Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Oog & Blik, 2009 |
MAGAZIJN : STRIPS VOLWASSENEN: ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : WINS |
Besprekingen
31/12/2010
Een lange neus naar de wereld
Een zoveelste Pinokkiobewerking, maar wel één zonder voorgaande. Winshluss neemt in zijn vuistdikke graphic novel het oude verhaal mee op een wilde trip langs hedendaagse thema's en moraal. Maar zijn oneerbiedig vormgegeven versie ligt inhoudelijk niet zover van die van Carlo Collodi's origineel. Die maakte een dikke 125 jaar geleden ook al een lange neus naar de samenleving. Die neus, of beter gezegd zijn eigenschappen, is misschien wel de opvallendste wijziging in deze adaptatie, ook al omdat die het oorspronkelijke verhaal zo karakteriseert. De Pinokkio van Winshluss heeft weliswaar een flink reukorgaan, maar het groeit niet als hij liegt. Een niet onbelangrijke reden is dat de hoofdfiguur niet spreekt in dit nochtans lijvige boek.
Deze Pinokkio is geen houten marionet, zoals in de originele tekst en bijna alle latere adaptaties, maar een metalen robot. Gediplomeerd uitvinder Gepetto laat hem dan wel eerst wat huishoudelijke klusjes doen voor zijn bazige vrouw, maar stapt daarna meteen naar het leger. Daar toont hij de blauwdruk van zijn moordende creatie. Zijn echtgenote is echter niet op de hoogte van de mogelijkheden en gevaren van haar kleine diender en als ze seksueel misbruik maakt van zijn neus, zijn de gevolgen vernietigend.
Disney nog aan toe?! De bijna-beroemdste neus uit de literatuurgeschiedenis als seksorgaan gebruiken? En er een kanon annex vlammenwerper in verwerken! Inderdaad, voor jonge lezertjes is deze uitgave niet bedoeld. Om dat te duiden wordt in de korte proloog al radioactief afval in zee gestort en een onschuldig poesje neergeschoten. Die venijnige en politiek incorrecte sfeer blijft het hele boek lang behouden. Draait Carlo Collodi zich om in zijn graf? Mogelijk, maar allicht niet, want ook de geestelijke vader van Pinokkio had zijn verhaal vol satire gestopt en schreef het als een allegorie op de maatschappij waarin hij leefde. Winshluss zet gewoon een stap (oké, misschien meerdere stappen) verder en wordt niet meer gehinderd door taboes of welke beperkingen ook om zijn punt te maken.
En zo komen we veel oude bekenden van het oorspronkelijke boek tegen in een licht of zwaarder aangepaste uitvoering. De belangrijkste figuur is hier de oorspronkelijke Jimmy Krekel, die Pinokkio's geweten was tijdens zijn avonturen (of althans zijn geest, want in het boek had de niet zo brave held hem doodgeslagen). Hier wordt het relaas van de titelheld onderbroken door het wedervaren van Jimmy's vervanger Japie Luis. Die heeft wel zijn intrek genomen in Pinokkio's hoofd, maar speelt verre van een gewetensrol. Als gefrustreerde en miskende schrijver tonen deze intermezzo's zijn lege en nihilistisch bestaan. Een enkele keer beïnvloedt hij de gebeurtenissen door een kortsluiting te veroorzaken in Pinokkio's bovenkamer.
De kleine robot doolt ondertussen rond op een zinloze queeste, die min of meer zijn initiële reisverhaal volgt. Hij ontmoet twee zwervers, maar terwijl de vos en de kat in de Collodiversie respectievelijk deden of ze lam en blind waren, zijn hun Winshluss-incarnaties mensen, een harddrugsverslaafde en een echte blinde. De eerste verkoopt onze held aan speelgoedfabriek Stromboli, waar weesjes zuchten aan de lopende band en ze wegens een foutje gewoon in een oven worden geworpen. De gemene poppenspeler is hier dus een gemene kapitalist geworden. Het gruwelijke lot dat hij voor Pinokkio voorzien had, wordt zijn eigen deel, maar dat helpt het robotje allemaal niet vooruit.
Door toedoen van de zeven dwergen van Sneeuwwitje (of althans hun perverse tegenhangers) komt Pinokkio terecht op een luchtschip en is hij op weg naar het Betoverde Eiland. Dit keer veranderen hij en zijn nieuwe vriend en alle anderen niet in ezels vanwege het luieriken, maar de kinderen transformeren na enkele opruiende toespraken van een clown in wolven, soldaten klaar voor een fascistische staatsgreep. De aanstichters ervan proberen Pinokkio op te hangen, maar net zomin als met zijn houten voorganger heeft dat enige zin.
Terwijl hij zo bengelend een, indien mogelijk, nog passievere rol heeft dan in de rest van het boek, is Gepetto naar hem op zoek gegaan. Hij heeft wel eerst het lijk van zijn vrouw in stukken gesneden en begraven, wat een politie-inspecteur op zijn spoor zet. Gelukkig zit de uitvinder in de buik van een verschrikkelijk zeemonster, in dit geval geen walvis maar de radioactieve vis die het boek opende. Intussen krijgt de blinde zwerver een oog, wordt meteen godsdienstfanaticus en lijft een pinguïn in als zelfmoordterrorist. Een koppel verliest een ongeboren baby. En de zeven dwergen slaan weer aan het ontvoeren en verkrachten.
Al deze nevenverhalen worden verteld en getekend in een andere stijl. Het trieste verhaal van het echtpaar tekent de auteur in een geschetst paars-wit. De verdorven avonturen van de dwergen staan er in dezelfde vormgeving als die van het gros van het boek: een soort ouderwetsige oldskool animatiegrafiek uit de vroege jaren van de tekenfilm. Ondanks referenties aan Disney zit dit net als het geheel vooral in de sfeer van de Loony Tunes of, meer nog, Tex Avery. Het zijn die dynamische bewegende lijnen (en voor die tweede geldt ook nog de wat anarchistische inhoud, de pre-Disneywreedheid), maar dan krasseriger met veel extra lijntjes, zoals je ook vindt bij heel wat van Winshluss collega's van het hedendaagse Franse stripverhaal (Blutch, Blain etc.).
Het mirakelverhaal van de ex-blinde man van God wordt weergegeven in zwart, wit en oranje, met een pure undergroundstijl à la Crumb, net als de verhaaltjes van Japie Luis. In beide zit ook gewoon tekst ? een zeldzaam gegeven in deze uitgave, want Winshluss slaagt erin deze erg uit de kluiten gewassen Pinokkio-avonturen zogoed als woordloos te brengen. Toch wel een hele prestatie, zeker als je kijkt naar de structuur van het werk, die voortdurend wisselt tussen de verhaallijnen en in elke episode wel degelijk iets mee te delen heeft, en niet ? zoals nu wel duidelijk is ? gewoon het bekende verhaal volgt.
Winshluss zegt hierover dat 'de verandering in grafisch register moet overeenkomen met een precieze narratieve behandeling, want ze betekent een wending in emotie of tempo' (Magazine, 1.2.2009). Dat hier niet iemand arbitrair bezig was, toont het totaalbeeld en de impact die deze stripbom heeft. De auteur zelf komt voor het Nederlandse taalgebied zowat uit het niets met wat mogelijk de uitgave van het jaar is, maar in Frankrijk is de man flink gesetteld in zijn medium.
Deze Vincent Paronnaud (°1970) heeft behalve de prijs voor album van het jaar in Angoulême voor zijn Pinokkio ook een Juryprijs van het filmfestival van Cannes en een Oscarnominatie op zak voor de filmbewerking die hij samen met Marjan Satrapi maakte van haar stripklassieker Persepolis. Met de avonturen van de robot Monsieur Feraille ('Meneer oud ijzer', samen met spitsbroeder Cizo, die in Pinokkio de vitale inkleuring verzorgde) legde hij de basis voor de succesvolle stijl in zijn versie van Collodi's marionet. Terwijl de cover van Pinokkio je nog even aan Chris Wares werk doet denken, lijkt die van de Feraille-uitgave helemaal op de jarenvijftigadaptaties en Disneyparodie die je hier binnenin vindt.
Aan de andere kant zijn beide robotten ook tegengestelden, want terwijl Feraille (die eerst verscheen in het tijdschrift Feraille Illustré, waarvan Winshluss hoofdredacteur was) levendig was en een persoonlijkheid had, is zijn opvolger Pinokkio meer figuurlijk marionet dan hij ooit letterlijk was. Je kunt hem op geen enkel initiatief, geen enkele gedachte betrappen en als een zombie ondergaat hij alles. Het happy end is nog haast het treurigst van alles. Ik verklap geen geheimen als ik zeg dat Pinokkio uiteindelijk Gepetto's en zijn wens om een echt kind te worden, ziet uitkomen. De aanpassing hier is dat het echtpaar dat zijn kind had verloren, het robotje vindt en adopteert. Hun nieuwe geluk zorgt letterlijk voor kleur in hun leven (en dus ook in de prenten), maar als het licht uitgaat ligt de hoofdfiguur in het donker met zijn oogjes open te staren met een blik waar je gewoon triest van wordt.
Dit soort desillusie en melancholie over een leugenachtige wereld maken van het bekende verhaal een grimmig antisprookje, maar misschien zou Pinokkiobedenker Carlo Collodi het wel appreciëren. Ook hij was politiek geëngageerd, smokkelde dat in zijn beroemde boek en stichtte zelfs een satirisch blad, dat prompt werd verboden. Zo zijn er zelfs parallellen te vinden tussen zijn leven en karakter en die van woelwater Winshluss. Diens humor is dan wel gitzwart, zijn vrijheid duidelijk totaal, maar uiteindelijk tekent hij in zijn bewerking evenzeer verzet aan tegen maatschappelijke en politieke gevaren, die zelfs niet zoveel verschillen door de tijdperken heen: religie, kapitalisme, politiek. 'Maar opgelet, al is dit een morele fabel, ik ben geen moralist', zegt de tekenaar. 'Ik geef mijn visie op de wereld, maar heb ook geen oplossing. Men moet aanvaarden dat de mensheid complex is met een zwarte en witte kant' (Park Mag, november 2008).
Dus hier geen 'moraal van het verhaal', maar een brutale satire waarin de zwarte kanten het duidelijk halen en de slechte mensen aan de touwtjes trekken. De wereld als schouwtoneel, het individu als machteloze marionet. [Wilfried Poelmans]
Gerard Zeegers
De Franse undergroundstriptekenaar Winshluss (Vincent Paronnaud) brak door in 2009. Toen won hij met het boek 'Pinocchio' namelijk de prijs voor het beste album op het belangrijke stripfestival in Angoulême. Winshluss heeft er een handje van om onschuldig ogende beelden te voorzien van een macabere lading. Dat doet hij ook in deze bijna tekstloze adaptatie van Carlo Collodi's 'Pinokkio'. Het houten mannetje met de uitschuifbare neus is nu een aandoenlijke robot. Hij slaat op tilt wanneer 'Japie Luis' zijn intrek neemt in zijn hoofd en een paar draadjes lostrekt. Pinokkio is opeens geen brave knecht meer, maar een losgeslagen gevaar voor zijn omgeving. In deze vrije bewerking maakt Pinokkio onder meer kennis met 'Sneeuwwitje en de zeven proleten'. Sneeuwwitje wordt via kunstmatige beademing in leven gehouden door zeven gemene dwergen, die haar tijdens haar coma gruwelijk misbruiken. Ze proberen Sneeuwwitje tot leven te wekken met een harttransplantatie. Pinokkio wandelt van het ene horrorverhaal naar het andere. Werkelijk elk aspect van het Pinokkioverhaal is door Winshluss getransformeerd. Zijn mensbeeld is somber en inktzwart en contrasteert met de gezellige tekenstijl. Die doet door de fletse inkleuring denken aan oude Amerikaanse krantenstrips. Een bijzonder stripboek.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.