De dood van een monnik
Alon Hilu
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Anthos, 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4085 |
31/12/2010
Wanneer stijl politiek wordt
Met zijn tweede roman, Huize Rajani, zorgt de jonge Israëlische schrijver Alon Hilu voor behoorlijk wat ophef. Niet zozeer omwille van literaire motieven, maar ? hoe kan het ook anders in een tragisch verscheurd land als Israël ? omwille van politieke motieven. En 'politiek' staat hier uiteraard voor een bepaalde visie op het Israëlisch-Palestijns conflict, meer specifiek op de beginperiode ervan: de opkoop van land door zionisten aan het einde van de negentiende eeuw. Er is vanuit Israëlische hoek de laatste decennia heel wat wetenschappelijk historisch onderzoek gedaan naar wat er precies gebeurd is bij de oprichting van de Joodse staat en in de directe aanloop daartoe. Dat onderzoek van de zogenaamde new historians heeft veel mythes omvergehaald en heel wat minder fraaie kanten van de Joodse aanpak blootgelegd: massale verdrijving van de Palestijnen uit hun dorpen, gebruik van terreur en geweld etc. Maar op de een of andere manier bleven de eerste zionistische kolonisten buiten schot. Hen werd zuiverheid van intentie en handelen toegedicht. Het is precies deze eerste generatie die Alon Hilu als onderwerp neemt, en niet om hun zuiverheid van intentie te beschrijven. Een collega-schrijver noemde Hilu een 'verrader', maar niemand minder dan president Shimon Peres sprak vol lof over het boek. Toch is het niet zonder gevaar het boek zonder meer met deze zware politieke agenda te beladen. Het boek is geen vertaling van een duidelijke politieke, i.c. anti-zionistische, stellingname. Het politieke zou wel eens meer met de literaire vormkeuzes te maken kunnen hebben dan op het eerste gezicht lijkt. En precies de mogelijkheden van literatuur zelf zouden wel eens verantwoordelijk kunnen zijn voor de heftige reacties, zowel voor als tegen.
Alon Hilu situeert zijn verhaal in 1895-1896 in Jaffa. Palestina maakt dan nog deel uit van het Ottomaanse rijk. De 'literaire vondst' van Hilu is om het verhaal over twee stemmen te verdelen: de stem van Isaac Loeminski, een Joodse agronoom en een van de eerste zionistische kolonisten, en de ziekelijke Arabische jongen Saleh Rajani, die de gave bezit om de toekomst te voorvoelen en te voorspellen. Het politieke van de roman zit in deze opsplitsing van het verhaal en in de onmogelijkheid om die twee verhalen met elkaar te laten samenvallen. Alon Hilu toont zich een groot stilist. Hij weet al na enkele pagina's twee volstrekt verschillende en meeslepende persoonlijke universums te creëren. Het singuliere van die twee verhalen wordt nog versterkt door het feit dat het om dagboekaantekeningen gaat. Isaac Loeminski en Saleh Rajani houden beiden een dagboek bij en vertrouwen daaraan gedachten en gevoelens toe die ze onmogelijk met hun omgeving zouden kunnen delen. Loeminski is pas getrouwd, maar zijn huwelijk raakt niet of nauwelijks geconsumeerd omwille van de koude afstandelijkheid van zijn vrouw. Hij laat zijn oog vallen op de mooie Arabische
mevrouw Rajani, moeder van Saleh. De Rajani-familie bezit een groot stuk vruchtbaar land. Loeminski slaagt erin om zowel de vrouw als het land te veroveren. Het is de ziekte van Saleh die beiden samenbrengt. De jongen lijdt zwaar onder apocalyptische visioenen. De eerste keer dat hij Loeminski in een straat van Jaffa ziet, meent hij in zijn verhitte, overspannen verbeelding een engel te zien. De vriendschap met Loeminski heeft een zeer gunstig effect op zijn ziekte. Totdat de ware bedoelingen van de 'engel' duidelijk worden.
Ik zei dat het om twee stemmen gaat, maar eigenlijk is er nog een derde. Aan het begin van de roman is er een noot van de redacteur, waarin gezegd wordt dat het boek gebaseerd is op brieven en dagboeken die in het Centraal Zionistisch Archief in Jeruzalem bewaard worden. Hilu speelt hier een spel met feit en fictie: het gaat om een fictief verhaal, maar hij gebruikt wel bestaande namen. Dat is niet zonder gevaar: nakomelingen van Haim Margaliot Kalvirsky dienden klacht in en Hilu besloot in de vertalingen deze naam te vervangen door Isaac Loeminski. Naar eigen zeggen heeft Hilu de dagboekaantekeningen van Saleh geschreven alsof ze vanuit het Arabisch in het Hebreeuws zijn vertaald. Het dagboek van Loeminski schreef hij in een negentiende-eeuws Hebreeuws, een combinatie met plechtig Bijbels Hebreeuws en ontleningen aan vreemde talen, die komisch overkomen. De originele Hebreeuwse versie van de roman bevat een lijst met woorden die niet langer gangbaar zijn in het modern Hebreeuws. Of de vertaler dat allemaal heeft kunnen respecteren, kan ik niet beoordelen. Wel klinken er in de Nederlandse vertaling twee eigen en krachtige stemmen en hebben de aantekeningen van Loeminski inderdaad vaak iets komisch-archaïsch. In de literatuurtheorie spreekt men van 'onbetrouwbare vertellers'. Ze vertellen ieder hun eigen versie van de feiten, gekleurd door hun verleden, hun verlangens, hun trauma's, hun eigen stijl. In principe is geen van beide verhalen volledig waar of onwaar, en toch voel je als lezer dat hier iets ernstigs aan de hand is. Hilu laat de twee verhalen zich parallel ontwikkelen: de roman is de afwisseling van over het algemeen vrij korte dagboekaantekeningen. Je krijgt als lezer niet de tijd om in een van de twee verhalen onder te duiken. Je wordt voortdurend op de andere stem gewezen. Maar hoe fascinerend het verhaal van de womanizer en ondernemingslustige Loeminski ook is, de passioneelste stem is die van Saleh. Huize Rajani is een boek van passies: vriendschap, liefde, jaloezie, bedrog, verraad, haat en wraak. Het maakt gebruik van de elementaire menselijke verhoudingen en emoties om een 'politiek' verhaal te vertellen. Hilu doet een beroep op het verhaal van Hamlet als een onderliggende structuur, waarbij Saleh Hamlet is en Loeminski Claudius. De tragedie wordt nu duidelijk. Loeminski weet mevrouw Rajani ervan te overtuigen haar hardvochtige man te vermoorden. Gaandeweg neemt hij het landgoed over. De wereld van Saleh stort in. Zijn visioenen worden steeds verschrikkelijker. Hij ziet de toekomst van het Palestijnse volk: de komst van steeds meer kolonisten, het geweld, de Naqba (de verdrijving in 1948), de overname van steeds meer land, de bombardementen, de doden, de onmacht van de Palestijnen. De ontvankelijke geestelijke toestand van de jongen geeft Hilu de gelegenheid om een zeer krachtige, gewelddadige, woedende, verwijtende, Bijbelse poëtische taal te schrijven, waarin de Joden als het absolute kwaad worden beschreven: 'als een web gesponnen door een troep groenogige spinnen, zullen zij eerst binnendruppelen, één voor één, evenals de engel die zich als een eenling onder ons heeft begeven, en later zullen zij zich aaneensluiten, zij zullen huizen en wijken voor zichzelf bouwen en geleidelijk aan, met sluwheid en wijsheid, onze volksgenoten verdringen, met schimpnamen aanduiden en met vreemdsoortige hoorns afschilderen [...] de hemel zal openbarsten en de sterren zullen uiteengaan en de zeeën zullen leegstromen, de aarde zal haar bewoners van zich afwerpen en naar een ander land verjagen, waar u allen in overvolle, stinkende, in de haast gebouwde kampen tot in eeuwigheid als ballingen zult leven [...] er zal geen dag voorbijgaan of zij zullen onze kinderen slachten en onze waterputten vergiftigen en eenieder die een Arabier doodt zal in hun ogen een verheven held zijn.' Als een waanzinnige profeet loopt Saleh door de straten van Jaffa en probeert de inwoners te overtuigen van de slechte bedoelingen van de Joden. De lezer kan niet anders dan in die woede meegaan. Het verraad van Loeminski is te schokkend. Toch, en ook dit is een kracht van het boek, wordt Loeminski niet als een monster afgebeeld. We leren hem via zijn dagboeken op een persoonlijke manier kennen, met al zijn vooroordelen, zwakheden en ambities. Hij staat niet boven het gebeuren als een meesterintrigant. Ook hij wordt meegesleept in de gebeurtenissen in een wereld die hij niet kent. Huize Rajani is niet alleen een spannend verteld verhaal, maar vooral een verhaal waarin stijl politiek wordt. [Erwin Jans]
Drs. B. Hummel
Lever in Israël geen kritiek op het zionisme; dan krijg je problemen. Vraag het Alon Hilu (1972). Hij zet in zijn tweede historische roman, spelend rond Jaffa, 1895, een jonge Pools-joodse emigrant, Isaac Luminsky, tegenover een jonge Palestijn, Salah Rajani. Beiden houden een dagboek bij. Isaac, feitelijk, over zijn slechte huwelijk, Palestina en zijn wil om daar vruchtbaar land te kopen. Salah, kleurrijk, koortsachtig, vol apocalyptische visoenen over de naderende ramp voor zijn Palestijnse volk. Ze worden vrienden. Salah ziet Isaac als vaderfiguur, maar Isaac begeert vooral Salahs moeder en haar land. Beide krijgt hij ook. Het wordt een verhaal van liefde, eer en verraad, die tot geweld en tragedie leiden. Een controversiële roman in Israëlische ogen. Een literaire prijs voor dit boek werd ingetrokken en in de Knesset stellen ze vragen. Paperback; kleine druk, ruime marges.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.