Der Turm
Christian Schwochow
Uwe Tellkamp (Auteur), Goverdien Hauth-Grubben (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, 2009 |
VOLWASSENEN : ROMANS : TELL |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : TELL |
31/12/2010
Semperoper en buitentoiletten
Het is een cliché dat Duitsland nog niet klaar is met de twintigste eeuw. Van 1949 tot 1989 bestond het land dat onlangs zo vrolijk zijn eenheid vierde niet alleen officieel uit twee landen, regimes en ideologische hegemonieën, maar waren het ook twee andere werelden, twee fundamenteel andere werkelijkheidservaringen. Misschien is er literatuur voor nodig om de gelaagdheid en complexiteit daarvan opnieuw op te roepen. Aan Wenderomans is er de laatste jaren in ieder geval geen gebrek, en het merendeel van de interessante jonge Duitse auteurs komt uit het Oosten.
Een van die stemmen ? en niet de minste ? is Uwe Tellkamp, een eenenveertigjarige arts die schrijver werd. Tellkamp werd geboren in Dresden in een beschermd burgerlijk milieu. Hij wilde arts worden, maar moest eerst een 'vrijwillige' legerdienst doen in de Nationale Volksarmee, waar hij problemen kreeg. De biografie van de auteur is uiteraard onbelangrijk, maar in dit geval verklaart ze wel ten dele de precisie en de kennis van zaken waarmee Tellkamp te werk gaat in zijn caleidoscopische roman De toren, die in Duitsland dan ook volledig terecht bekroond werd met verschillende belangrijke prijzen.
De op Tellkamps eigen ervaring gebaseerde scènes in de Nationale Volksarmee behoren ongetwijfeld tot de meest beklijvende van het boek. Wanneer Christian ? het personage dat het meest kans maakt op de titel 'alter ego' ? merkt dat er geen mogelijkheid is om de legerdienst te ontlopen, begint hij eerst 'oprecht te liegen', welgemeend nepenthousiasme te tonen. Hij tekent zwierig voor drie jaar, komt in de tankdivisie terecht, en maakt er de grote fout de staat uit te schelden wanneer een van zijn makkers, de geplaagde Burre (die later informant blijkt te zijn) in een oefening om het leven komt. Had zijn oom Meno hem niet de raad gegeven ervoor te zorgen dat hij altijd en overal onopgemerkt bleef? Moest hij niet leren te 'zwijgen als de Pravda'? Christian wordt voorgeleid wegens smaad aan de staat. 'Het gaat hier niet om de dood van kameraad onderofficier Burre, die is natuurlijk betreurenswaardig. We zullen dat onderzoeken, dat spreekt vanzelf [...] U hebt opmerkingen gemaakt. U hebt ons belasterd. Hebt openlijk onze staat aangevallen! [...] Onze staat belasteren! Dat is het ergste!' Christian, wiens bijnaam in het leger Nemo is, wordt veroordeeld tot een jaar dwangarbeid, wat hem doet besluiten dat hij nu echt Nemo is. Niemand.
Oprecht liegen, zwijgen als de Pravda, niemand worden: het zijn in een totalitair regime de enige werkbare strategieën. Wie het niet doet, gaat kapot.
Burgers in een arbeidersparadijs
Maar veel vroeger, voor hij niemand werd, woonde Christian in een beschermd milieu in huize Karveel, een villa in Jugendstil in de oude burgerlijke wijk rond de Torenstraat. De wijkbewoners worden in de roman consequent de 'torenbewoners' genoemd, waarbij de extra toespeling in het Nederlands wel verlorengegaan is: het Duitse woord 'türmen' betekent ook 'vluchten'. Het zijn met andere woorden lieden die zich enerzijds een beetje boven de anderen ? de arbeiders en de boeren in het arbeiders- en boerenparadijs ? verheven voelen, terwijl ze zich anderzijds opgesloten hebben in een ivoren toren en er de realiteit ontvluchten. De wijk rond de Torenstraat is weliswaar in verval (en is dat naargelang 1989 dichterbij komt steeds meer), het stinkt er 's winters vreselijk naar bruinkool en de Elbe is er een dode rivier, maar de idealen van de Bildungsbürger zijn er springlevend. Tellkamp is de eerste die zo uitgebreid en precies schrijft over een milieu dat in de DDR eigenlijk niet had mogen bestaan, maar dat er wel was. Christians vader Richard is chirurg, zijn ooms Niklas, Meno, Hans en Ulrich zijn respectievelijk arts, zoöloog en redacteur van een luxe-uitgeverij, toxicoloog en technisch directeur. Het is het type milieu waar het grootste scheldwoord 'cultuurbarbaar' is; er wordt bij een glaasje sherry over Goethe of Thomas Mann gekeuveld, op familiefeestjes wordt door de kinderen een stukje Schubert of Mozart ten beste gegeven. En in het juiste gezelschap wordt er voorzichtig een beetje kritiek geuit op een regime waarvan men het liefst zou ontkennen dat het bestaat. In de wereld van 'de vloek van het trappenlopen naar allerlei instanties' probeert men slechts op bezoek te zijn. Dresden, met die eigenaardige mengeling van trots, burgerlijkheid en sprookjesachtigheid, is de ideale plaats om in het verleden te leven, in wat oom Meno de 'zoete ziekte gisteren' noemt: 'ze zuchten "Frauenkirche" en "Taschenbergpalais!" en "Ah, de Semperoper!" maar nooit "Buitentoiletten!"'. Meno, Christian en Richard zijn de drie gezichtspunten van waaruit verteld wordt, maar Meno is de enige die erin slaagt zijn milieu kritisch te bekijken.
De toren begint bijzonder klassiek, in een soort burgerlijk-realistische stijl: Richard, belangrijk chirurg, viert met familie en vrienden zijn vijftigste verjaardag met een groot en luxueus feest. Tellkamp besteedt bijzondere aandacht aan al die eetwaren die met veel moeite bijeengebracht zijn en soms van 'daarginds' komen. Een hele resem personages passeert de revue, allen op het toppunt van hun macht en kunnen, met een hybris die bij momenten naar onvoorzichtigheid neigt. Als lezer besef je dan al dat met het verval van de DDR-staat ook de familie uiteen zal vallen. De verwaten en ambitieuze Christian belandt in de Volksarmee en vervolgens in gevangenschap. Richard blijkt er een tweede familie op na te houden en wordt gechanteerd door de Stasi. Muriel, de dochter van oom Hans, komt in een instelling terecht (waarna het contact met het hele gezin stopgezet moet worden). Meno sluit zich steeds meer op in boeken en studie.
Terwijl het verhaal opschuift naar dat onvermijdelijke kookpunt van november 1989, verandert geleidelijk de overheersende stijl van De toren. Het burgerlijk-realisme, aangevuld met sprookjesachtige elementen en verwijzingen naar de romantici E.T.A. Hoffmann en Wilhelm Hauff, gaat over in een heel andere, veel hardere, minder mild-humoristische, meer naar socialistisch realisme neigende stijl naarmate het de personages moeilijker valt hun schijnzekerheden vast te houden. Steeds meer dringt de DDR door tot in alle geledingen van hun leven, tot in hun denk- en gevoelswereld. Tot in de liefde: Richards dubbele gezinsleven mislukt en hij blijft als een gebroken man achter, terwijl zowel Meno als Christian frigide worden (en daardoor een geliefde mislopen), want 'je kunt je in dit land niet als een klein kind gedragen'.
Modernist
Maar eigenlijk valt dit boek niet samen te vatten: honderden figuren treden op, nevenhandeling na nevenhandeling onderbreekt het verhaal, literaire verwijzingen zijn zo talrijk dat je er op den duur moe van wordt, de meest uiteenlopende stijl- en taalregisters worden gebruikt ? soms meerdere op dezelfde pagina. Wie dikke boeken schrijft, heeft dikwijls ook onvoldoende geschrapt. De toren telt 850 dichtbedrukte pagina's en bevat zinnen als: 'Hoogst gevoelige stethoscopen verschaften zich zekerheid, alsof ze in de handen van vroedvrouwen op de van geruchten zwangere buiken van de zomerdagen lagen, die door het geschroeide, door barok gevormde stapelwolken platgedrukte Elbe-dal waggelden zonder naar een plaats voor de bevalling te zoeken.' Der Turm vertalen moet geen sinecure geweest zijn. Op de achterflap van de Nederlandse versie noemt men dit boek 'de langverwachte grote Wende-roman'. Klopt dat? Misschien leiden het narcisme, de opzichtige loden ambitie en de amper eenentwintigste-eeuws te noemen wijdlopigheid van Tellkamp in de eerste plaats tot ergernis. Hier wordt al eens anderhalve bladzijde besteed aan pakweg de bijenlelie op een smeedijzeren hek, of wordt een zin in het midden afgebroken en pas tien bladzijden verder weer opgenomen. Het komt het leesplezier niet altijd ten goede.
Maar natuurlijk gingen alle grote modernisten te ver, vanuit het besef dat de klassieke expressiemogelijkheden niet volstonden om de complexiteit van wat ze probeerden te beschrijven recht te doen. In die traditie schrijft Tellkamp zich in. En het resultaat is ? naast soms ergerlijk compromisloos ? een ontzaglijke tour de force. Al vergt het boek onbeleefd veel van het uithoudingsvermogen en de concentratie van de lezer, de laatste jaren van de DDR worden er beter dan ooit tevoren in tot leven gebracht. Voor wie ervan houdt romans te lezen waarin nog wordt gepoogd om zoekend, wroetend en uitweidend een totaalbeeld te vatten, is dit boek gefundenes Fressen. [Jeroen Theunissen]
J.F. Vogelaar
Met deze kolossale roman over de laatste zeven jaar van de DDR maakte de schrijvende arts Tellkamp (1968) op slag furore. ‘…maar toen opeens…sloegen de klokken, sloegen 9 november, Duitsland, verenigd vaderland, sloegen tegen de Brandenburger Tor’. De rest is geschiedenis. Tellkamp gaat in op de voorgeschiedenis, gelokaliseerd in de oude villawijk ‘De Toren’ in Dresden, in het milieu van intellectuelen, artsen en kunstenaars, geen dissidenten, overgebleven uit een andere tijd. Zoals de voormalige zoöloog, ‘fout’ ten tijde van de Praagse Lente en gedegradeerd tot redacteur bibiofiele uitgaven. Of zijn neef, de zeventienjarige scholier Christian, die de laatste jaren van de republiek in het leger en de gevangenis zit. Dit boek kon pas twintig jaar later geschreven worden én alleen door iemand die deze wereld van binnenuit kende. Tellkamp geeft een epische inboedelbeschrijving van Dresden, met veel personages en veel details, en gezien het milieu in de juiste toon. Een monumentaal tijdsdocument. Bekroond met de Uwe-Johnson-Preis en de Deutsche Buchpreis 2008 (de Duitse Booker). Gebonden, kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.