De verdovers : roman
Anna Enquist
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2010 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : ENQU |
00/00/0000
Anna Enquist is in zekere zin al jarenlang het slachtoffer van haar eigen succes. Hoewel (of precies omdat) haar werk bijzonder populair is en herdruk na herdruk beleeft, wordt zij door de literaire recensenten niet meteen met open armen onthaald. Integendeel, de lof is doorgaans zuinig en vaak vallen daarbij termen als 'sentimentaliteit' en 'gemakkelijke emoties'. Die kwalificaties zijn volstrekt onterecht. Dat de verzen van Enquist mensen kunnen raken, is geen bijverschijnsel; het betekent dat haar poëzie gaat over herkenbare thema's en gevoelens. Tegelijk echter is deze lyriek allerminst een rechtstreekse uitdrukking van persoonlijke ideeën, maar integendeel een intrigerend taalkunstwerk, dat veel gelaagder en complexer is dan velen doen voorkomen. Op een eerste niveau lijkt Nieuws van nergens ook letterlijk vooral gelegenheidspoëzie en 'nieuws'. Veel verzen zijn geschreven bij verjaardagen en overlijdens van collega's of voor specifieke gelegenheden. Op die manier sluit de dichteres aan bij een zekere actualiteit, al is die vooral persoonlijk van aard. Tegelijk echter vormen die aanleidingen slechts een vertrekpunt voor een meer algemene poëtische vraagstelling. Enquist gaat in de meeste van haar verzen op zoek naar sporen van wat voorbij is of afwezig. In die zin verwoordt haar poëzie de spanning tussen verleden en heden, een spanning die verbonden is met die tussen band en breuk. Dat thema wordt echter intens verwoord door vooral te focussen op concrete objecten en beelden. De taal van Enquist is daardoor bijzonder aanschouwelijk. De dichterlijke ik is daarbij wel aanwezig, maar veelal blijft het onderkoeld emotioneel op de achtergrond. Daarbij wordt deze poëzie geschraagd door een klassieke opbouw en een stijlvol taalgebruik. Enquist blijft klassiek, maar die minder modieuze positie doet niets af aan de hoge kwaliteit van haar poëzie. Vrijwel ieder gedicht wint bij een geduldige en herhaalde lectuur extra aan belang, en dat kan niet zo vaak van een dichtbundel gezegd worden. [Dirk De Geest]
Gerard Oevering
‘Na zes jaar moet zelfs de taal van gemis omgezet..’ Zes jaar na Tussentijd (2004) is Enquists nieuwe bundel gedichten opnieuw een wanhopige poging in de taal vast te leggen wat in haar werkelijkheid vanaf 2001 een ‘bittere leegte’ werd: de dood van haar dochter. De tijd schept weliswaar afstand, maar deze wordt in alles wat de schrijfster omgeeft, teniet gedaan: alles herinnert haar aan haar dochter. Zeldzaam mooi verwoord in de gedichten ‘De straatstenen van Amsterdam’ en ‘Winter in Watou’. Alles van waarde is immers weerloos tegen ‘baksteen en basalt’. Iemand (‘zieners en zangers’) moet de herinnering aan de gestorvenen vormgeven. Is in ‘De straatstenen..’ het drama van de afwezigheid nog persoonlijk, in ‘Winter in Watou’ veralgemeniseert ze dit. Afwezigheid, leegte moet vorm krijgen. De beelden, de taal die Enquist daarvoor gebruikt, zijn nu eens subtiel, dan weer hard, ongepolijst, zonder literaire franje, soms zelfs lelijk. De beelden aan het voetbal ontleend vallen op. De muziek is een verbindend element. Ondanks de poging afstand te nemen, overweegt het schrijnende gemis.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.