Duitse filosofie 1760-1860 : de erfenis van het idealisme
Terry Pinkard (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas, 2010 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : FILOSOFIE : 150 PINK |
Besprekingen
00/00/0000
De studie van de Duitse vroegromantiek en het idealisme is de voorbije decennia een van de boeiendste en opwindendste gebieden in de Forschung geweest. Onder impuls van het fundamenteel bronnenonderzoek van hoofdzakelijk Dieter Henrich (binnen het zogenaamde 'Konstellationen'-project, dat de banden tussen grote en minder grote denkers uit de periode in kaart bracht) en Manfred Frank (die in 1999 de interpretatie van de voegromantiek grondig herschikte met zijn monumentale Unendliche Annäherung) is deze periode in de filosofie een ontzettend vruchtbaar wingewest gebleken voor nieuw historisch inzicht. Met figuren als Frederick C. Beiser, Karl Ameriks en Paul Guyer heeft ook de Angelsaksische wereld bijgedragen tot deze ware hausse aan nieuwe inzichten. Terry Pinkards boek, dat in 2002 voor het eerst verscheen, kan op vele manieren worden gelezen. Een daarvan is als een thematische status quaestionis in het licht van recent onderzoek. De nadruk ligt daarbij op het thematische karakter, want Pinkard gaat lang niet op alle nieuwe inzichten in, aangezien zijn focus bepaald is door een specifieke vraag: hoe is de opvatting van het subject in de post-Kantiaanse filosofie verbonden met de ruimere cultuur uit de periode, die gekenmerkt werd door heftige omwentelingen, te beginnen met de Franse Revolutie?
Het antwoord op die vraag is eenvoudig: de impact van de culturele veranderingen moet enorm zijn geweest. Kants filosofie introduceerde een nieuwe dualisme in het denken, waaraan de hele volgende generatie filosofen, de romantici, probeerde te ontsnappen. De methode die ze daarvoor uitvonden was het idealisme. Fichte en Hegel gingen ervan uit dat het subject absoluut was en niet verdeeld zoals Kant beweerde. Een van de grote nieuwe inzichten hebben we vooral aan Manfred Frank te danken, die stelt dat de vroegromantiek met Friedrich Schlegel, Hölderlin en Novalis een volledig eigen geluid laat horen in dit verhaal, terwijl de beweging vroeger vooral als een aanloopje naar Hegel werd gezien. Een van de deugden van Pinkards boek is dan ook dat hij een mooi en helder overzicht biedt van de chronologie in deze periode, te beginnen bij Kant, met daarna de onmiddellijke reacties van Jacobi (de peetvader van het romantische levensgevoel) en Reinhold, en vervolgens het denken van Fichte en (als reactie daarop) de vroegromantiek. Uiteindelijk brengt dit verhaal ons bij het idealisme van Hegel.
Men kan zich afvragen of dit gewoon niet allemaal oude koek is voor vakspecialisten. Het antwoord is negatief: bij Kant, maar vooral bij figuren als Schlegel, Jacobi en Schleiermacher, worden heel veel ideeën geformuleerd die wij inmiddels hebben leren kennen als 'postmodern'. In die zin is een intellectuele reis naar de vroegromantiek en het idealisme een reis naar de wortels van onze huidige existentiële toestand. Maar tegelijk moet hierbij worden opgemerkt dat Pinkard het ons niet makkelijk maakt. Dit boek, dat oorspronkelijk door Cambridge University Press werd uitgegeven, wordt aangeprezen als een soort overzichtswerk voor iedereen met een interesse in de filosofie. Die gemiddelde geïnteresseerde lezer zou zich wel eens zwaar kunnen vertillen aan dit lijvige boekwerk, want in feite vooronderstelt Pinkard al een zeer grondige kennis van de filosofie van de periode. Bovendien is zijn presentatie niet onschuldig en houdt ze soms een stellingname in tegenover het werk van een aantal van de eerder vermelde auteurs over de periode. Het boek heeft een glasheldere, schematische architectuur. Het eerste deel volgt bijvoorbeeld heel precies de driedeling van Kants oeuvre, volgens de drie kritieken. Die hoofdstukken bieden evenwel geen eenvoudige inleiding tot wat er in die boeken te lezen staat, maar een interpretatie en duiding ervan binnen het project van Pinkard. Dat betekent dat dit boek toch vooral literatuur is voor specialisten of mensen met een gedegen voorkennis. Voor hen is het echter een bijzonder warm aanbevolen werk, want Pinkard overschouwt het hele veld. Daarbij worden een aantal zaken helaas over het hoofd gezien (hoewel de bibliografie de gretige lezer wel verder op weg helpt) en worden niet alle (en soms niet de meest fascinerende) aspecten van bepaalde figuren belicht. Wie echter geen behoefte meer heeft aan een inleiding in de filosofie van deze periode en meer gebaat is met een doorwrochte inleiding in de filosofische finesses van dit denken, zal bij Pinkard meer dan op zijn wenken worden bediend. Dit is met andere woorden een uitmuntende studie voor lezers die vertrouwd zijn met het veld. Tot slot vermelden we nog dat de vertaalster heel vaak verwijst naar Nederlandse edities van filosofische teksten, waardoor de lezer soms de kans wordt ontnomen om na te gaan welke edities Pinkard zelf heeft geraadpleegd. Geen groot probleem (en in sommige opzichten een hulp) voor de gemiddelde geïnteresseerde lezer, maar voor mensen met kennis van Engels of Duits en voor vakspecialisten betekent het wel dat deze vertaling aan kritische waarde inboet. [Christophe Van Eecke]
G. Brandorff
De auteur is hoogleraar filosofie en Duitse taal aan de Northwestern University (Illinois, Verenigde Staten). Hij plaatst op uiterst zorgvuldige wijze de filosofische ontwikkelingen tussen 1760 en 1860 binnen de context van het in een groot aantal vorstendommetjes uiteengevallen Duitse Rijk, de Franse overheersing tot aan de beginnende industrialisatie en het 'Bildungsbürgertum' dat greep poogt te krijgen op de menselijke natuur, God en over hoe we met elkaar om behoren te gaan. Vooral Kants analyse komt uitvoerig aan de orde. Zijn drie grote vragen geven aan het idealisme de richting: wat kan ik weten? Wat mag ik hopen? Wat moet ik doen? Die resulteren uiteindelijk in de existentiële vraag: wie is de mens? Vervolgens passeren onder meer Fichte, Schleiermacher en Schlegel, en Hegels systeem van natuur en geest de revue. Met Schelling, de Deen (!) Kierkegaard en Schopenhauer eindigt het Duitse idealisme. Een helder en toegankelijk geschreven en duidelijk ingedeeld handboek over het Duitse idealisme. Bevat talrijke voetnoten, een literatuurlijst en register. Gericht op een ieder die geïnteresseerd (en enigzins onderlegd) is in de geschiedenis van ideeën.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.