Jezus, wat zeg jij nu? : 9 ongemakkelijke uitspraken van jezus
Frank G. Bosman
Frank G. Bosman (Redacteur), Theo Salemink (Redacteur), Jattie Enklaar (Auteur), Léon Hanssen (Auteur), Madelon De Keizer (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Gruting, 2009 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 705.8 BOSM |
00/00/0000
Door haar heilige huisjes omverhalende radicaliteit werd de historische avant-garde lang niet met spiritualiteit en religie in verbinding gebracht. Een paar grote tentoonstellingen in Los Angeles (1986) en Parijs (2008) hebben daar verandering in gebracht. Een sleuteltekst is uiteraard Wassily Kandinsky's Das Geistige in der Kunst (1912), waarin de kunstenaar als priester van een nieuwe samenleving wordt naar voren geschoven. De auteurs van deze bundel essays definiëren de avant-garde als een utopisch-spirituele beweging tegen de (materialistische) geest van de moderne tijd. Los van de institutionele religie, zo stellen ze, willen avant-gardekunstenaars een autonome, nieuwe geestelijke zingeving ontwerpen. De onbevooroordeelde lezer denkt dan onmiddellijk aan het expressionisme van 'Der blaue Reiter' met Marc en Kandinsky, ook aan de abstracte kunst van Mondriaan en Malevich. Maar wat doe je met het beeldstormende futurisme, dadaïsme en surrealisme? Het valt inderdaad op dat in de historische benadering van dit boek vrij eenzijdig de klemtoon wordt gelegd op een idealistische avant-garde, en veel minder op de deconstructieve. Sommige afzonderlijk behandelde figuren zoals Jan Toorop en Max Jacob zijn voor de samenstellers interessant omdat ze zich bekeerd hebben, maar daar staat tegenover dat ze in het vaarwater van Mussolini resp. de Action française zijn verzeild. Ook Albert Verwey kun je bezwaarlijk een avant-gardist noemen, zelfs nauwelijks een modernist. Lucebert als 'dadaïst' bestempelen geeft dan weer weinig blijk van historisch besef. Zeker is het zo dat spirituele tradities buiten het gevestigde christendom en esoterie in brede zin invloed hebben uitgeoefend op de avant-garde, naast specifiek christelijke invloeden. Er wordt in dit verband een interessant onderscheid gemaakt tussen hermetische esoterie en gnostische esoterie. Die laatste is juist ook voor het dadaïsme een belangrijke bron geweest.
De kwaliteit van de bijdragen wisselt. Sommige stukken zijn als het ware inleidingen voor de volslagen leek, andere bijna oeverloze overzichten van de secundaire literatuur. Het boeiendst zijn de geestelijke portretten van afzonderlijke kunstenaars: Kandinsky, Hugo Ball, Lucebert, Joseph Beuys en de te weinig bekende Sophie van Leer. Wel blijft het begrip 'spiritualiteit' ontzettend vaag. Dat de avant-garde een 'aardse spiritualiteit' voorstond, wordt herhaaldelijk geponeerd, maar de inhoud ervan wordt te zelden via analyse uitgediept en aangetoond. De 'haat tegen de materiële werkelijkheid' is een te grove veralgemening en geldt zeker niet voor veel radicale avant-gardisten. In het korte slotdeel wordt kritisch belicht hoe de katholieke kerk in Nederland na de Tweede Wereldoorlog fel tekeer ging tegen de 'ontaarding' (een nazistische term) van de avant-garde en zelfs de zacht onconventionele religieuze kunst als de kruisweg van Aad de Haas bestreed. Positief is dat hedendaagse theologen een veel opener houding tegenover (een deel van) de avant-garde aannemen, zonder haar te willen opslorpen. Deze essaybundel is een eerste aanzet voor grondiger studie. Het boek is origineel geïllustreerd met veelzeggend en weinig bekend oud fotomateriaal, maar het bevat storend veel herhalingen en overlappingen. [Erik de Smedt]
Annemiek Buijs
Essaybundel over religieuze aspecten van de historische avant-garde beweging in de eerste helft van de twintigste eeuw in Nederland. De twaalf opgenomen essays vormen de eerste publicatie over avant-garde en religie in het Nederlands. De publicatie verschijnt in een theologische reeks ‘Utrechtse Studies’ van de Universiteiten van Utrecht en Tilburg. Auteurs uit diverse disciplines hebben een wetenschappelijke analyse gemaakt van de avant-garde als spirituele en utopische beweging binnen het bredere cultureel modernisme. Het gaat om avant-garde schilders, musici, filmers en schrijvers (Kandinsky, Hugo Ball, Beuys). Met relevant beeldmateriaal en veel aandacht voor Nederlandse kunstenaars, zoals Verwey, Toorop, Mondriaan, en Lucebert. De confrontatie van het katholicisme met de avant-garde, zoals dat bijvoorbeeld tot uiting kwam in het Wahlwiller-incident in Limburg in 1949, wordt uitgebreid beschreven. Degelijk, niet gemakkelijk leesbaar, maar goed gedocumenteerd wetenschappelijk werk over het heilige in de moderne kunst. Voor hoger opgeleiden en ingewijden in letteren, kunst en religie. Met register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.