De nacht van 2 april
Jan Simoen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2009 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : SIMO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2009 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : SIMO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2009 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : SIMO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 2009 |
Kinderhoek :
|
31/12/2010
Botsen met de grenzen van het genre
Jan Simoen is een naam die allicht niet veel introductie meer behoeft. De auteur is onder meer bekend van zijn trilogie over Jonas, Anna en Michaël (Met mij gaat alles goed, En met Anna? en Veel liefs van Michaël), en kreeg recent ook heel veel aandacht met zijn nieuwste boek, Slecht. Het werd bekroond met een Boekenwelp, een Gouden Zoen, de Prix Libbylit 2009 en de Prijs voor Letterkunde van de Provincie West-Vlaanderen. 'Sigi' is een reeks van Simoen die misschien minder in de picture komt, maar wel heel veel lezers weet te bekoren. Op de website van de auteur is dan ook een speciaal luikje aan Sigi gewijd.
Sigi is een cartooneske antiheld pur sang, een 'superpuber' die zich nauwelijks kan beredderen: sport ligt hem niet, koken kan hij niet, meisjes maken hem verward en hij laat zich al eens doen door zijn omgeving. Zijn bijzondere gezinssituatie (oudere broer van het pantoffeldiertjesbrein Wieland, zoon van een alternatieve single moeder) maken het er voor hem ook niet makkelijker op. Sigi doorworstelt de puberteit met al zijn hoogtes en laagtes: conservatieve leerkrachten, zakgeld, meisjes en 'erbij horen' houden hem bezig. In de traditie van Sue Townsends Adrian Mole (naar wie Simoen regelmatig knipoogjes laat vallen) gaat hij nu eens euforisch, dan weer pathetisch om met wat zijn pad kruist. Net als bij Mole is Sigi's kracht dat hij alles wat hem overkomt, mooi kan uiten, of, zoals zijn leerkracht het verwoordt: 'Sigi heeft een merkwaardig taalgevoel'. In deze humorverhalen pakt Sigi via dagboekstukjes, gedichten (meestal groots van opzet), woordspelletjes en slimmigheden de lezer in. En wat meer is, Sigi sleept je in zijn gedachten en avonturen mee zonder dat je het gevoel krijgt dat Simoen de boel heeft zitten polijsten. Sigi's taal is eenvoudig, maar heeft iets gesofisticeerds. Toch blijft wat Sigi zegt geloofwaardig voor een jongen van zijn leeftijd. Simoen voelt verder prima aan hoe jongeren waarnemen en reageren (bijvoorbeeld in de klas) en hoe ouderen oordelen. Zo lijkt het alsof de treinpassagiers Sigi en Wieland eerst als 'jonge criminelen' waarnemen, daarna bestempelen ze hen als 'arme schapen' met een 'moeder [die] er raar uitzag'. Simoen weet wat Sigi en de anderen denken dus uitstekend op papier over te brengen. Daarvoor is humor zijn belangrijkste troef, en zijn de overdrijvingen van een groot nut. Ze verlevendigen het verhaal en stellen de lezers in staat sympathie op te brengen voor de spitsvondige Sigi, die het ene na het andere tragikomische lotgeval op zijn bordje krijgt.
Aan de verdienstelijke stijl van 'Sigi' zou ik dan ook niets willen opmerken. Die is oprecht erg grappig en bijzonder ontspannend. Wel vraag ik me af waarom Simoen een andere weg lijkt in te slaan met de recentste twee boeken, Goed bezig, Sigi! en Sigi en Julia (die bij Querido verschenen zijn, in tegenstelling tot de eerste twee bij Averbode, Sigi en Sigi²). Het nieuwste verhaal lijkt zich te concentreren rond één bepaalde verhaallijn, namelijk de opvoering van het schooltoneelstuk Romeo en Julia. In tegenstelling tot de eerste twee 'Sigi'-bundels wordt hier dus minder uitgegaan van een voor pubers herkenbare aaneenrijging van krasse daden, die meteen ook een heel natuurlijk tijdsverloop en een natuurlijke opbouw aan het boek meegaven ? van schoolvakantie tot schoolvakantie trachten te overleven. Sigi en Julia opent met de onwaarschijnlijke toelatingsproef voor Sigi om toe te treden tot het leuk gevonden dichtersgenootschap 'Dichters in de mist'. Hij wordt namelijk uitgedaagd tot het binnenwerken van Stinky Alex' lunchpakket. Het draait uit op een fake pis-en-kakdieptepunt dat niet kan overtuigen, noch amuseren. Dan krijgt Sigi's klas de tragedie van Shakespeare te horen. Als Sigi het verhaal van Julia Peeters en Romeo Janssens navertelt, klinkt daar iets te veel een enthousiaste leerkracht in door. Het verhaal wordt ook te vaak herhaald: een impopulaire leerkracht wil Romeo en Julia als schooltoneel opvoeren, maar moet bijgestuurd worden. Dat Sigi de lezer dan bovendien nog eens zonder verpinken perfecte zelfbewerkte passages van het toneelstuk voorschotelt, gaat er helemaal over. De ontknoping is (tegen alle Sigi-wetten in) cliché en voorspelbaar, en hoewel er nog steeds heel veel leuke Sigi-vondsten de revue passeren, doet het geheel minder authentiek aan. Want sinds wanneer ziet de antiheld zijn verlangens ingelost? Daarnaast heb ik het gevoel dat Sigi steeds minder 'iedereen' vertegenwoordigt, hetgeen net de grote kracht van de eerste twee bundels is. In het derde boek worden een hoop persoonlijke details prijsgegeven, die Sigi een stuk concreter maken. Hoewel de verhalen zich al van in het begin tegen een realistische setting afspeelden, werd die nooit expliciet kenbaar gemaakt. Sigi zou bij wijze van spreken iedereen kunnen zijn. Daar breekt Simoen mee in Goed bezig, Sigi!, als Sigi opeens ontegensprekelijk in Leuven blijkt te wonen, een vader heeft die in Oostende met een andere vrouw samenwoont en gaat trouwen, en nogal out of the blue een vreemde belevenis op de Leuvense kerstmarkt doormaakt. Voor mij roepen die concretiseringen toch vragen op. Het genre leent zich niet tot veel concretisering of uitdieping, het personage vroeg er niet om, en niet elke dertienjarige lezer is vertrouwd met de Leuvense kerstmarkt. Wil Simoen soms het heraangelegde Fochplein naar zich vernoemd krijgen? Gek genoeg wordt Sigi voor mij juist door die concretiseringen minder herkenbaar. Sigi kan namelijk plots niét meer iedereen zijn. Die breuk hoort ook wel een beetje bij het opgroeien natuurlijk: alles wordt complexer en niet meer louter om te lachen... Maar Sigi zelf dan?
Sigi zelf heeft ook aan humor ingeboet. Enerzijds is er het probleem van de herhaling. Simoen moet er zich zeker van bewust zijn dat bepaalde stukjes uit Goed bezig, Sigi! uit de vorige boeken letterlijk herhaald worden. Daarnaast varieert hij ook op al beschreven situaties (denk maar aan Sigi die in Sigi en Julia een pizza Hawaï voor zichzelf en Wieland ineen probeert te flansen).
Het is een zware klus om humorverhalen te (blijven) schrijven. Een mooi evenwicht zoeken tussen een goed verhaal en veel fratsen, is geen sinecure. Allicht raakte Simoen uitgekeken op het aanvankelijke format van 'van zomervakantie tot zomervakantie grappen en grollen' (die individueel in afleveringen van het leerlingentijdschrift iD van Averbode verschenen) of vond hij humor een te zwakke basis (nochtans, hij kan er wat van). Het lijkt erop dat hij vastzat in het verhaal, aan de format, aan zijn hoofdpersonage... Humorverhalen lenen zich immers moeilijk tot veel evolutie als het hoofdpersonage slechts langzaam opgroeit. Het is niet toevallig dat Townsend in de volgende delen van 'Adrian Mole' haar hoofdpersonage telkens zo'n vijf à tien jaar ouder laat worden. Elke leeftijd brengt immers zijn eigen specifieke kenmerken en grappige situaties met zich.
Simoen zoekt evolutie op met Sigi, maar niet door hem drastisch ouder te laten worden. Eerder tast hij de grenzen van het genre af en zoekt hij naar uitwegen via ingelaste verhalen en details over Sigi. Dat zou een verklaring kunnen zijn voor de stijlbreuk waar Goed bezig, Sigi mee kampt en die wordt voortgezet in Sigi en Julia. Helaas boet de reeks daarmee aan authenticiteit in. 'Sigi' bevindt zich sinds Goed bezig, Sigi! op de kruising van een humoristisch verhaal en een vreemd 'realistisch' verhaal, waardoor de grappen naar de ongeloofwaardigheid zijn gaan neigen en de lezer daar niet veel voor in de plaats gekregen heeft. Alle tieners hebben nood aan een medeleerling die het in hun plaats mooi weet te zeggen. Sigi deed dat tot voor kort, op een kritische en grappige manier zoals weinigen hem dat nadoen. Simoen mag van mij volop de kaart van de humor, die hij zo magistraal beheerst, blijven trekken. [An-Sofie Bessemans]
K. Ghonem-Woets
Sigi (12, ik-figuur) doorstaat de vuurproef van de Dichters in de Mist en helpt met zijn ‘merkwaardige taalgevoel’ het toneelstuk over Romeo en Julia in een eigentijdse vorm te gieten. Dat zijn liefje Heidelinde Julia speelt en iemand anders Romeo, doet hem bijna in jaloezie ontbranden. Zijn vermoeden dat Romeo er straks met zijn liefje vandoor zal gaan, komt op onverwachte wijze niet uit. Niet diepgaand, maar wel zeer humoristisch verhaal vanwege de ironie, het eigentijds taalgebruik en de vele verwijzingen naar de (jongeren)cultuur. De verhalen over Sigi verschijnen in het schooltijdschrift iD voor 12 tot 14-jarigen van Averbode. Sinds 2003 verschijnen er ook bundels: 'Sigi' (2003), 'Sigi2' (2004) en 'Goed bezig, Sigi!' (2008)*. De serie over Sigi lijkt de mannelijke én wat melige tegenhanger van de 'Hoe overleef ik'-serie van Oomen te zijn: de 12-jarige Sigi, zeer overtuigd van zijn eigen capaciteiten en de domheid van anderen, vertelt met veel gevoel voor drama en humor hoe hij zijn ouders, jongere broer, uiterlijk, klasgenoten en leraren overleeft. Met ‘superpuber’ Sigi hebben veel jongens mogelijk een nieuwe boekenheld gevonden: herkenbaar, maar wellicht toch iets creatiever en doortastender dan zij zelf. Vanaf ca. 12 jaar.
Bart Medaer
ua/an/22 j
Sigiswald, beter bekend als Sigi, vindt van zichzelf dat hij een mooi gedicht geschreven heeft. Zijn leerkracht en de rest van de klas vinden er niets aan. Het gedicht is echter het begin van van een 'romantisch' verhaal. Hij wordt lid van een geheim dichtersgenootschap dat samenkomt in de donkere ruimte onder het grote podium. Het genootschap noemt zich “dichters van de mist” omdat enkel de mist dichter kan worden. Sigi en de andere dichters worden aangesproken en 'gedwongen' om een rol te spelen in het jaarlijks schooltoneel. En dit jaar wordt het Romeo & Julia van Shakespeare. Sigi hoopt dat hij en Heidelinde, het meisje waarop hij verliefd is, de hoofdrollen krijgen. Na heel wat problemen wordt zijn wens vervuld.
Het is een flitsend, spits en overdonderd geschreven boek. In korte en krachtige bewoordingen wordt een bruisend en sprankelend verhaal verteld. De figuren en situaties worden heel leuk beschreven. Hoewel de verhaallijn op zich niet echt spannend of origineel is, is dit boek een aanrader.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.