De jacht op de sabeltandtijger
Pieter Van Oudheusden
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2009 |
JEUGD : VERHALEN GEEL (7-8 J.) : VANO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Eenhoorn, 2009 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VANO |
31/12/2009
Pieter van Oudheusden situeert zijn sprookjesachtig verhaal ergens in het Oosten en begint in medias res. Aisja komt aan bij het paleis. Ze heeft een lange reis afgelegd om de sultan te spreken, maar de wachters versperren iedereen de toegang. Aisja spreekt een man aan die het paleis uitgaat. Hij verzekert haar dat ze "in geen honderd jaar" de sultan te spreken zal krijgen. Ze stort haar hart bij hem uit. De mensen hadden haar immers gewaarschuwd dat de sultan zich niet bezighoudt met het arme volk, dat hij opgeëist wordt door zijn generaals, door politiek, kunst en wetenschap, door zijn talrijke en veeleisende vrouwen. Ze zegt: "Nee, ik kan me niet voorstellen dat de sultan een gelukkige man is." Haar klaagzang brengt de man ? van wie het meisje nooit beseft dat het de sultan zelf is ? tot inzicht. Hij gooit zijn leven en bestuur radicaal om: "Geen vorst staat boven zijn volk. Want kijk wat er gebeurt als het stormt. De oeroude olijfboom waait om, bliksem splijt de machtige eik, maar het gras buigt in de wind. [...] Keizers, koningen, sultans... ze zouden vaker moeten stilstaan om naar het gras te kijken."
Het thema van Aisja is niet nieuw: het onschuldige kind houdt de machtige, zelfzuchtige heerser een spiegel voor. De lijn die Van Oudheusden bewandelt tussen verhaal en moraal is erg dun. De hedendaagse lezer huivert van een belerende toon en dit lost de schrijver op door op een droge manier te vertellen, wars van enig sentiment. Maar door de afstandelijke toon mist de lezer betrokkenheid t.o.v. de personages. Het pleidooi van het meisje raakt je niet zoals het de sultan raakt. De plotse ommekeer van de sultan laat de lezer dan ook beduusd achter.
De illustraties van Stefanie de Graef trekken op een opvallende manier de schrijfstijl door: ze zijn mooi, toch hebben ze ook iets bevreemdends. Vaak zijn ogen niet uitgewerkt en figuren zijn in zichzelf gekeerd. De afwerking lijkt slordiger dan in haar andere boeken, Ik ben Pomme (De Leeswelp 2008, nr. 6, p. 212) en Vreemdgaan (De Leeswelp 2007, nr. 4, p. 152), maar sluit aan bij de oude sfeer van het verhaal. De achtergronden in olieverf lijken op de afgebladderde muren van paleizen. Ze worden afgewisseld met heldere details in de voorgrond: het smeedwerk van het paleis, de prachtige paarden van de sultan, wervelende derwisjen, dadelbomen. De illustraties zorgen voor een sprookjesachtige mystiek.
Pieter van Oudheusden schreef tot nog toe vnl. prentenboeken voor kleuters. Steeds levendige verhalen met veel humor, zoals De stier met de mooie benen (De Eenhoorn, 2008) en Een haas in maart (De Leeswelp 2006, p. 216). Toch is hij met dit prentenboek voor de oudere lezers niet aan zijn proefstuk toe. Het mooie meisje (De Leeswelp 2004, nr. 7, p. 266), schitterend geïllustreerd door Goele Dewanckel ,is een prachtig en bijzonder poëtisch prentenboek. Het wonderpaard (De Eenhoorn, 2007), een eerste leesboek gebaseerd op een oude Chinese wijsheid, vertoont qua stijl en toon heel wat gelijkenissen met Aisja. Het didactische primeert in beide verhalen op het leesplezier. [Eva Jacobs]
K. Ghonem-Woets
Aisja komt bij het paleis om een baan voor haar broer te vragen, zodat het gezin rond kan komen, nadat haar ouders arbeidsongeschikt zijn geworden. Ze vertelt haar verhaal aan een man die haar mogelijk naar de sultan kan brengen. En passant maakt ze duidelijk hoezeer het volk lijdt onder wat de sultan aan arbeid en inkomsten vraagt. Deze man, die de sultan zelf blijkt te zijn, neemt afscheid met een hoopvol inzicht: in een storm worden vorsten gespleten als oude olijfbomen, maar het volk richt zich weer op als gras, alsof er niets gebeurd is. In sprookjes als ‘De kleren van de keizer’ wordt de machthebber in zijn hemd gezet en geconfronteerd met zijn ijdelheid. In dit verhaal echter wordt een sultan een zachte spiegel voorgehouden, maar wel een met grote invloed op zijn gedrag. Helder verteld verhaal, verdeeld in scènes als korte hoofdstukjes en prachtige illustraties in natuurkleuren die de lezer meenemen naar een andere wereld, AVI-M5. Mogelijk wel verwarrend dat de man drie keer met iets andere kleding getekend is. Tijdloos, sprookjesachtig verhaal, gesitueerd in de islamitische wereld, dat een universeel aansprekende moraal ten aanzien van gerechtigheid, naastenliefde en eenvoud overbrengt. Om voor te lezen aan kinderen vanaf ca. 6 jaar, zelf lezen vanaf ca. 8 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
Vijf dagen liep Aisja om bij het paleis van de sultan te komen. Ze wil de sultan spreken. Aisja wacht aan de zijdeur in de muur rond het paleis. Er komt een man naar buiten: een bediende, denkt Aisja. Ze gaat naar hem toe en ze herhaalt dat ze de sultan wil spreken. 'Zijne Hoogheid heeft het paleis verlaten. En wie zegt dat hij tijd heeft voor een simpel meisje als jij?', antwoordt de man. Het bevestigt wat Aisja de mensen onderweg hoorde zeggen en ze vertelt het aan de man. De sultan is uit op macht en rijkdom en omringt zich met raadsheren die precies zeggen wat hij wil horen. Hij is de enige die rijk wordt van het geploeter van zijn onderdanen. De mensen zijn arm en lijden honger. Het volk klaagt maar de sultan doet of hij doof is. Bedelaars, weeskinderen, kreupelen ... de sultan ziet ze niet. De man luistert en zegt dat hij de vraag van Aisja wel wil overbrengen aan de sultan. Dan vertelt Aisja haar verhaal. Vader heeft zich kapotgewerkt in de mijnen, moeder is aangetast door de verf bij het wol verven, de oudste broer en kostwinner is meegenomen door de soldaten om te vechten voor de sultan. Maar eigenlijk komt ze voor haar jongste broer Hafid. Hij is doof en stom maar hij kan bijzonder goed met paarden overweg. En of er geen werk voor hem is als stalknecht bij de sultan? De man geeft Aisja een ring. Die moet Hafid meebrengen als hij naar het paleis komt. Niet lang na dit gesprek worden alle vleiers weggestuurd uit het paleis. De sultan verkoopt al zijn rijkdommen en bouwt scholen en ziekenhuizen. Dit is een realistisch sprookje met een (te) wensvervullend happy end. Het speelt zich af in een niet nader genoemd Arabisch land. De inhoud richt zich tot kinderen vanaf de tweede graad basisonderwijs en nodigt uit tot gesprek. Het is slot is mogelijk te positief maar kan anderzijds aan de kinderen het gevoel geven dat de wereld niet aldoor slecht hoeft te zijn en dat is misschien ook nodig in deze tijd. Het is trouwens een sprookje. De illustraties zijn heel mooi en geven de Arabische sfeer heel goed weer.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.