Soms tussen tulpen : poëzie uit Vlaanderen en Nederland 1916-1945
Hubert van Herreweghen
Hubert van Herreweghen (Auteur), Anne Van Herreweghen (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
P, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12936 |
31/12/2010
Na de dood van collega-dichters en generatiegenoten als Hugo Claus, Bert Decorte en Christine D'haen mag Hubert Van Herreweghen zichzelf tot de ouderdomsdekens van het dichtersgild in Vlaanderen rekenen. Hij dicht al meer dan een halve eeuw lang op een zeer hoog en constant niveau en heeft een positie verworven als een van de belangrijkste dichters. Zijn nieuwe dichtbundel Webben en wargaren (2009) consolideert die positie helemaal.
Van Herreweghen is de dichter van de alledaagse verwondering. Observaties van eenvoudige en gewone dingen leiden tot gedichten die reflecteren over het leven en de positie van de mens daarin, ouderdom en levensvreugde, de nakende dood en de opstand daartegen, over het wat en hoe van poëzie en de keuze voor poëzie als levensinvulling. Daarbij bezigt Van Herreweghen een zeer muzikaal vers ('Het deunt, het dreunt, het helt, het luidt, / 't valt de inslag en de kering uit, / zie, naar de vloeite en naar de nop, / slaan tuiten neer en prijzen op.'), dat aandacht heeft voor het juiste woord op de juiste plaats. Uitgepuurde verzen bevatten 'ouderwetse' woorden als 'keest', 'vermaan', 'gewarig', 'mik', 'alsem' enz. en brengen op die manier een hele taalgeschiedenis tot leven.
Tegenover dat speelse taalplezier staat het lucide besef van de dichter die als bijna negentigjarige de dood dagelijks in de ogen kijkt. Hij beseft dat hij niet als Dante in zijn gedichten halfweg het leven staat, maar dat hij zich bevindt 'al ver voorbij het huis ten halve'. Dat aanwezige besef van het naderende einde leidt nochtans niet tot een zwartgallige bundel. Integendeel, de soms opduikende wanhoop maakt meestal plaats voor opstand en vechtlust. In 'Verslag', het tweede gedicht van de bundel, klinkt het al: 'Elke ochtend slaat mijn vleugels open / elke ochtend waait de opstandsvlag.' De herinnering en de droom spelen een belangrijke rol in het beleven van de opstand. Deze facetten vormen namelijk een surplus in het dagelijkse leven en verzachten de pijn van het zijn. Die verzachtingen krijgen concrete vormen in de eenvoudigste dingen: olie en brood. Het gedicht 'Olie' verwoordt het zo:
De brekelijke dag, geroosterd brood,
kraakt aan zijn korst en op de mik
giet ik wat olie om de tand te zalven,
gedachtig, ogenblik aan ogenblik,
aan wat van dromen overschoot
al ver voorbij het huis ten halve.
De onweders vluchten na het feest,
de heksenmeesters zijn geweest
in 't bos hiernaast en in mijn schrik.
Gaat de nacht van duivelrijen groot,
de ramen opent morgenrood.
Ik giet wat olie op de mik.
De bundel is echter niet uitsluitend een weerwoord tegenover de sluipende dood. Het is ook een reflectie over het dichten en de rol daarvan in een aan het dichterschap gewijd leven. Het zal geen verwondering wekken dat een dichter die kiest voor het juiste woord op de juiste plaats, het dichterschap vooral vergelijkt met een ambacht, een métier: symptomatisch is het gedicht 'Smidse', maar ook in andere verzen duikt de verwijzing naar de smid op (zelfs in combinatie met een verwijzing naar de mystici): 'Hij gaat de duisternissen in // waar, elk in zijn smis, mystici, / op tocht naar 't licht van het Begin, / louteren erts tot poëzie.' Opmerkelijk is hier de keuze voor het werkwoord 'louteren'. Het betekent niet alleen voor de smid het scheiden van de stoffen waarmee het metaal vermengd is, maar ook zuiveren, reinigen, juister maken. De poëzie als zuiveringsproces in het dagelijkse leven waarin basismateriaal in iets hogers wordt omgezet. Misschien wordt de poëtica van Hubert Van Herreweghen nog het best samengevat in het gedicht 'Zang':
Al wat ik kreeg van kunde
van taal en tong,
bleef ik slijpen tot het zong,
al was 't van slijpen dat 't verdunde.
De dichter zit gevangen tussen twee klassieke, maar tegengestelde doelstellingen die zijn talent aan banden leggen: vorm en inhoud. Het moet zingen en daarvoor moet geslepen worden, het moet dicht van inhoud zijn, maar slijpen verdunt de inhoud onherroepelijk. Tussen beide krachtvelden weet de poëzie van Hubert van Herreweghen echter moeiteloos overeind te blijven. In 'Toestand', een ander poëticaal gedicht, krijgt de poëtica van Van Herreweghen nog een extra dimensie . Een leven als gedicht alleen is ook niet houdbaar. Hoewel alles gedicht is of dat kan zijn, is er ook een open toestand nodig waarin de noodzakelijke levensmiddelen gekocht kunnen worden (brood en wijn), maar daarna wordt alles weer gedicht. Dagelijks leven en poëzie moeten elkaar onophoudelijk afwisselen, zoals wanneer het deksel van de schrijfconcentratie wordt opgelicht en nieuw licht op je gezicht valt. In zijn eenvoud is het gedicht te mooi om u te onthouden:
Alles, alles is gedicht,
waar we slapen, staan en lopen.
Als het scheel wordt opgelicht
valt er licht op ons gezicht,
even gaat de toestand open
om wat brood en wijn te kopen.
Dan wordt alles weer gedicht.
Hubert Van Herreweghen debuteerde in de tijd van het experiment, maar heeft steeds een weg gezocht tussen experiment en traditie. Met deze bundel bevestigt hij eens te meer zijn meesterschap over de taal waarmee hij het gewone vreemd en ongewoon weet te maken. [Patrick Peeters]
Redactie Vlabin-VBC
Hubert Van Herreweghen (1920) schrijft al meer dan een halve eeuw poëzie van hoog niveau, en heeft een positie verworven als een van de belangrijkste Vlaamse dichters. Zijn nieuwe dichtbundel Webben en wargaren (2009) consolideert die positie helemaal. Van Herreweghen is de dichter van de dagelijkse verwondering. Observaties van eenvoudige dingen leiden tot gedichten die reflecteren over het leven en de positie van de mens daarin, ouderdom en levensvreugde, de nakende dood en de opstand daartegen, poëzie als levensinvulling. Daarbij bezigt Van Herreweghen een zeer muzikaal vers ('Het deunt, het dreunt, het helt, het luidt, / ’t valt de inslag en de kering uit, / zie, naar de vloeite en naar de nop, / slaan tuiten neer en prijzen op.'). Van Herreweghen debuteerde in de tijd van het experiment, maar heeft steeds een weg gezocht tussen experiment en traditie. Met deze bundel bevestigt hij eens te meer zijn meesterschap over de taal, waarmee hij het gewone ongewoon weet te maken. Voor de rechtgeaarde poëzieliefhebber.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.