Het eiland
Yves Grevet
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Clavis, 2010 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : GREV |
31/12/2010
Meto woont in een soort jeugdinrichting waar enkel jongens verblijven. Geen van hen weet waar hij zelf vandaan komt of wat zijn eigen voorgeschiedenis is. Alsof alle herinneringen van voor hun komst in Het Huis zorgvuldig werden gewist. Bovendien gebeuren er vreemde dingen in de instelling. Zo moeten de jongens een strikt schema van lessen en competitieve sporten volgen en hard trainen, krijgen ze inspuitingen, is er weinig ontspanning en worden persoonlijke vriendschappen ontraden. Het gevaarlijkste is echter om te snel groot te worden. Want wie letterlijk uit zijn bed groeit, verdwijnt voorgoed uit Het Huis. En ook al weten ze haast niets af van de wereld daarbuiten, veel goeds kan dat niet voorspellen.
Meto is een van de weinige kinderen die zich niet bij die situatie neerleggen, en dat brengt hem meer dan eens in de problemen. Vooral wanneer Crassus opduikt, een nieuwe jongen voor wie hij verantwoordelijk wordt gesteld. Door Crassus' toedoen moet Meto onder andere een vierde keer naar de koelkast, een bijzonder wrede lijfstraf die wel eens verkeerd kan aflopen. En is Crassus wel helemaal te vertrouwen? Maar dan blijken er nog mensen in Het Huis aanwezig te zijn die genoeg hebben van het onmenselijke regime dat hen opgelegd wordt. Samen beramen ze een opstand.
De wereld waarin Meto en zijn lotgenoten zich bevinden wordt door Yves Grevet accuraat beschreven. Koel, koud en afstandelijk zijn de begrippen die zich onvermijdelijk opdringen. Helaas is dat ook een beetje de samenvatting van Grevets stijl, waardoor er weinig kans is om echt met de hoofdpersonages te sympathiseren. Uiteraard wil je als lezer weten waar dit heen gaat, waar alles toe leidt en wat de vreselijke mysteries zijn die het eiland verbergt. Maar wie er daarbij sneuvelen of achterwege gelaten worden, lijkt van ondergeschikt belang.
Van bij het begin springt de naamkeuze in het oog. De leiders van de inrichting worden Caesar genoemd en alle kinderen hebben een Romeinse naam. Bovendien lopen er ook nog ergens een Remus (de enige die echt niet lijkt te groeien en dus Het Huis niet moet verlaten) en zijn broer Romulus rond. Deze laatste is een verstoten schepsel, dat verbannen werd naar de koudste regionen van Het Huis, waar hij ervoor moet zorgen dat de kinderen hun lijfstraffen min of meer ongedeerd overleven. Het is duidelijk dat deze tweeling nog een cruciale rol zal spelen in de rest van het verhaal.
Tijdens het lezen is het gevoel een samenraapsel van bestaande verhalen in handen te hebben af en toe onvermijdelijk. De verwijzingen naar Lord of the flies, 1984 en andere fantastische verhalen zijn namelijk pijnlijk duidelijk. Bovendien zitten er ook een aantal ongerijmdheden in de plot. Zo is het behoorlijk ongeloofwaardig dat een organisatie die erin slaagt om jongens om te bouwen tot moordmachines, niet over camera's en afluisterapparatuur beschikt. In het huis moeten de leiders zich namelijk behelpen met een vrij primitief systeem van verklikkers en nachtelijk onderzoek om te weten te komen wat er speelt onder het ogenschijnlijk rustige oppervlak. Dan was Big Brother toch een stuk gesofisticeerder en beter uitgerust voor zijn taak. Het is dan ook dit soort details dat ervoor zorgt dat je als lezer een onbehaaglijk gevoel krijgt. Want kijk, we willen wel meestappen in het verhaal, we willen wel geloven dat het allemaal echt kan en echt mogelijk is, maar daarvoor moet de schrijver zich dan ook de moeite getroosten om een geloofwaardig kader te schetsen. En dat krijgen we hier helaas niet. Het Huis is goed, maar maakt de verwachtingen niet waar. Het valt te hopen dat het volgende deel iets meer geloofwaardigheid biedt. [Tine Mortier]
Hendrien Kars-ten Cate
Vierenzestig jongens met Latijnse namen ondergaan in een gesloten inrichting een streng regime onder leiding van vijf 'Caesars'. De jongens, ingedeeld naar leeftijd, zijn gehersenspoeld, zonder verleden of toekomst. Ik-verteller Meto verzamelt heimelijk informatie en zoekt medestanders om zich te verzetten tegen het concentratiekampachtige systeem. In de tegenwoordig tijd schetsen de eerste van de tien hoofdstukken de situatie, daarna groeit de spanning, die zich in de laatste drie hoofdstukken ontlaadt. Open einde: 'voor spijt is het nu te laat'. De jongens, consequent 'kinderen' genoemd, praten als oude heren: 'naar het schijnt ontzeggen ze ons de maaltijd'. Stroeve taal van duidelijk Franse oorsprong: 'vandaag zijn we de 29e' (datum/nous sommes le 29e). Vertaalfouten: varkens 'telen' (moet zijn fokken), de uitdrukking 'het varken (de beest?) uithangen'. Paperback, op het dreigende omslag jongens en profil, op de voorgrond kijkt de alerte, gepantserde Meto de lezer aan. Eerste deel van een trilogie, in Frankrijk bekroond met de Prix Tam-Tam 2008 en de Prix des Collégiens 2008. Belangwekkend boek, door de vervreemdende, moeilijke taal vooral om voor te lezen vanaf ca. 12 jaar.
Ilse Trimborn
ua/an/22 j
Vierenzestig jongens in een afgelegen instelling; vierenzestig jongens zonder enig benul van hun verleden en hun toekomst. Wat meisjes zijn, hoe de wereld er buiten de instelling uitziet … geen idee. Wat ze wel weten: hun leven bestaat uit een Spartaans regime van wedstrijden, regels, strenge straffen. Bovendien weten ze dat er hen een dag te wachten staat waarop ze uit de instelling verdwijnen. Geregeld verdwijnen er immers jongens uit de groep, waarna er weer nieuwelingen klaarstaan om hun plaats in te nemen. De groep dient nu eenmaal uit vierenzestig jongens te bestaan; niet meer, niet minder.
Volgzaam en gedwee leven de jongens hun moeilijke leven; het is nu eenmaal zo. Tot rebelse Meto het niet langer pikt en samen met een aantal vertrouwelingen in opstand komt. Dan blijkt dat het regime omverwerpen één ding is, maar dat dit geen volledige vrijheid betekent. Vele gevaren liggen op de loer: wie is te vertrouwen en wie niet, waarom werden zij tot dit leven gedwongen en krijgen ze ooit de mogelijkheid om een gewoon leven te leiden, wat dat ook moge betekenen?
Het antwoord op al die vragen wordt gespreid over drie boeken, tegenwoordig een geliefd verschijnsel in jeugdboekenland. Voor of tegen, gezegd moet worden dat Yves Grevet wel een bijzondere sfeer weet te scheppen in dit eerste deel. Als lezer ben je benieuwd wat de mechanismen achter de vreemde instelling zijn, hoe de jongens er verzeild zijn geraakt en wat de bedoeling is van dit bizarre concept. Die nieuwsgierigheid wordt in dit eerste boek totaal niet bevredigd. Meer nog, als je de woorden ‘Wordt vervolgd’ ziet staan op de laatste bladzijde heb je zo mogelijk nog meer vragen dan in het begin.
Al hangt er een beklemmend sfeertje in het boek, toch is het boek niet beklijvend over de gehele lijn. Dit is wellicht te wijten aan de afstandelijke vertelstijl, waardoor de betrokkenheid bij de jongens wat achterwege blijft. Desalniettemin wordt het uitkijken naar het tweede deel, want intrigeren doet dit boek zeker. De jeugdliteratuurprijzen in thuisland Frankrijk vielen de auteur natuurlijk niet voor niets ten deel.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.