Gesprekken met prof. Rik Vandenberghe, Warre Borgmans, Andrea Croonenberghs, Marc van Eeghem, Luc Appermont over dementie
Ludovic Vanhee
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Luster, 2010 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 339.5 SIEB |
30/04/2012
In hun slotverklaring van Laken van 2001 onderstreepten de Europese staatshoofden en regeringsleiders, de Europese Raad, dat 'de Europese instellingen nader tot de burger moeten komen'. Met haar boek De 50 dagen die Europa veranderden heeft Hanneke Siebelink de ambitie daar een steentje toe bij te dragen, wat in deze periode van sterk verminderd vertrouwen in 'Brussel' zeker toe te juichen is.
In vijftig stukjes brengt Siebelink de evenveel scharniermomenten in de geschiedenis van de Europese eenmaking in beeld. Ze beperkt zich daarbij niet tot de belangrijke topconferenties die via van naam bekende verdragen tot belangrijke wijzigingen in de oorspronkelijke Europese constructie hebben geleid. Ze besteedt ook aandacht aan gebeurtenissen die de toegenomen bevoegdheden van de Europese gemeenschap op tal van domeinen in de verf zetten. Het begint met de verklaring van Robert Schumann op 9 mei 1950, waarin hij zijn plannen voor een eerste Europese gemeenschappelijke instelling ontvouwt. Na de aanvaarding door zes landen van dit plan komt de Europese constructie in een stroomversnelling met de instelling van de Europese Economische Gemeenschap. Op het stuk van politieke integratie houden de staten evenwel onverminderd vast aan hun soevereiniteit.
Het aanvankelijke enthousiaste onthaal van de uiteindelijke toetreding van Groot-Brittannië in 1973 bekoelt vlug, zeker na de krasse uitspraak van de Britse premier Margaret Thatcher 'I want my money back'. Voor de Europese gemeenschap is 1989 een cruciaal jaar: de laatste voorbereidingen voor de eengemaakte vrije markt worden getroffen, de eerste plannen voor een muntunie komen op tafel en de Berlijnse Muur valt. Daarna wordt de politieke afruil tussen de Duitse eenmaking en de invoering van een Europese eenheidsmunt in 1999 afgerond met met de start van de Europese Monetaire Unie.
Na de implosie van de Sovjet-Unie nam het aantal nieuwe lidstaten in snel tempo toe. Een herziening van het Verdrag van Rome drong zich op en de onderhandelingen daartoe resulteerden uiteindelijk in het Verdrag van Lissabon, waarmee de bevoegdheidssfeer van de Unie aanzienlijk werd uitgebreid en het Europese Parlement in de besluitvorming een nagenoeg even belangrijke rol kreeg toebedeeld als de Europese Raad. Het boek wordt afgesloten met het begin van de crisis in de eurozone in 2010.
Siebelink brengt geen nieuwe feiten naar voren en sommige beter geïnformeerde Europakenners zullen haar wellicht een gebrek aan diepgang verwijten. Wat niet helemaal correct is, want zowel kenners als historisch-politiek geïnteresseerden die hun blik willen verruimen kunnen nog wat opsteken uit dit vlot, luchtig, vaak badinerend geschreven boek. Op de eerste plaats kan het worden beschouwd als een beknopt naslagwerkje waarin de belangrijkste mijlpalen in de ontwikkeling van de Europese gemeenschap vlug kunnen worden opgezocht. Voorts verstrekt de auteur de nodige uitleg bij de essentiële punten van de verdragen die de Unie haar huidige vorm en bevoegdheden hebben gegeven. Op de tweede plaats belicht Siebelink de geopolitieke, nationale en soms persoonlijke belangen die de besluitvorming hebben beheerst. In casu het verschil tussen de Franse en de Duitse opvattingen en de Britse aversie tegen bevoegdheidsoverdrachten naar een supranationale instelling komen op een duidelijke manier aan bod.
Tot slot is er de onuitgesproken boodschap die besloten ligt in de benadering van Siebelink. Met de 'één-making' heeft men een aanzienlijke vooruitgang geboekt en men heeft een onverhoopt aantal nieuwe landen weten te bereiken (al is die éénmaking nog verre van perfect). Maar de 'éénwording', het ideaal dat Jean Monnet voor ogen stond, met name 'we verbinden geen staten, we verenigen mensen', blijft een verre toekomstdroom.
Hanneke Siebelink heeft een werkstuk afgeleverd dat het verdient aanbevolen te worden bij een ruim lezerspubliek. [Robert Antonissen]
Redactie Vlabin-VBC
In vijftig stukjes brengt de auteur de scharniermomenten in de geschiedenis van de Europese eenwording in beeld. Ze beperkt zich niet tot topconferenties, maar besteedt ook aandacht aan gebeurtenissen die de toegenomen bevoegdheden van de Europese gemeenschap in de verf zetten. Startpunt is de verklaring van Robert Schumann op 9 mei 1950, waarin hij zijn plannen voor een eerste Europese gemeenschappelijke instelling ontvouwt. Na de aanvaarding van dit plan door zes landen komt de Europese constructie in een stroomversnelling met de instelling van de Europese Economische Gemeenschap. Voor de Europese gemeenschap is 1989 cruciaal, met de voorbereidingen voor een eengemaakte markt, de eerste plannen voor een muntunie en de val van de Berlijnse Muur. Na de implosie van de Sovjet-Unie stijgt het aantal nieuwe lidstaten snel. Een herziening van het Verdrag van Rome dringt zich op en resulteert in het Verdrag van Lissabon. Het boek wordt afgesloten met het begin van de crisis in de eurozone in 2010. Een vlot, luchtig, beknopt naslagwerk waarin politieke gevoeligheden tot uiting komen. Tweekleurendruk met zwart-witfoto's. Met index.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.