuren weer openen, maar enkel voor de studenten, die een zogenaamde 'loyaliteitsverklaring' hebben ondertekend. Nico tekent niet. Dan begint de TH druk op de studenten uit te oefenen; het niet tekenen van de verklaring wordt als een vorm van protest tegen de Duitsers gezien. Het Reichskommissariat besluit hierop om alle studenten die niet hebben getekend, op te roepen voor de Arbeitseinsatz, waarop Nico alsnog tekent. Te laat echter. Via het Durchgangslager in Ommen, waar hij gekeurd wordt, belandt hij in Berlijn om daar tewerk te worden gesteld in de draaierij van een wapen- en machinefabriek. Het boek bericht verder van de wederwaardigheden van Nico in Berlijn, waar de omstandigheden steeds nijpender worden. Nico denkt meer dan eens aan vluchten, met name wanneer aan het einde van de oorlog het openbare leven praktisch stil is komen te liggen en de fabriek zijn deuren sluit. Zijn vriend Theo is hem al voorgegaan, maar raadt het hem af, nadat hij een barre tocht kriskras door Duitsland ternauwernood heeft overleefd. Maar Nico besluit om alsnog zijn biezen te pakken, net als vele Duitsers, die voor de Russen op de vlucht slaan. Via allerlei omzwervingen komt hij in Brussel terecht, waar hij voor de repatriëringsdienst gaat werken. Zijn taak is om politieke gevangenen te registreren en oorlogsmisdadigers op te sporen. Een paar maanden later neemt hij ontslag en keert
definitief terug naar Nederland om zijn studie in Delft voort te zetten.
Koffer uit Berlijn is vooral de moeite waard vanwege het interessante documentatiemateriaal, ook al is dit nogal fragmentarisch bij elkaar gevoegd. De moeilijkheden van een dwangarbeider in oorlogstijd worden aanschouwelijk gemaakt. De lezer ziet Berlijn met eigen ogen tot puin vervallen. Aan de andere kant wordt diezelfde lezer ook te vaak vermoeid met alledaagse ditjes en datjes over Nico's bioscoopuitjes en voedselpakketten, waarvan de inhoud uitvoerig opgesomd wordt. Nico filosofeert in zijn brieven en dagboeken over de oorlog, vrijheid en het fabrieksleven. Het beeld ontstaat van een intelligente jongeman, die een gevangene blijkt van de tijdgeest. Zo zijn volgens hem Russen, ondanks hun wreedheden jegens de plaatselijke bevolking, meer rechtdoorzee dan Duitsers en Joden, 'brutale, zelfzuchtige mensen, die slechts anti-Duits zijn omdat ze er persoonlijk nadeel van hebben ondervonden.' Soms levert hij aardige beschouwingen: 'Dan is de tijd als een ongesneden taart, waar je naar hunkert eraan te beginnen, en die toch ook niet zo heel snel op is.' Of: 'Cogito, ergo sum. Jawel, ik denk ook, maar slechts om telkens weer te ontdekken dat ik niets ben.'
Koffer uit Berlijn is een sympathieke poging om de dwangarbeiders alsnog een gezicht te geven. In die zin is het een geslaagde documentaire. Maar als literatuur mist het de broodnodige verbeelding en glijdt het toch te veel als los zand door de vingers. [Jolies Heij]
Drs. Madelon de Swart
Gebruikmakend van de brieven aan zijn ouders en relevante dagboekfragmenten wordt verteld hoe een Nederlandse student in 1943 dwangarbeider werd in Duitsland en hoe dit zijn leven beïnvloedde. Nico Goedhart (1923-1988), de enige broer van de vader van de schrijfster, groeit op in een oudkatholiek loodgietersgezin in Dordrecht. Na de HBS gaat hij in 1941 scheepsbouwkunde in Delft studeren. Als hij te laat de loyaliteitsverklaring aan de Duitsers ondertekent, wordt hij op 6 mei 1943 opgepakt en als dwangarbeider naar een metaalfabriek in Berlijn-Tegel gestuurd. In september komt hij, omdat hij sliep in nachtdienst, drie maanden in een strafkamp waar hij het zwaar heeft. Daarna wordt het makkelijker, ondanks toenemende bombardementen. De in Engeland wonende Neerlandica (1964) schreef eerder de goed ontvangen biografie 'Leer mij je liefhebben'*, over haar oma die domineesvrouw/zendelinge was. In dit boeiende boek over de oom die haar de liefde voor literatuur gaf, beschrijft ze integer zijn leven in oorlogstijd en vooral erg goed hoe de intelligente, beschouwende Nico zijn gedwongen arbeidersbestaan ervaart. Met zwart-witfoto's.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.