Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2010 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 929.1 ROGA XXL |
Besprekingen
00/00/0000
De spelregels van anderen
Iedere geschiedschrijving vertrekt vanuit het nu en is dus ook een poging om de huidige situatie beter te begrijpen. Dat geldt zeker wanneer het gaat om de geschiedenis van een zo dramatische en explosieve regio als de Arabische wereld. De Arabieren, een geschiedenis (2009) van de Amerikaanse Midden-Oosten kenner Eugene Rogan is een lijvige maar toegankelijk geschreven studie. Het vorige grote overzichtswerk, Een geschiedenis van de Arabische volkeren (1991), was van de hand van de historicus Albert Hourani. Hourani's overzicht stopt in het midden van de jaren tachtig en eindigt met een hoofdstuk getiteld 'Verwarring der geesten'. 'Verwarring' zou een te weinig krachtige term zijn om het effect aan te geven van de gebeurtenissen die zich sinds het einde van de Koude Oorlog in de Arabische wereld voltrokken en een globale impact hadden: de inval van Irak in Koeweit, de daaropvolgende Golfoorlog, de tweede Palestijnse intifada en de escalatie van het Palestijns-Israëlisch conflict, de verspreiding van het fundamentalisme, de aanslagen van 9/11, de War on Terror, de oorlog in Afghanistan en Irak, om slechts de belangrijkste evenementen te noemen. Tijdens de Bushjaren is de relatie tussen het Westen en de Arabische wereld tot een absoluut dieptepunt gedaald. Deze gebeurtenissen hebben de vraagstelling en de invalshoek van Rogans geschiedenis duidelijk meebepaald: hoe zijn we op dit punt aangekomen? Kan een geschiedenis van de voorbije vijf eeuwen daar licht op werpen.
De voorbije decennia is de Arabische wereld in een diepe crisis terechtgekomen. In de inleiding tot zijn boek verwijst Rogan naar een uitspraak van de vermoorde Libanese journalist en schrijver Samir Kassir: 'Het is geen pretje om vandaag de dag Arabier te zijn. Sommigen voelen zich vervolgd, anderen lijden aan zelfhaat; de Arabische wereld is van een diepe ongerustheid vervuld.' Rogan stelt daarnaast dat democratische verkiezingen op dit ogenblik in de meeste Arabische landen extremistische partijen aan de macht zouden brengen. Hij probeert in zijn essay een analyse te maken van zowel de zelftwijfel als het vaak gewelddadige extremisme dat de Arabische wereld kenmerkt.
In tegenstelling tot Hourani begint Rogan niet in de zevende eeuw, maar heel precies op 24 augustus 1516, de dag waarop de Mamelukken verslagen werden door de Ottomanen. Hij eindigt zijn boek met de verkiezingsoverwinning van Barack Obama en het nog onduidelijke begin van een nieuwe relatie tussen de VS en de Arabische wereld. Dat Rogan de moderne geschiedenis van de Arabieren laat beginnen met een nederlaag en met een buitenlandse bezetting, is geen toeval. De rode lijn in zijn essay is het gegeven dat de Arabieren zich sinds de Ottomanen steeds hebben moeten aanpassen aan de spelregels van anderen. Dat gevoel ? slechts een zetstuk te zijn in het spel van andere naties ? is voor Rogan essentieel om de moderne geschiedenis van de Arabieren te begrijpen. Ook de Libanees-Franse auteur Amin Maalouf maakt van dit gevoel van vernedering een belangrijk punt in zijn essay De ontregeling van de wereld (zie p. 422). Dat wil uiteraard niet zeggen dat Rogan de geschiedenis van de Arabieren beschouwt als een reeks van reacties op buitenlandse interventies, maar dat sinds de Ottomaanse overheersing de Arabieren zich steeds in meer of mindere mate hebben moeten verhouden tot de codes en de regels van anderen. Dat zij daarbij niet alleen slachtoffers waren, maar er ook in slaagden die spelregels te perverteren, te manipuleren en tijdelijk naar hun hand te zetten, spreekt voor zich: 'De Arabieren hebben zich aan de regels gehouden wanneer hun dat uitkwam, de regels ondermijnd wanneer ze er hinder van hadden en de consequenties ondervonden wanneer ze de dominante machten van het moment dwarszaten.' Het zijn deze directe, heldere en goedgeformuleerde zinnen die de zevenhonderd pagina's geschiedenis zeer leesbaar maken.
Rogans boek is een politieke geschiedenis van de Arabische wereld, een geschiedenis van leiders, regimes, oorlogen, staatsgrepen en bezettingen. Culturele en intellectuele ontwikkelingen vallen buiten het perspectief van de studie. Rogan behandelt vier grote periodes die hij niet expliciet als de structuur van zijn studie gebruikt, maar die zijn boek wel schragen. Die vier periodes verwijzen telkens naar de inmenging van buitenaf: de Ottomaanse tijd, de Europese koloniale tijd, de tijd van de Koude Oorlog en de huidige tijd van de globalisering en de Amerikaanse overheersing. De nadruk ligt vooral op de twintigste eeuw, die meer dan twee derde van het boek in beslag neemt.
Er is wat controverse ontstaan rond de titel van deze studie. Hoewel het een variant lijkt van de titel die Hourani aan zijn boek gaf, is er toch een groot verschil. Hourani's formulering 'Arabische volkeren' maakt al onmiddellijk duidelijk dat er naast een gemeenschappelijke taal (het Arabisch) en een gemeenschappelijke godsdienst (de islam) ook ontzettend veel verschillen zijn tussen de geschiedenis van Marokko, Qatar, Saoedie-Arabië en Irak, om slechts enkele Arabische landen te noemen. Rogans formulering 'De Arabieren' suggereert op het eerste gezicht een meer monolithische bevolkingsgroep. Het pan-Arabisch nationalisme zoals dat onder meer door Gamel Abdel Nasser, de Egyptische president, werd geformuleerd, was wellicht het moment waarop er iets ontstond als een overkoepelende politieke Arabische identiteit. Dat had te maken met het toenmalige massamedium bij uitstek: de radio. De charismatische en retorisch begaafde Nasser wist de massa's uit de hele Arabische regio te fascineren en aan zich te binden via de Egyptische en Syrische radiozenders. Maar uiteindelijk is het pan-Arabisme niet veel meer dan een ideologie geweest met weinig verankering in het dagelijkse politieke leven: 'Door de koloniale ervaring waren de Arabieren in plaats van een nationale gemeenschap een gemeenschap van naties geworden, en de Arabieren zijn nog altijd teleurgesteld over de resultaten.' De transnationale Arabische identiteit uit zich op dit ogenblik nog het scherpst in een grote identificatie van de massa's met het Palestijnse lijden en een anti-Israëlische en anti-Amerikaanse houding.
Rogan heeft een poging ondernomen om een geschiedenis te schrijven vanuit het perspectief van de Arabieren, voor zover dat voor de westerse historicus mogelijk is. Hij heeft daarvoor gebruikgemaakt van heel wat Arabische documenten, niet alleen wetenschappelijke werken, maar ook werken van kroniekschrijvers, intellectuelen, reizigers en dagboeken en ooggetuigenverslagen van bekende en onbekende tijdgenoten. Op die manier leren we soms opmerkelijke personages kennen, zoals de prostituee die in 1748 een religieuze optocht in de straten van Damascus organiseerde omdat haar minnaar, een Turkse soldaat, een zware ziekte overwon. We kennen het verhaal dankzij het dagboek van Ahmad al-Budayri, een kapper, die van 1741 tot 1762 een gedetailleerd verslag maakte van het dagelijkse leven in Damascus, waarbij hij veel aandacht besteedt aan de politiek, de groeiende corruptie en het verval van de zeden. Het zijn dit soort anekdotes en verslagen die Rogan door zijn grote geschiedenis weeft en er een menselijke en persoonlijke dimensie aan geeft.
Een overzichtswerk als dat van Rogan is alleen daarom al noodzakelijk omdat het de vele gaten vult die de dagelijkse berichtgeving laat. Geen enkele dag gaat voorbij of we worden geconfronteerd met nieuwe feiten uit de Arabische wereld. Daarbij ontbreekt vaak de grotere context of de bredere historische duiding. Inzicht in de Arabische regio, zijn ontwikkelingen, zijn verwachtingen en trauma's, is meteen ook inzicht in een meer globale situatie. Want dat de toekomst van onze geglobaliseerde wereld voor een groot gedeelte bepaald wordt door wat er in de Arabische wereld gebeurt, is intussen duidelijk. [Erwin Jans]
Paulien Andriessen
Eugene Rogan, docent moderne geschiedenis van het Midden-Oosten in Oxford, bespreekt in deze uitgebreide geschiedenis van de Arabieren alle belangrijke onderwerpen: de Ottomaanse veroveringen in de zestiende eeuw, de Britse en Franse overheersing, olie, de islam, het Arabische nationalisme en uiteraard de Palestijnse kwestie. In zijn visie moeten Westerse beleidsmakers serieus aandacht schenken aan hoe de Arabieren zelf hun geschiedenis zien, als zij de Arabische wereld willen helpen met het oplossen van problemen. De auteur laat daarom tal van Arabieren zelf vertellen hoe zij hun geschiedenis ervaren hebben en waar zij onder geleden hebben. Als je dit prettig leesbare boek uit hebt, weet je inderdaad heel veel meer en heb je beslist inzicht gekregen in deze geschiedenis. Met enkele katernen afbeeldingen in kleur en zwart-wit, literatuurverwijzingen in eindnoten en register.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.