Terug naar het Honderd-Bunders-Bos : Winnie de Poeh beleeft nog meer avonturen met zijn vrienden en Christoffer Robin
David Benedictus (Auteur), Mark Burgess (Illustrator), A.A. Milne (Naar het werk van)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Goor, cop. 2009 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BENE |
Besprekingen
31/12/2009
Een diepgaand onderzoek naar het beeld dat mensen zich vormen bij het horen van de naam Winnie de Poeh zou ongetwijfeld razend interessante resultaten opleveren. Mij kwamen tot voor kort steevast beelden van overdreven zoete, brave beren en andere dommige knuffels voor ogen. Noem het de vloek van een generatie die opgroeide met tekenfilms, boeken, dekbedovertrekken en pyjama's uit de Disney-studio's. Zij waren het namelijk die de verpletterende verantwoordelijkheid droegen voor het ombouwen van de originele prenten van Ernest Shepard tot kleffe iconen.
Na een regenachtige zomer waarin ik dagenlang mijn kroost onderhield met het origineel van Alan Alexander Milne, vervaagden de Disney-figuren en werd hun plaats stilaan ingenomen door de rechtmatige eigenaar: Ernest H. Shepard. Shepard werkte destijds als striptekenaar en illustrator bij hetzelfde tijdschrift als Milne en zorgde voor de schitterende prenten bij de eerste uitgaven van Winnie de Poeh in 1926. De aandoenlijk eenvoudige tekeningen waren zwart-wit, en werden door de illustrator voor latere edities zelf ingekleurd.
De oorspronkelijke Poeh en zijn vriendjes waren gebaseerd op de speelgoedbeesten van Christopher Robin Milne, de zoon van de auteur. In 1961 kocht Walt Disney de rechten op het figuurtje, dat een belangrijke pijler binnen het concern zou uitmaken. De verhalen die daarvoor gebruikt werden, gingen zich tot grote spijt van de erven steeds meer van het origineel verwijderen. In oktober 2009 verscheen nu, na meer dan tachtig jaar én met de zegen van de Trustees of the Pooh Properties, het officiële vervolg op Winnie de Poeh en Het Huis in het Poeh-hoekje.
Spin-off
Er verschenen al eerder spin-offs van de boeken van Milne en Shepard. Zo er zijn tal van citatenboekjes, pop-ups, abc- en telboeken en andere educatieve projecten voor peuters en kleuters verschenen, en er kwam zelfs een reeks managementboeken met Poeh-beer in de hoofdrol. Ook al waren deze uitgaven grotendeels ingegeven door winstbejag, een klein pluspunt was dat ze vaak (zij het ook niet altijd) werkten met de authentieke beelden van Shepard. Daardoor ademden de boeken toch nog een beetje de sfeer van het origineel, zij het dan alleen maar in beeld.
Terug naar het Honderd-Bunders-Bos werd gemaakt met de toestemming van de erven van Milne en Shepard en kan dus bezwaarlijk als een spin-off gezien worden. We hebben hier eigenlijk te maken met het derde officiële Poeh-boek, zij het dan met een andere auteur en illustrator. Het boek gaat door waar de vorige waren opgehouden: Christoffer Robin ? en niet Janneman Robinson, zoals in de vertalingen van Nienke van Hichtum ? is ouder geworden en gaat naar de kostschool. Wanneer tijdens de vakantie een Gerucht de ronde doet dat hij terugkeert naar het Honderd-Bunders-Bos, zijn alle dieren helemaal door het dolle heen.
Diepzinnige beer
Het heeft nogal wat voeten in de aarde gehad vooraleer de erven akkoord gingen om een vervolg op de avonturen van Poeh en zijn vrienden te laten verschijnen. Eerst en vooral was er het probleem van de rechten, die jarenlang in handen waren van Disney. En ook het vinden van een schrijver en illustrator bleek geen sinecure. Maar in de figuur van David Benedictus en Mark Burgess vonden ze uiteindelijk twee vakmensen die ze voor deze moeilijke opgave geschikt achtten.
Benedictus had eerder al de boeken van Milne tot luisterboeken herwerkt, met stemmen van Dame Judi Dench, Stephen Fry en Jane Horrocks. De auteur schreef boeken voor volwassen, waarvan er een werd verfilmd door Francis Ford Coppola, had voor radio en televisie gewerkt en stond af en toe in het theater. Veel ervaring met het schrijven voor kinderen had Benedictus dus niet, maar dankzij zijn eigen kinderen en kleinkinderen kon hij zich naar eigen zeggen voldoende in hun leefwereld verplaatsen. Bovendien doorworstelde hij ter voorbereiding alle boeken en artikels die Milne in zijn loopbaan schreef.
Die grondige voorbereiding is in Terug naar het Honderd-Bunders-Bos duidelijk te merken en komt vooral tot uiting in de eerste verhalen, die meteen ook de minste zijn. Benedictus doet net iets te krampachtig zijn best om zo dicht mogelijk bij de stijl van Milne te blijven, wat resulteert in teksten die doorspekt zijn van elementen uit de oude verhalen. We krijgen om de haverklap Heel Goede Ideeën te lezen, briefjes vol spelfouten en verwijzingen naar Klontemiggels of andere zaken. Een beetje informatie is leuk, maar dit is echte overkill. Ook de karakters worden te dik in de verf gezet en uitvergroot. Waar Poeh bij Milne vaak ongewild maar net daardoor bijzonder grappig en diepzinnig uit de hoek kon komen, is hij bij Benedictus gewoon een lieve, dommige beer, en Iejoor is af en toe veeleer irritant dan grappig in zijn zelfmedelijden. Maar het minst geslaagd zijn veruit de nieuwe liedjes en versjes van Poeh. Terwijl die bij Milne echte pareltjes waren, ontbreekt bij Benedictus de subtiele, absurde humor en bekken de meeste bovendien ook absoluut niet. De voorlezer die daar nog iets melodieus van weet te bakken, zal van goeden muzikalen huize moeten zijn.
Maar zoals gezegd lost dit euvel zichzelf gedeeltelijk op, omdat de verhalen beter worden naarmate het boek vordert. Benedictus voegt nl. ook een aantal nieuwe elementen toe. Zo wordt Lottie de Otter als nieuw personage geïntroduceerd. Dat doet eventjes vreemd aan, maar doordat ze zowel qua tekenstijl als qua karakter goed bij de rest van de personages past, heb je na een tijdje de indruk dat ze deel uitmaakte van de vaste bezetting. Verder zijn het vooral de details waarvan de nieuwe verhalen het moeten hebben. Er is een leuk gegeven rond een Thesaurus, volgens Knorretje een heel eng beest, en een grappig verhaal over hoe de dieren van het Honderd-Bunders-Bos cricket leren spelen. In de originele, Engelstalige versie springen daarbij vooral een aantal woordspelletjes in het oog, die bij de vertaling helaas grotendeels verloren zijn gegaan.
Het beeld van een beer
Wie op Winnie de Poeh googlet en voorbij de obligate Disney-prenten raakt, zal merken dat er nog andere interpretaties bestaan, zoals een Russische versie die radicaal afwijkt van de Britse en de Amerikaanse. Maar niet alleen onze visuele herinneringen zijn gekleurd. Ook het karakter van de personages werd omgevormd en herkneed tot iets wat nog maar weinig weg had van hoe Milne zijn dieren oorspronkelijk had bedoeld, en dat hangt vaak samen met de visuele aanpassingen. Hoe wolliger en schattiger het dier, hoe dommer en onbenulliger het karakter, zo lijkt het wel.
Het is dan ook niet meer dan logisch dat de erven van Milne en Shepard op zoek gingen naar een illustrator die bereid was om de prenten bij het nieuwe boek volledig in de stijl van het origineel te maken. Mark Burgess was een voor de hand liggende keuze: hij had al een aantal kinderboeken op zijn naam, en die waren zonder uitzondering tamelijk klassiek.
Zijn prenten zijn in elk geval bijzonder geslaagd. Dusdanig geslaagd zelfs, dat de vraag zich opdringt of er hier en daar geen doorslagjes van de originelen zijn gebruikt. Een beetje knip- en plakwerk als het ware. De enige wezenlijke verschillen zijn te vinden in het nieuwe personage van Lottie de Otter, en in de figuur van Christoffer Robin. Die is uiteraard ouder geworden, en wordt geportretteerd als een beetje een spichtige jongen met een net iets moderner kapsel dan zijn voorganger. Ook zijn kledij werd aangepast: zoals het een jongetje dat op kostschool zit betaamt, draagt hij nu een short en een hemd. Het gezicht van Christoffer Robin viel ons dan weer tegen door een gebrek aan karakter.
Ondanks deze (minimale) aanpassingen, ademen de illustraties nog steeds helemaal de sfeer van het origineel. En dat is goed. Want niet alleen de volwassen voorlezers die geplaagd worden door nostalgie zullen hiervan genieten, ook jonge kinderen kunnen zich helemaal in deze lieve en gemoedelijke sfeer vinden.
Moest het zo nodig?
Dan rest ons nog de vraag waarom er zo nodig een vervolg moest komen op de twee oorspronkelijke boeken van Milne en Shepard. Je hoort in dat verband maar al te vaak de woorden 'onnavolgbaar' en 'uniek' vallen. En dat waren die boeken ook. Dus neen, voor ons had het niet gemoeten. Want dat is het onvermijdelijke aan een onnavolgbare klassieker: die is niet te evenaren. Dan heb ik net zo lief iets helemaal nieuws.
De verhalen van Benedictus en de prenten van Burgess zijn verrassend goed, rekening houdend met de onmogelijke taak waarvoor zij zich gesteld zagen. Maar een nieuw citatenboek valt er uit Terug naar het Honderd-Bunders-Bos niet samen te stellen. Daarvoor zijn er weliswaar voldoende aardige aanzetten, maar die blijven veelal steken in goede bedoelingen, waardoor ze nooit de puntige clous of ontknopingen van het origineel kunnen evenaren. En daarmee hebben we eigenlijk het hele boek samengevat. [Tine Mortier]
Anne van Dijk
Tachtig jaar is het stil geweest in het Honderd-Bunders-Bos, maar met de komst van deze ‘terugkeer’ is die stilte op redelijk succesvolle wijze doorbroken. Met toestemming van de erven van Milne en Shepard komen Poeh, Knorretje, Iejoor en al die andere weer tot leven in dit prachtig vormgegeven boek. Op het eerste gezicht lijkt de lezer dan ook een ‘echte’ Winnie de Poeh in handen te hebben. De illustraties geven het verhaal direct een authentiek karakter, hoewel ze soms zoeter en frivoler zijn dan de originele tekeningen en niet altijd precies aansluiten bij het vertelde. Het verhaal begint zonder veel verrassingen: de dieren wachten op de terugkomst van de iets oudere Christoffer Robin (niet Janneman Robinson). Dat die inmiddels naar school gaat, is goed te merken: er wordt een Hogeschool opgericht en de dieren krijgen cricketles - ingewikkelde onderwerpen die te ver bij de oorspronkelijke onderwerpen vandaan liggen. Nieuw zijn Lottie de otter en de verschrikkelijke Thesaurus. Poehs filosoferende beschouwingen zijn jammer genoeg (te) dun gezaaid. Voorlezen vanaf ca. 4 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.
Terug naar het Honderd-Bunders-Bos
Tanja Maes
ua/an/22 j
Een nieuw deel schrijven van Winnie de Poeh is zo goed als ondenkbaar. Het eerste boek van Winnie de Poeh verscheen in 1926. De boeken zijn geliefd bij jong en oud en hebben dat tijdloze dat echte klassiekers hebben. Daarom is het niet evident om de stijl van A.A. Milne evenaren. De Britse auteur David Benedictus en illustrator Mark Burgess waagden er zich toch aan. Ze werden aangemoedigd door de erven van Milne en Shepard en tekenden en schreven tien nieuwe verhalen in de oude, bekende stijl. Na ‘Winnie de Poeh’ en ‘Het huis in het Poeh-hoekje’ is er nu dus zogezegd een derde deel: ‘Terug naar het Honderd-Bunders-bos’, meer dan tachtig jaar na het verschijnen van het eerste boek. Al bij al is het boek geslaagd. Benedictus en Burgess deden hun uiterste best om de bekende karakters en de sfeer te behouden. Poeh blijft de lieve beer, Knorretje is nog steeds onzeker en Iejoor zit nog steeds gevangen in zijn melancholie. Mark Burgess’ illustraties zijn prachtig en doen je twijfelen of ze toch niet het werk zijn van E.H. Shepard. Hoewel het boek dezelfde gezellige sfeer uitstraalt, moeten de uitspraken van Poeh toch wat aan diepzinnigheid inboeten. Milne kon op een subtiele, humoristische manier heel wat zeggen over de dingen des levens. Benedictus slaagt daar iets minder in. Toch maakt dit het boek niet minder goed. Het is goed geschreven en voor je het weet zit je weer helemaal terug in de Poeh-wereld. Het boek telt tien hoofdstukken met de gekende figuurtjes Christoffer Robin, Poeh, Iejoor en Knorretje. In hoofdstuk één komt Christoffer Robin terug en wordt hij overladen met allerlei geschenkjes. Vanaf dan begint weer een dromerig verhaal dat zowel jong en oud zal kunnen bekoren. ‘Terug naar het Honderd-Bunders-Bos’ is mooi uitgegeven met harde kaft en omslag met uitsparing waardoor Christoffer Robin en Poeh in een mooi kadertje komen te staan. Een rood lint verwerkt in het gebonden boek maakt het geheel helemaal af.
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.