Slaap!
Annelies Verbeke
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Geus, © 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VERB |
Dirk Leyman
ob/kt/14 o
Annelies Verbeke schrijft schrandere roman over een verbeten idealiste Bezeten door vissen
In haar kersverse roman Vissen redden verkent Annelies Verbeke voorzichtig nieuwe wegen. Het weliswaar droogkomische verhaal van Monique Champagne, die haar liefdesverdriet sublimeert in een engagement voor de bedreigde vis, is soms verrassend beschouwelijk.
Alledaagse weirdo's, zo kun je met een lichte zin voor overdrijving de geliefkoosde personages van Annelies Verbeke typeren. Op het eerste gezicht zijn het aandoenlijk gewone lieden die de schrijfster door de dagen (en nachten) laat banjeren. Maar achter dat ordinaire camouflagepak schuilt een verknipte verbeeldingswereld en een neiging om langzaam door het lint te gaan.
In haar vorige boek, de verhalenbundel Groener gras, droegen deze creaturen licht potsierlijke namen als Etienne de Baerdemaeker, Andy Vrijmoedt, Herman Regenboog, Anja Meulmans of Björn Vandecasteele. Je kon er niet naast kijken dat ze hardnekkig uit de tentakels van de eenzaamheid probeerden te blijven, wat maar ten dele lukte. Precies dat thema van eenzaam, opgekropt verdriet dat een andere bedding zoekt, pikt Verbeke weer op in Vissen redden, haar derde roman na Slaap! en Reus.
Verbeke zadelt haar hoofdpersonage op met de vrolijke naam Monique Champagne, maar de geestestoestand van de dame is allesbehalve bruisend. Champagne neemt afstand van haar verleden als fictieschrijfster, nadat haar vier jaar durende relatie met Thomas op de klippen is gelopen, en stelt haar pen nu in dienst van een ware wedloop tegen de overbevissing in de oceanen. Dankzij een opgemerkt gloedvol krantenstuk, krijgt ze de uitnodiging om op wetenschappelijke ichtyologische congressen haar opwachting te maken, een uitdaging én vluchtroute die ze met beide handen aangrijpt. Ze mag met haar column voor intermezzo's zorgen van Lissabon tot Vladivostok. Champagne raakt compleet bezeten door haar ecologische missie: "Het was precies wat ze nodig had: vissen redden. Ze zou nieuw zijn. En nuttig." Bij de aandachtige lezer flitst natuurlijk meteen Koetsier Herfst voor het geestesoog, waarin Charlotte Mutsaers de dierenactiviste Do opvoerde, die restaurants overviel om kreeften uit hun bassins te bevrijden en ze in zee uit te zetten. Toch bespeelt Verbeke een ander register. Hier lijdt de idealistische dadendrang van Champagne wel degelijk schipbreuk.
Dicht bij de waanzin
Het eenzame karaktertype dat Verbeke meticuleus en met veel inlevingsvermogen schetst, bezit een hoge herkenbaarheidsgraad. In real life loop je ze meer dan gemiddeld tegen het lijf in het verenigingsleven: mensen die zich uitsloven in een doorgedreven vorm van engagement om toch maar hun persoonlijke problematiek onder de mat te schuiven. Sluipenderwijs wordt duidelijk hoe zwaar Champagne gehavend is door haar liefdesverdriet, wat haar gevaarlijk dicht bij de waanzin brengt.
Aanvankelijk overheerst de droogkomische toon in Vissen redden. Voor ze haar rondreis begint, organiseert Monique een verkleedpartij, en observeert als een buitenstaander haar vrienden die zich als zeemeerminnen, octopussen of jumbomosselen hebben uitgedost: "Monique begreep de logica achter hun mededelingen niet, maar weet dat aan zichzelf." Het is bijna een voorafspiegeling van wat komen gaat, want hoe hardnekkig Champagne ook haar best doet, overal blijft ze onherroepelijk aan de zijlijn. Sinds haar breuk met Thomas lijkt ze ook voortdurend op haar hoede voor intimiteit en koestert ze in zekere zin haar cocon. "Later die dag spreidde ze de eenzaamheid die haar soms zo vijandig kon overvallen genoegzaam over zich heen", staat er ergens. Op de viscolloquia, tussen de saaie congresgangers en de mariene biologen, wordt Champagne de vreemde eend in de bijt. Echt op dezelfde golflengte met de gespecialiseerde onderzoekers komt ze nooit, temeer daar Moniques missioneringsdrang niet meteen strookt met hun wetenschappelijke ambities. En dat ze tijdens de somptueuze diners doodgemoedereerd een vorkje vis prikken, kan er bij de radicale Monique helemaal niet in.
Verbeke munt tussendoor uit in licht vrolijke observaties over het menselijk omgangsballet, die zowel uit de koker van Jacques Tati als van Jean-Philippe Toussaint hadden kunnen komen: "Waar gaat uw lezing over, vroeg ze haar disgenoot. Haar vraag had in eerste instantie de bedoeling hem een moment het bonen slurpen te beletten." Hier introduceert Verbeke de "schuchtere megalomaan" Oscar "met zijn haar dat als jonge wormen aan een peur uitwaaierde", die Monique belaagt met zijn romanmanuscript. Een tekst waarvan ze uiteindelijk "de bezetenheid bewonderde waarmee het hoofdpersonage beminde".
Dat Monique intussen volkomen wegdrijft van de realiteit, blijkt uit een opeenhoping van gebeurtenissen, die Verbeke met kundige hand aan elkaar knoopt. Wanneer de ook al door liefdesverdriet geteisterde activiste en congrescollega Michaela haar verwart met een oude vriendin, neemt Monique een dubbele identiteit aan en verschuilt ze zich achter haar roepnaam Stefanie. Ze verstrikt zich in een onwaarschijnlijk kluwen van leugens - met een fictieve man en een baby - maar de overstelpende aandacht van Michaela biedt haar "troost". Monique houdt haar verdriet zelf het liefst "achter de dikke verzegelde deuren van haar eigen archief verborgen." Het verwondert geenszins dat er een bruuske en pijnlijke ontmaskering van haar gefingeerde leven volgt.
Einde van de wereld
Langzaam overschrijdt Monique dan ook alle realiteitsgrenzen. Haar verbeten idealisme en sublimatiedrang nemen hoogst ongezonde vormen aan. Het einde van de wereld is niet veraf meer als de vis uitsterft, daar is ze heilig van overtuigd. En wanneer ze in Griekenland ontdekt dat het woord Ichtus (vis) ook staat voor Jezus, is de conclusie duidelijk: de plundering van de visbestanden kun je niet anders dan zien als "een moderne moord op een godenzoon". Van idealiste tot godsdienstfanatica: Verbeke demonstreert met verve hoe het zover kan komen. Dat de roman geleidelijk wat verzandt en te lang dezelfde snaren blijft bespelen, moet je even voor lief nemen. En ook het zweverige, weliswaar in de denkwereld van Monique hoogst logische slot ("ze weet het nu, ze is een krijger van verblindend licht"), is geen onverdeeld genoegen.
Toch schreef Verbeke een hoogst schrandere roman over de kunst van het zelfbedrog, waarin ze een laconieke ondertoon weet te handhaven en ook stilistisch een forse stap vooruit zet. In dit in wezen diep treurige verhaal over schrijnend liefdesverdriet dat een uitlaatklep zoekt in heilloos fanatisme, wint de beschouwelijkheid overduidelijk veld. Verbekes eerder zo uitzinnige bizarrerie wordt beheerster én delicater aan de man gebracht en verliest haar vrijblijvende, soms effectjagende karakter. Zoveel is zeker: Vissen redden is een mer à boire, een zee die nog lang niet leeg gevist is.
Mark Cloostermans
ob/kt/09 o
Ik ben in Gent en aan de andere kant van mijn koffie zit een schrijfster die me onderhoudt over de tiktaalik. 'De tiktaalik is de evolutionaire schakel tussen vis en landdier,' doceert Annelies Verbeke. 'Hij heeft zich "opgedrukt" en is uit de zee gaan lopen. Wat we hier zien, is een belangrijk moment in de evolutie - en de reden ervoor is vluchtgedrag. De tiktaalik is de strijd in het water ontvlucht. Andere vissen kregen scherpere tanden, werden groter of pantserden zich, maar de tiktaalik ontwikkelde een beweegbaar polsgewricht om andere oorden mee op te zoeken.'
Evolutie en vluchtgedrag zijn belangrijk in Vissen redden, de zopas verschenen roman van Annelies Verbeke. Het is haar derde, na Slaap! en Reus, en naar mijn mening haar beste.
In Vissen redden maken we kennis met Monique Champagne. Wat een naam. 'Met die naam ben ik vertrokken, twee jaar geleden. Ik zat in bad en hoorde op de radio een interview. Twee monotone stemmen boomden door over een zeer ernstige economische kwestie. Een van die sprekers heette Champagne. Dat wou ik: een feestelijke naam voor iemand die een moeilijke fase doormaakt. Waar haar voornaam, Monique, vandaan komt, weet ik niet. Het is gewoon een leuke tegenstelling in toon tussen voor- en achternaam. In Groener gras [haar derde boek, een verhalenbundel, mc] loopt er een Laetitia Blommaert rond.'
Monique Champagne is schrijfster. Correctie: ex-schrijfster, want Monique heeft zich van fictie afgekeerd en werpt zich in de strijd tegen de overbevissing. Ze krijgt een uitnodiging om op een reeks viscongressen een bijdrage te leveren, een "emotionele noot" tussen de academische lezingen door. Monique aarzelt geen moment en stapt op het vliegtuig. Dat ze wegvlucht voor haar liefdesverdriet, snapt de lezer meteen. 'Ze laadde de vaatwasmachine uit. De meeste serviesonderdelen waren oorspronkelijk niet alleen van haar, maar nu wel, nu wel.'
'Mensen kunnen heel boeiende fixaties ontwikkelen, om zich niet over te geven aan hun verdriet,' zegt Verbeke. 'Ik ken een man die geobsedeerd is geraakt door zijn hond nadat zijn vader stierf. En een vrouw die voortdurend met geld in haar hoofd zit en extreem gierig is geworden sinds de dood van haar man. Moniques afleidingsmanoeuvre is de vis.'
Wrede komedie
In de eerste hoofdstukken stelt Vissen redden zich aan de lezer voor als een komedie. Over het afscheidsfeestje dat Monique organiseert, schrijft Verbeke: 'De rest van de nacht sloop ze langs de muren van haar volle huis en liet ze zich knuffelen door wie daar behoefte toe voelde.'
Op de congressen is Monique een vis op het droge. 'Het was geen geweldig plan van die instantie om haar op die congressen te droppen', zegt Verbeke. 'Het is haar wereld niet en dat valt op. Omdat ze het schrijven heeft opgegeven, wil ze dolgraag bij de wetenschappelijke milieus horen, maar ze heeft daar geen band mee. Zij is fundamentalistisch, terwijl wetenschappers met details bezig zijn, zoals de loodophoping in de testis van de doornhaai.'
Verbeke schudt het voorbeeldje zonder moeite uit haar mouw. Twee jaar lang knipte ze elk bericht over bedreigde vissoorten en overbevissing uit de krant. Ze praatte met wetenschappers en documenteerde zich grondig voor dit boek. 'Nu ga ik niet meer op zoek naar boeken, maar als ik iets lees in een krant, knip ik het wel nog uit. Redelijk obsessief, ja.'
Waarom vissen? 'Ik was twaalf jaar lang vegetariër - intussen eet ik alles - maar ik ben altijd vis blijven eten. Dat is toch vreemd? We hebben zo weinig empathie met vissen dat we ze zelfs niet als levende wezens zien. We gaan er gemakshalve van uit dat vissen geen gevoel hebben. Het klopt dat er in de wetenschappelijke wereld de consensus bestaat dat vissen geen gevoel hebben, maar er is ook twijfel. Je kan enerzijds niet spreken over pijn als een wezen geen centrale neocortex heeft, dan is er geen pijnbeleving. Anderzijds gaat een regenboogforel die een inspuiting met gif in zijn lippen krijgt, over de bodem schuren met zijn mond. Wreed, hé? (lacht) Ik heb er met wetenschappers over gepraat en die hielden bij hoog en bij laag vol dat je dat niet als pijn mag interpreteren, want er is geen pijnbesef. Maar een vis die uit het water wordt gehaald, spartelt toch? Die vecht toch om te blijven leven? Dat veronderstelt pijn.'
Waarom een boek over liefdesverdriet? Omdat Verbeke in 2008 zelf een relatiebreuk te verwerken kreeg. Voyeurs gelieve zich te onthouden, want: 'Mijn boek is niet haatdragend of wraakzuchtig. Het stelt vast dat zulke zaken gebeuren, dat relaties eindigen zonder dat iemand er schuld aan heeft. Het boek is evenmin therapeutisch bedoeld. Sowieso bestond het basisidee - iemand vlucht weg voor haar onderdrukte verdriet - al voordat mijn relatie eindigde.'
Venus
In het vijfde hoofdstuk, in het hart van het boek, onderbreekt Verbeke het verhaal voor een samenvatting van Moniques voorbije relatie, verteld in een reeks korte alinea's van vier, vijf regels. 'In dat middelste hoofdstuk zitten zeker enkele elementen uit mijn eigen leven, maar zelfs daar zijn ze "gebruikt" en literair herkauwd. Ik zou nooit een dagboekfragment invoegen of zo. Bovendien is dat hoofdstuk er gekomen door een opdracht van Venus in Flames. De band vroeg mij teksten voor een cd-boekje, liefst over intimiteit. Toen heb ik elf van die snapshots gemaakt. Dat was bijzonder om te doen, omdat ik me strikt hield aan de lengte van zo'n snapshot: drie A4-regels, geen woord méér. Dat dwingt je naar de essentie te gaan, naar het poëtische. Op dat pad ben ik verdergegaan.'
Soms kan zelfs een afgezaagde vraag nog zijn werk doen. 'Was het een moeilijk boek om te schrijven?' vraag ik haar en onmiddellijk beaamt Verbeke: 'Ja, verschrikkelijk. Er waren wel stroomversnellingen, waarin bepaalde delen vlotjes ontstonden, maar ik worstelde ook met writer's blocks. In het begin wou ik Monique een van drie hoofdpersonen laten zijn, wier verhalen door elkaar verteld zouden worden. Het thema, empathie, stond al vast, maar ik wist nog niet hoe ik het moest aanpakken. Na dertig bladzijden heb ik alles weggegooid. Het waren drie kortverhalen die door elkaar groeiden. Ik wou geen kortverhalen, ik wou de ervaring van het schrijven van een roman. Daarbij heb ik altijd een epifanie, een moment van een verhelderend inzicht, waarop ik opeens besef wàt ik aan het schrijven ben en waarom. Uit het schrijven van een roman leer ik zelf iets.'
'Natuurlijk was mijn eigen verdriet ook oorzaak van die writer's blocks. Ik heb liefdesverdriet gehad zoals ik nog nooit in mijn leven verdriet heb gehad. Je kan niet goed schrijven als je extreem verliefd bent, je kan het evenmin als je je extreem slecht voelt.'
Exit emoties
Terwijl zij van congres naar congres vliegt, leert Monique enkele mensen kennen die haar leven een nieuwe wending geven. Oskar, een wetenschapper die schrijver wil zijn en die Monique een (ietwat verontrustend) manuscript toevertrouwt; Michaela, die in Monique ten onrechte een oude schoolvriendin herkent - Monique besluit zich daadwerkelijk voor te doen als die vriendin; een man wiens vierde kieuwspleet niet helemaal is dichtgegroeid. Elk op hun manier zullen ze Monique terugvoeren naar haar weggedrukte emoties.
Met excuses voor die duffe formulering, want Vissen redden is juist een bijzonder opwindende roman, waarin de schrijfster verbluft met onverwachte wendingen, snelle toonwisselingen en spitse formuleringen. Verbeke heeft sinds Slaap! een indrukwekkende stilistische evolutie doorgemaakt. 'Slaap! werd geprezen omdat het heel spaarzaam geschreven was, maar ik heb mezelf intussen toegestaan om uitvoeriger te worden. Ik ben best tevreden met de stijl van Vissen redden - momenteel vind ik dit beter dan die gebalde stijl. Het is in elk geval mijn meest beschouwende boek.'
Ten slotte is Vissen redden ook Verbekes donkerste roman, over 'het ergste dat er bestaat'. 'Waarom al die schoonheid op de wereld, als alles toch weer verdwijnt? Het is de basis van melancholie: dat alles kortstondig en zinloos is.'
Verbeke legt dwarsverbanden tussen evolutie en emotie: 'Darwin benadrukte dat de evolutie nergens heen gaat. Er is geen doel, geen einde, geen perfecte toestand die we vroeg of laat bereiken. Met die doelloosheid kan Monique niet leven. Zij interpreteert alles als een teken of een noodzakelijke plotwending om bij het happy end uit te komen. Ze moet leren inzien dat dingen gewoon gebeuren, zonder richting. Psychologen raden ons aan om onaangename gebeurtenissen "een plaats te geven", maar dan gaan mensen heftig op zoek naar een zin, een betekenis die ze in de gebeurtenis kunnen projecteren. "Het heeft zo moeten zijn", zegt men dan. Dat is niet zo. Het had ook totaal anders kunnen zijn; alleen gebeurde het nu toevallig zo. Neem het maar zoals het is.'
Endorfines
'Ik ben ertegen om iemand die last heeft van emoties een patiënt te noemen of zo te behandelen. Ik ben tegen die medicalisering. Antidepressiva zijn een uitloper van een neoliberale maatschappij waarin onder de vlag van zorg en bewustmaking mensen verplicht worden om gelukkig te zijn en mee te draaien. Natuurlijk betwist niemand dat er psychische aandoeningen bestaan die uitstekend behandeld kunnen worden met antidepressiva - daar gaat het niet om. Het punt is dat sommige mensen Prozac slikken omdat ze niet meer meekunnen op hun werk, niet omdat ze zo depri zijn dat opstaan niet meer lukt. Je moet mee, je moet conformeren. Tegenwoordig lijkt het alsof het abnormaal is te lijden. Wij schijnen allemaal te denken dat het leven per definitie gelukkig zal zijn en zorgeloos. Ik vrees dat het heel normaal is om af en toe te crashen.'
Misschien zal het in de toekomst allemaal beter gaan; misschien zal de mens zijn emoties verliezen, speculeert Verbeke. 'Evolutionair bekeken zijn emoties "bedoeld" om ons dichter bij elkaar te brengen, om mensen te organiseren, om de maatschappij in juiste banen te leiden. Ik vraag me af of emoties niet teruggeschroefd zullen worden door de evolutie, omdat ze vandaag hét probleem van het Westen zijn. Waarom plegen in een land als België elke dag mensen zelfmoord? Zouden onze gevoelens op termijn niet afgebouwd worden, zodat ze ons niet tot zelfmoord drijven? Misschien verdwijnen ze weer, omdat ze ons nu in de weg zitten. Eigenlijk is dat een heel neoliberale gedachte van me: emoties remmen onze productie en leiden uitsluitend tot werkverzuim.'
Heeft ze ooit zelf pillen genomen om pijnlijke emoties te onderdrukken? 'Ik heb vorig jaar overwogen om naar een dokter te stappen en iets te vragen dat het lijden zou verminderen. Op een gegeven moment was ik ontzettend mijn best aan het doen om me beter te voelen en het lukte maar niet. Dat werd na een paar maanden enorm storend. Maar ik heb mezelf streng toegesproken en gezegd: eerst ga je alle natuurlijke methoden uitputten. Vier keer per week sporten en niet drinken en niet roken, enzovoort. Gebruik eerst die endorfines maar eens!'
Woestijnscène
'Voor een deel ben ik, zoals Monique, uit elkaar gevallen door mijn liefdesverdriet', resumeert Verbeke. 'Kierkegaard zei dat het geluk geen deur is die naar binnen opengaat; je kan er dus niet tegenaan stormen en verwachten dat ze opengaat. Uiteindelijk is mij dit jaar wel iets overkomen: ik heb de deur naar buiten voelen opengaan.'
'Jazeker, er is nog steeds veel vergankelijkheid. In mijn rotjaar 2008 zijn er drie zestigers uit mijn familie gestorven én mijn grote liefde liep op de klippen, maar uiteindelijk heb ik toch het gevoel gekregen dat er nog iets gewichtigers is. Inderdaad gaat alle individuele schoonheid dood, zoals Monique vaststelt, maar het begrip schoonheid overleeft, als concept. (lacht) Je kan over zulke zaken niet praten zonder religieus te klinken. Of waanzinnig.'
U KENT HAAR VAN: Slaap!, Reus, Groener gras.
HET BOEK: ex-schrijfster stort zich uit liefdesverdriet op het vissenonderzoek.
ONS OORDEEL: haar beste tot nu toe.
John Vervoort
ob/kt/22 o
'Soms is het vervelend wanneer mensen willen uitpluizen wat er in mijn boeken autobiografisch is'
Elke dag worden er meer dan 350 miljoen vissen gedood voor menselijke consumptie. Als we zo nog een paar decennia doorgaan, zijn de zeeën leeg. Voor Monique Champagne, een schrijfster, zijn die feiten zo verontrustend dat ze iets wil doen. Ze geeft het schrijven en zelfs het lezen op voor een 'ecologische missie'. Ze reist naar internationale viscongressen en mag de wetenschappelijke lezingen over de teloorgang van het visbestand opluisteren met een literair intermezzo. Langzaam wordt duidelijk dat ze eigenlijk op de vlucht is voor het immense liefdesverdriet dat ze ervaart na de breuk met haar vriend Thomas. Vissen redden is een subtiele roman over de pijn van de liefde en hoe je er toch niet van kunt wegvluchten.
Annelies Verbeke: 'Ik wilde in de eerste plaats schrijven over een vorm van omgaan met verdriet die ik soms rondom mij zie: het verdriet ontkennen en je op iets totaal anders richten. Ik ken bijvoorbeeld iemand die zich volledig op zijn hond heeft gericht na de dood van zijn vader, of iemand die extreem gierig is geworden na de dood van haar man. Door haar liefdesverdriet te ontkennen is mijn hoofdpersonage totaal gefixeerd geraakt op vis. Monique Champagne praat zichzelf een ecologische missie aan.'
Hoe bent u bij vis terechtgekomen?
'Ik ben bij vis terechtgekomen omdat zij toch de underdogs zijn in de dierenwereld. Monique is een zeer empathisch iemand, zozeer zelfs dat het bijna niet meer goed is voor haar. Empathie kan je immers ook gebruiken wanneer je de zorg voor jezelf niet meer aankan. Daarom is het geen wonder dat zij het voor die dieren opneemt. Zij loopt weg van haar leven en wil zelfs niet meer schrijven. Eigenlijk valt ze alsmaar verder uit elkaar. En op de duur voelt ze zich alleen nog maar goed bij iemand die denkt dat zij iemand anders is.'
Liefdesverdriet is een klassiek thema. Maar de link tussen liefdesverdriet en vis is wel origineel. Hoe moeilijk of makkelijk was het om dit boek te schrijven?
'Ik ben een aantal keer opnieuw begonnen. Ik heb een tijdje moeten zoeken naar de juiste structuur. In het midden van het boek staat een hoofdstuk waarin de evolutie van de liefde tussen Monique en Thomas in enkele korte alinea's wordt beschreven. Ik heb een tijdje getwijfeld of ik dat wel moest doen, en of dat het niet te sentimenteel zou maken. Nu ben ik blij dat ik het gedaan heb. Die alinea's vormen eigenlijk het hart van het boek, dat verborgen zit onder al die vis.'
Tijdens het lezen van het boek komt de lezer veel te weten over vis. U heeft uw research goed gedaan.
'Ik heb nog nooit zoveel opgezocht als voor dit boek en eerlijk gezegd beviel mij dat wel. Elk krantenartikel over vis heb ik uitgeknipt. En ik doe dat nog altijd, zelfs nu het boek af is. Ik moet het loslaten nu. Maar de viscongressen die ik citeer, bestaan allemaal en de lange titels van de lezingen zijn echt. Ik heb boeiende biologische boeken over vissen gelezen die ik achteraan ook citeer. Het doet je toch wel nadenken. Ik wilde geen ecologisch traktaat over vis schrijven, het moest over liefdesverdriet gaan, maar ik raakte steeds meer betrokken. Zelf kan ik nu echt geen tonijn meer eten. Het is toch wonderlijk dat vele vissoorten al veel langer bestaan dan de mens. Maar als we niet oppassen, zal de mens al die prachtige soorten vernietigen.'
Is deze roman op een verdoken manier autobiografisch? Monique is schrijfster. Ergens overdenkt ze dat ze niet houdt van vragen naar het autobiografische gehalte van fictie.
'Er zijn zeker eigen ervaringen in het boek terechtgekomen. Maar ik zou nooit een soort dagboek kunnen schrijven over mezelf. Dat is weinig interessant. Soms is het zelfs vervelend wanneer mensen willen uitpluizen wat er in mijn boeken autobiografisch is. De realiteit is een bouwsteen waarmee ik aan de slag ga om er een literair werk mee te maken. Literatuur moet iets creëren met die werkelijkheid. Je moet het kneden, omvormen. Dat is er juist het plezier van.'
In 2003 debuteerde u met 'Slaap!' Het boek werd door critici bejubeld en haalde vele herdrukken. Is dat een zegen of een vloek geweest?
'Absoluut het eerste. Omdat ik meteen kon leven van mijn pen. Zo kon en kan ik op een rustige manier werken zonder constant wakker te liggen hoe ik in mijn levensonderhoud moet voorzien. Anderzijds is het soms vervelend dat ik nog altijd Annelies Verbeke van Slaap! ben terwijl ik ondertussen wel een duidelijke evolutie heb doorgemaakt. Slaap! was het beste wat ik toen kon schrijven, maar Vissen redden is naar mijn aanvoelen een beter boek geworden dan mijn debuut.'
Tom Van Imschoot
em/ec/02 d
Monique Champagne, schrijfster, heeft het met fictie wel gehad. Na een zware liefdesbreuk met Thomas, die 'haar heeft laten geloven in een geluk waar ze voorheen geen last van had', zoekt ze naar iets wat haar leven weer kan doen bruisen. En schrijven helpt niet: 'De inspiratie kwam niet, het nut van een verhaal liet zich moeizaam benoemen.' Soms komt de toekomst je echter in de vorm van een toeval tegemoet. Monique krijgt onverwachts een telefoontje van de wetenschapper Sven Nootjes, in reactie op een 'lyrisch betoog' tegen de overbevissing dat ze schreef. Die vindt dat haar bijdrage een welkome emotie toevoegt aan het wetenschappelijke discours. Daarom vraagt hij of ze haar stuk in enkele Europese steden wil voorlezen, tijdens viscongressen.
Voor Monique komt die vraag als geroepen. Het biedt haar niet alleen de kans op een nieuwe start, het geeft haar schrijven bovendien een nut. Sinds haar artikel wil ze immers iets wezenlijks doen. En ze raakt bezeten door een 'ecologische missie': vissen redden. 'De zeeën, oceanen en rivieren dreigden te worden leeggevist. In die lege zeeën las Monique Champagne het einde van alle leven op aarde, want in zee was alle leven ook ontstaan.' Dat klopt, maar het pathos en de bezetenheid verraden overidentificatie. Monique herkent haar eigen verlatenheid in het bedreigde lot van de vis: 'In feite waren vissen de underdogs van het dierenrijk, beesten waarvoor niemand enige empathie scheen op te brengen.' Alsof haar leven ervan afhangt, geeft ze nog gauw een afscheidsfeest ('thema/dresscode: vis/zee'). Daarna vertrekt ze op een rondreis die haar hoofdstuk na hoofdstuk langs de binnen- en buitenzeeën voert die ons continent begrenzen. Op zoek naar herstel.
Daarmee begint de fictie pas echt. Het is immers alsof Monique haar empathische verbeelding als fictieschrijfster steeds meer in de realiteit zelf investeert. Zo ontaarden haar ontmoetingen met de visbioloog Oskar Wanker bijna in een realisatie van diens sado-masochistische fantasie, omdat ze zijn onuitgegeven roman autobiografisch leest. En het leed dat ze met de gekwelde Michaela deelt, steunt op een misverstand waardoor die haar voor een zekere Stefanie houdt. Dat Monique zo gretig ingaat op die fictieve identiteit, ondanks de leugens waartoe het haar almaar meer dwingt, raakt aan de kern van haar onderneming. Ze vlucht voor de herinnering aan Thomas, die blijft opduiken tussen de regels van het verhaal en de haakjes van de werkelijkheid. Uiteindelijk wil ze ondergaan in de zee van haar verdriet. Voor een mens is dat dodelijk. Een vis herademt dan juist. Verbeke vindt voor Monique een uitweg in de realiteit van de verbeelding.
Daarmee doet ze letterlijk aan Big Fish van cineast Tim Burton denken, een film over een fantast die sterft als de vis uit zijn levende verbeelding. Maar literair valt vooral de parallel op met Koetsier Herfst van Charlotte Mutsaers, waar twijfel aan de vitaliteit van fictie en een reëel activisme voor dierenleven elkaar ook vinden in een fatale illusie. Als de symbiose van realiteit en fictie onmogelijk is, dan is de illusie van de roman verkiesbaar boven de terreur van een verbeelding die zich koste wat het kost wil realiseren. Het maakt van de roman een tegengif voor iedere vorm van fundamentalisme.
Juist daarom is het jammer dat Verbeke haar ecologische thema niet helemaal uitwerkt. Moniques engagement tegen de overbevissing plooit uiteindelijk terug op het klassieke thema van de liefde. Maar misschien is dat terecht. Misschien komt de liefde voor het engagement. Misschien is alleen liefde engagement waard. En is die ooit helemaal zuiver op de graat? Het zijn vragen die borrelen als bubbels, vanuit de diepte van het adembenemende verhaal waarin Verbeke je met haar vinnige stijl meelokt.
31/12/2009
De plaats voor fantasie, gekoppeld aan het grote gevoel." Dat zoekt de lezeres Annelies Verbeke naar eigen zeggen in literatuur ('Revolver', 2006, nr. 129). Ook de schrijfster Verbeke gaat steevast op zoek naar die plaats. Het absurde en de waanzin gebruikt ze daarbij vaak als wegwijzers. Vissen redden, haar vierde boek, is geen uitzondering op die regel.
Terwijl haar grote liefde Thomas voorgoed de deur uitwandelt, ziet schrijfster Monique Champagne een documentaire over vistekort. Ze zegt de literatuur vaarwel. Vis wordt haar nieuwe levensdoel. "Zo ontzaglijk veel noodzakelijker was het toch om duidelijkheid te scheppen over het belang van vis, dan weer eens over eenzaamheid en verlangen te schrijven." Na een succesvol krantenartikel krijgt ze de opdracht alle Europese ichtyologische congressen af te schuimen met a literary interlude, dat de stoffige viswetenschappers in het hart moet treffen. "Ze was uit elkaar gevallen toen hij wegging, en dat had zin. Ze was van boeken op vis overgeschakeld, en dat had zin."
"Monique Champagne schreef geen fictie meer, maar ging met verhoogde hartslag op in de levenswandel die ze voor zichzelf verzon." Op haar reis van congres naar congres raakt ze bevriend met Michaela, die haar voor iemand anders houdt. Ze flirt, maar haar vissenideologie staat liefde in de weg. Ze klampt zich krampachtig vast aan de illusie die haar bestaansgrond was geworden. "Wat als zeeën en vissen geen redding meer behoefden? Wat moest ze dan?"De haast mystieke strijd die het opgeruimde leven van Monique Champagne voedt, is immers niet meer dan een façade. Opgeruimd staat blijkbaar niet altijd netjes. De pijn om Thomas, haar ex, gaat achter de façade schuil. "De pijn is niets dan water, wilde ze schreeuwen, maar de pijn was voortdurend verleden, onvoltooid verleden, koppig, nooit aflatend verleden met iemand die niet langer van haar hield."
Goed gedocumenteerd regisseert Verbeke, ooit gids in het Museum voor Psychiatrie, het hoofdpersonage naar haar geliefde ontknoping: de waanzin. Het afstandelijke vertelperspectief ? Monique Champagne wordt consequent met voor- en familienaam genoemd ? zorgt daarbij voor een bevrijdende ironie. Ondanks haar voorkeur voor de grensgevallen van de psyche, zit Verbekes proza de lezer nooit op de huid. Verbeke amuseert.
Helaas valt ook zij ten prooi aan de vissen. Wat een interessant motief had kunnen zijn ? zoals de walvis Frederik in haar debuutroman Slaap! ? verheft Verbeke tot thema. Een keuze die tot eentonigheid leidt. De odyssee van Monique Champagne wordt gauw een sleur, die weliswaar uitmondt in een slot dat Reve had kunnen schrijven, maar verder slechts een lichte deining teweegbrengt. Enkel de smakeloze cover en de ronduit belachelijke slogan ? ("Kun je de wereld redden als je jezelf niet kunt redden?") ? waarmee uitgever De Geus het boek opzadelde, blijven achter. [David Nolens]
Marita de Sterck
De Vlaamse schrijfster (1976) brak in 2003 door met haar bekroonde debuutroman 'Slaap' en publiceerde daarna de roman 'Reus' (2006) en de verhalenbundel 'Groener Gras' (2007). De hoofdfiguur in deze nieuwe roman, Monique Champagne, kan het verbreken van haar relatie maar niet verteren. Ze gooit haar schrijfambities overboord en stort zich met hart en ziel op het redden van vissen. Na een goed ontvangen artikel over de materie wordt ze ingehuurd om op congressen op te treden. Maar het grote verdriet laat zich niet wegduwen, hoe verwoed haar pogingen tot ontwijken ook zijn. Monique gaat ver in haar fixatie, in haar empathie met een diersoort die geen emoties, geen pijn zou voelen. Ze liegt, maakt het zichzelf niet eenvoudig, werkt zich in de nesten en wordt opnieuw verlaten. Een boeiende psychologische roman, bevolkt met intrigerende personages, geschreven in een soepele stijl, gelardeerd met onderkoelde humor. De plot is doordacht, vinnige wendingen stuwen het verhaal voort. Veruit Verbekes interessantste en beste werk tot zover. Gebonden, vrij kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.