Einde verhaal : roman
Philibert Schogt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SCHO |
31/12/2010
In Beste reiziger kiest Philibert Schogt voor een mengeling van een ik- en een jij-roman. De 'ik' is de dertigjarige Max Vermeer, die al vijf jaar reisgidsenmedewerker is voor de 'À la carte'-reeks voor 'kritische, kieskeurige mensen met een avontuurlijke instelling'. De 'jij' is een 'gedachtespinsel', een imaginaire reiziger die Vermeer voortdurend toespreekt tijdens de reis die hij aan het maken is voor een nieuwe 'À la carte'-gids over Groot-Brittannië en Ierland. Om de overeenkomsten met een echt gesprek (een monoloog eigenlijk) te vergroten zijn de zinnen eenvoudig gehouden, en wordt het verhaal verteld in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Het doel van Marc Vermeers uiteenzetting is 'zichzelf in kaart te brengen.'
Max is nl. geen 'gewone' reisgidsenschrijver. Hij geeft probleemloos toe dat hij liever lui dan moe is. Zijn informatie haalt hij grotendeels van het internet en uit diverse andere gidsen, zoals 'Lonely Planet', 'The Rough Guide' en 'Le Guide du routard'. Vaak blijft hij gewoon in zijn bed and breakfast luieren in plaats van de toeristische hoogtepunten (waar hij toch nooit lang door geïmponeerd kan worden) écht te bezoeken. Een kei in het voor de gek houden van zijn lezers is hij wel: van alle redacteurs van 'À la carte' scoort hij jaar na jaar het kleinste aantal 'kloosterboertjes' ? het woord dat hij en zijn collega's gebruiken voor door lezers gemelde fouten. Aan het eind van de roman zal de lezer zelf ervaren dat Vermeer zijn 'techniek' niet uitsluitend voor reisgidsen reserveert.
Maar waarom moet hij zichzelf nu zo dringend in kaart brengen? De autorit van Amsterdam naar Swansea heeft Vermeer samen met Linda gemaakt. Linda is een jonge, onervaren, niet van zelfvertrouwen blakende collega die Wales zal doen voor de nieuwe gids en die erg naar Max opkijkt. In een bui van openhartigheid doet Vermeer iets wat hij nog nooit gedaan heeft: hij vertelt Linda over zijn manier van reisgidsenschrijven. Het zal hem uiteindelijk zuur opbreken.
De autorit naar Swansea heeft nog een andere consequentie. Ze brengen samen de nacht door en wanneer Vermeer de volgende dag verder naar Ierland reist, begint hij te lijden aan een erg late vorm van kalverliefde. Hij bestookt Linda met sms'jes, maar krijgt geen antwoord. Een paar dagen wordt Vermeer wel opgebeld door zijn hoofdredacteur: Erik Hoogendijk, een geëngageerd journalist en gedreven wereldhervormer met wie hij ooit goed bevriend was (ze hebben nog drie maand samen door het 'echte' Mexico getrokken), is vermoord toen hij daar op reportage was.
Liefde en dood brengen een schok teweeg en Vermeer is een tijdje het noorden kwijt. Toch is de impact maar tijdelijk: hij onderbreekt zijn reis langs de Ierse westkust niet om naar Eriks begrafenis te gaan (wat mocht van de hoofdredacteur). De uiteindelijke indruk is dat hij zijn leventje van 'vrolijk voort te glippen en te glibberen' wel weer zal opnemen.
Philibert Schogt laveert in Beste reiziger tussen drie teksttypes: zelfanalyse (met de daarbij horende spanning tussen het beeld dat de verteller van zichzelf wil geven en het beeld dat hij bij de lezer creëert),
reisverhaal (de informatie in bijvoorbeeld het uitgebreide relaas van Max Vermeer over zijn bezoek aan het Unesco-erfgoedeilandje Skellig Michael klopt ? hier stel je je als lezer natuurlijk de vraag of Schogt er ooit zelf geweest is of de boel ook bij elkaar heeft gegoogeld) en satire, die erg geloofwaardig overkomt. Iedereen die een reisgids ter hand neemt over een hem of haar welbekende stad of streek fronst regelmatig de wenkbrauwen tijdens het lezen.
Beste reiziger leest vlot weg en is erg onderhoudend, maar een echt diepe indruk maakt het boek niet. En de achterplatschrijver die beweert dat Vermeers reis "langzamerhand [verandert] in een zoektocht naar een zinvoller bestaan" heeft het boek niet al te goed gelezen ? of vertoont ook de flaptekst de ambiguïteit die zo kenmerkend is voor de hele roman? [Johan Waumans]
L.A.A. Kruse
Vierde roman van Philibert Schogt (1960). Max Vermeer (30) is na een mislukte studie Nederlands in een gemakkelijk baantje gerold, reisgidsschrijver. Vijf jaar lang reist hij de wereld rond, ‘een heerlijk luizenleventje’. Lui en oppervlakkig als hij is, zuigt hij reiservaringen uit z’n duim of schrijft ze over. Een hartstochtelijke liefdesnacht met collega Linda in Wales en de dood van ooit zijn beste vriend Erik veranderen zijn leven. In een originele vorm doet Vermeer in de ik-vorm aan ‘Beste reiziger’ verslag van zijn drieweekse fictieve reis door Ierland en van de vragen die hem sinds Linda en Erik kwellen: wie ben ik, hoe sta ik in het leven, hoe moet ik verder? Uiteindelijk wordt hij via de argeloze Linda door zijn baas ontmaskerd als een huichelaar en bedrieger en staat hij, met de ‘Beste reiziger’, aan de rand van de kolkende Atlantische Oceaan, diep beneden hen. Eén klein zetje is genoeg! Simpel en vlot verteld verhaal, vol afwisseling, met een typisch Schogts personage: iemand die door ontluisterende ervaringen inziet dat zijn leven is mislukt. Gebonden, kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.