Een stille vlam
Philip Kerr
Philip Kerr (Auteur), Herman Van der Ploeg (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Boekerij, 2019 |
VERDIEPING 2 : DUIVELSHOEK : SPANNEND : KERR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Boekerij, 2009 |
VOLWASSENEN : ROMANS : KERR |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Boekerij, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 8505 |
31/12/2010
Tussen 1989 en 1991 schreef de Schotse auteur Philip Kerr drie historische misdaadromans, die later gebundeld werden in de 'Berlijn'-trilogie. De boeken, Een Berlijnse kwestie, Het handwerk van de beul en Een Duits requiem spelen zich af eind de jaren dertig als het virulente nazisme in opkomst is. Hoofdpersoon is Bernie Gunther, een privédetective die gespecialiseerd is in het opsporen van vermiste personen, en die bij de Kripo ontslagen is omdat hij zich verzette tegen de verkrachting van de democratische waarden van de oude Weimarrepubliek. De romans trokken sterk de aandacht omdat Kerr een opmerkelijk schrijftalent is, die zijn historische fictie nauwgezet documenteerde en met groot vertoon van literaire verbeelding uitwerkte. Bovendien schrok hij niet terug voor het stellen van diepgravende morele vragen, waardoor zijn verhalen voorzien werden van een extra laag, die meestal bij misdaadromans ontbreekt. In een interview in De Volkskrant van 12 december 2008) zei hij daarover: 'Om Bernie Gunther als personage zo goed mogelijk uit de verf te laten komen ben ik deels van mijzelf uitgegaan. Net als bij de method-acting. Wat zou ik doen als ik in zijn situatie was? Waarbij hij in een andere tijd onder andere omstandigheden leefde, maar dat maakte het juist spannend. Ik heb altijd de gewone Duitser uit die tijd willen begrijpen. Hoe en waarom gedroegen ze zich zoals ze deden? Dat is veel boeiender dan een of andere vervelende moordenaar of psychopaat die tegenwoordig nogal eens in thrillers opduikt.'
Na de trilogie schreef Kerr een aantal andersoortige thrillers die ook al bijzonder waren, onder andere door de ingenieuze toepassing van allerlei uiterst actuele techno- en sciencefictionaspecten, maar die minder succes kenden. In 2006 keerde hij met De een van de ander terug naar Gunther, die in 1949 in München te maken krijgt met criminelen en oorlogsmisdadigers die de bevrijding weigeren te accepteren. De tekening van de levensgevaarlijke, amorele omgeving waarin hij moet operen is met huiveringwekkende details geëvoceerd, waarbij de verschillen tussen goed en kwaad, nazi en niet-nazi vervagen in een overrompelende, pijnlijke geschiedenis. Net als het vervolg, Een stille vlam, is dit verhaal op vaak onbekende feiten gebaseerd. Gunther vlucht noodgedwongen naar Argentinië, waar veel oorlogsmisdadigers, zoals Adolf Eichmann, én joden verblijven, en fascisme, antisemitisme en corruptie onder de Peróns tot de dagelijkse werkelijkheid behoren. De hoofdstukken alterneren tussen 1950 en het Berlijn van 1932 en maken nog eens duidelijk dat het nazisme als politieke ideologie allerminst voorbij is.
In het laatst verschenen boek, Als de doden niet herrijzen, speelt het eerste deel zich af in het Berlijn van 1934, en het tweede twintig jaar later in Cuba, dat toen nog onder leiding stond van de marionet Battista, maar waar de al groeiende invloed voelbaar is van Castro's rebellen, die de politieke en economische elite zenuwachtig, waakzaam en gespannen maakt. Centraal in de eerste helft staan de voorbereidingen van de Olympische Spelen in 1936, voor Duitsland van groot propagandistisch belang. Bernie is huisdetective bij Hotel Adlon geworden om in zijn onderhoud te kunnen voorzien. In die hoedanigheid raakt hij betrokken bij twee gasten: de Amerikaanse journaliste Noreen Charalambides, die hoopt dat Amerika de Spelen zal boycotten, en de (invloed)rijke intrigant Max Reles, die heel andere belangen vertegenwoordigt. Vooral de wijze waarop Kerr de gevolgen van de nazizuiveringen in de bokssport documenteert, laat zien hoe goed hij feit en fictie weet te vermengen tot spannende literatuur. De uiteindelijke confrontatie tussen de hoofdpersonen Bernie, Noreen en Max vindt pas plaats in 1954 in Cuba. In de feilloos beschreven decadente en criminele sfeer van Havana's (illegale) gokpaleizen, bars en hotels, waar (Amerikaanse) gangsters en maffiabazen de lucratieve dienst uitmaken, loopt de spanning op als er onverklaarbare moorden plaatsvinden, Bernie als speurder wordt ingehuurd, en de rekening na twee decennia wordt gepresenteerd.
Als de doden niet herrijzen is opnieuw een knap gecomponeerd historisch misdaaddrama met gedetailleerde aandacht voor de maatschappelijke en politieke context, en een moreel gespleten hoofdpersoon die zijn eigen spoken en doden uit zijn verleden noodgedwongen met zich meedraagt omdat ze nooit zullen verdwijnen of herrijzen. De antiheld Gunther, die na zijn ervaringen in Argentinië in Cuba optreedt onder de naam Carlos Hausner, houdt zich staande met een rudimentair gevoel voor fatsoen en rechtvaardigheid, en de terugkerende wetenschap dat het soms beter is te doen alsof je iemand anders bent. Met rake typeringen, een scherp gevoel voor pikzwarte, sardonische humor, en een stroom aan oneliners die afwisselend hilarisch en bijtend zijn ('optimisme is niets meer dan naïeve en slecht geïnformeerde hoop'), zorgt zijn ik-verhaal vaak voor gevoelens van ongemak bij de lezer.
En toch valt het boek ook een beetje tegen. Geen misverstand: Als de doden niet herrijzen steekt met kop schouders boven de gemiddelde (historische) thriller uit, maar vergeleken bij de vorige werken steunt het al te zeer op een toevallige samenloop van omstandigheden, en doet ook de plotontwikkeling in het tweede deel onder voor het sterke Berlijnse deel. Dat doet afbreuk aan de authenticiteit van de voorafgaande delen. En dat terwijl er nog genoeg explosief materiaal ligt in het verleden van Gunther, zoals de herhaaldelijk terugkerende, aangrijpende (droom)fragmenten naar aanleiding van zijn ervaringen in de Eerste en Tweede Wereldoorlog ? ook nu weer ? bewijzen. Kerr kan nog volop vooruit, maar dan wel graag op het vertrouwde niveau. [Peter van den Hoven]
J.S. Pomp
Zesde roman in de reeks over de Berlijnse detective Bernie Gunther. Het is het jaar 1934 en de Nazi’s zijn net achttien maanden aan de macht. Terwijl de stad zich klaar maakt voor de Olympische Spelen van 1936, wordt de sfeer voor de joodse bevolking steeds grimmiger. Bernie Gunther is in deze tijd de huisdetective van het beroemde Adlon Hotel. Na de vondst van twee lijken, van een zakenman en een joodse bokser, verdiept Bernie zich in het leven van twee gasten van het hotel. De ene is een mooie linkse journaliste die haar best doet om er voor te zorgen dat Amerika de Spelen gaat boycotten; de andere is een gangster uit Chicago die de Spelen wil gebruiken om er rijker van te worden. Dan ontdekt Bernie een constructie die opgezet is om winst te halen uit de enorme bedragen die de Nazi’s bereid zijn te spenderen om het nieuwe Duitsland aan de wereld te laten zien. Een goed geschreven en spannende roman, die ook prima te lezen valt zonder de andere delen gelezen te hebben. De schrijfstijl en humor van de schrijver zijn een pluspunt. Een aanrader voor liefhebbers van historische thrillers. Paperback, vrij kleine druk, volle bladspiegel.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.