Jij, jij en jij
Per Nilsson
2 exemplaren
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lemniscaat, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4831 |
Magazijn |
Lemniscaat, 2009 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : NILS |
31/12/2009
De terugkeer van Melisse van de Zweedse auteur Per Nilsson is het vervolg op De geur van melisse (1998). In De geur van melisse beleeft de niet bij naam genoemde hoofdpersoon zijn eerste verliefdheid en de hevige teleurstelling als die verliefdheid op niets uitloopt. Het meisje heet Ann-Katrin, maar hij noemt haar Melisse, omdat hij, de eerste keer dat hij op haar kamer komt, de sterke geur van citroenmelisse ruikt. Hij is zo blind van verliefdheid dat hij allerlei kleine spulletjes bewaart die hem herinneren aan belevenissen met Melisse: een buskaartje, een grammaticaboek, een briefkaart, een plantje citroenmelisse, een pakje condooms... Zij probeert hem af te remmen, maar dat dringt niet tot hem door. Op een avond gaan ze met elkaar naar bed, hoewel zij nog zegt: "Dit is een vergissing". Zonder condoom, want volgens haar is het veilig omdat het volle maan is. Voor hem is het de eerste keer. Tijdens zijn zomervakantie kan hij Melisse niet vergeten; hij schrijft haar twaalf lange brieven. Zij stuurt één ansichtkaartje terug. Als hij weer terug is van vakantie, is er een andere jongen bij haar. Zijn wereld stort in. Hij wil Melisse niet meer zien.
Wie De geur van melisse gelezen heeft, heeft de toon van die eerste verliefdheid waarschijnlijk nog in zijn hoofd. Niet voor niets heeft de hoofdpersoon Het lijden van de jonge Werther van J.W. von Goethe, hét voorbeeld van de romantische liefde, uit de bibliotheek gehaald. Ook het einde zullen die lezers niet gauw vergeten. Met behulp van opgespaarde voorwerpen laat de hoofdpersoon het afgelopen jaar als een film voorbijgaan. Hij ontdoet zich stuk voor stuk van die spullen, tot er nog maar twee dingen op zijn bureau liggen: een scheermes en een potje pillen. De hele avond wacht hij vergeefs op een telefoontje van haar. Als de telefoon dan eindelijk overgaat, neemt hij niet op. Hoewel hij nog zegt "Ik hou van jou", accepteert hij dat er niets is tussen hen beiden en dat er van de kant van Melisse waarschijnlijk ook nooit iets geweest is. Hij ziet in dat hij alleen maar een "wat-vind-ik-mijzelf-zielig-spelletje" zit te spelen en bergt de pillen weer op in het medicijnkastje.
In De terugkeer van Melisse heeft de hoofdpersoon zijn leven weer opgepakt; hij is opnieuw verliefd, op Amina. "Amina was het mooiste mens dat ik ooit had ontmoet. Ogen zo zwart als een winternacht, zachte ronde wangen, glanzend haar en een schattig klein neusje. Ik wil haar altijd heel graag blij maken, alleen om die lieve kleine rimpeltjes te zien die tevoorschijn komen als ze lacht." Zij vindt hem ook leuk. Hij denkt dat hij volwassen geworden is en zijn eerste verliefdheid en het liefdesverdriet verwerkt heeft. Drie gebeurtenissen op één dag brengen hem echter uit balans: in de bus ruikt hij de geur van citroenmelisse, hij hoort haar naam in een liedje en het is volle maan, net als die ene nacht. Hij ziet dit als een teken en besluit Melisse, die hij nu Ann-Katrin noemt, of Hartelust, te gaan zoeken. Hij zoekt zes dagen tevergeefs. Het enige wat hij van haar moeder te weten komt, is dat ze bij haar vader woont, ergens in het noorden. Hij besluit dan dat het zo goed is. "Het was tijd om te beginnen met de rest van mijn leven." Dat is o.a. de afspraak met Amina voor het eindfeest van het schooljaar. Hij laat Amina citroenmelisse ruiken, zegt dat het ook hartelust genoemd wordt en vertelt haar het verhaal van zijn eerste liefde. Door Amina voelt hij zich opnieuw "aan de liefdeshaak geslagen. Amina. Amina.Amina."
De ik-persoon en Ann-Katrin maken zichzelf en elkaar maar iets wijs: ze zeggen dat ze niets van elkaar willen weten, maar voortdurend zoeken ze mogelijkheden het contact weer op te nemen. Het is onvermijdelijk dat de ik-persoon geconfronteerd wordt met het feit dat Ann-Katrin een baby heeft. Het spel van ontkennen blijft dan nog doorgaan. Timo heeft geen vader, volgens Ann-Katrin, maar een rekensommetje brengt de ik op het idee dat hij de vader moet zijn. De verwarring is compleet. In een lange monoloog van drie bladzijden probeert hij alles op een rijtje te zetten. "De gedachten tolden door mijn hoofd. De gedachten dansten rond in een dronken dans, ik kon ze niet laten stoppen of op een rijtje zetten en ze keurig één voor één naar voren laten komen, ze kwamen kriskras door elkaar, zonder enige ordening." Ten slotte vertelt Ann-Katrin hem de waarheid. Hij is de vader. Hij wil eigenlijk geen vader zijn, totdat hij een half uurtje met zijn Timo alleen is. "Jij was degene die daar lag, Timo, het was geen mormel. En ik lag naast je en dacht na over het leven. Ik bedacht dat het niet te bevatten is. Dat alle mensen zo klein en zo volkomen hulpeloos zijn geweest. Zo volledig afhankelijk van een moeder. Of in ieder geval van iemand." Hij raakt vertederd door het kind. Hij wil vader zijn, maar hij wil ook verder met Amina. Zo ontstaat een van die gecompliceerde situaties waar de verhalen van Per Nilsson door gekenmerkt worden.
Beide hoofdpersonen uit de Melisse-boeken zijn een jaar ouder en ervaringen rijker. Beiden hebben het idee dat de gebeurtenissen van vroeger vergeten zijn en dat hun relatie voorbij is. Dat blijkt een illusie. Er is te veel gebeurd dat ze een plaats moeten geven in het vervolg van hun leven.
Per Nilsson besteedt veel aandacht aan de structuur van zijn boeken, speciaal aan de manier van vertellen. Bijna een standaardprocedure in zijn verhalen is dat de hoofdpersoon zijn verhaal achteraf vertelt, waarbij hij zich richt tot een persoon die meestal lang onbekend blijft. In De geur van melisse vertelt hij op een zaterdagavond alles wat zich in een jaar daarvoor heeft afgespeeld. Tussen de episodes door komt hij steeds terug in het heden. De 'je' is in dit geval de lezer.
In Ik ben geen racist (2007) zijn de hoofdstukken genummerd van 1 tot 100. In elk tiental wordt iemand aangesproken. Bijvoorbeeld: "30. Nu denk ik aan jou. Ik denk dat jouw ogen twee zwarte zonnen zijn. Ik denk dat jouw haar een glinsterende rivier is die ik nooit heb gezien. Ik denk dat ik dat had moeten zeggen. Ik denk: wie dat tegen jou mag zeggen, is een gelukkig man." Deze 'jij' lijkt uiterlijk erg veel op Amina. Ook hier vertelt een ik-persoon achteraf zijn verhaal, in een afgelegen vakantiehuisje waar hij zich schuilhoudt. Lang blijft onduidelijk wie de 'jij' is die hij aanspreekt.
Deze literaire technieken kunnen het lezen van de boeken van Per Nilsson tot een feest maken voor liefhebbers van een literaire puzzel. Tenzij je zijn verhalen zo goed kent dat de constructies weinig nieuws meer opleveren, dan kunnen ze zelfs gaan hinderen. Dit overkwam mij bij De terugkeer van Melisse. De hoofdpersoon vertelt over de twaalf dagen die zijn leven hebben veranderd aan een ongenoemde persoon, die later zijn zoon Timo van één jaar oud blijkt te zijn. Toch heeft het terugkijken een duidelijke functie: door achteraf te vertellen kan de hoofdpersoon afstand nemen. In De geur van melisse kan hij daardoor accepteren dat zijn liefde voorbij is. In De terugkeer van Melisse kan hij de verwarrende confrontatie met zijn vaderschap overdenken. Daarbij denkt hij na over zijn eigen vader, die al vroeg uit zijn leven verdwenen is. Door het nemen van afstand kan hij ook zijn nieuwe liefde voor Amina een duidelijke plaats geven.
Overigens blijft er nog meer te genieten over. Voor adolescenten is elke Per Nilsson een leesavontuur, omdat hij de gevoelens en vragen die 15- tot 17-jarigen bezighouden, door en door kent. Hij weet persoonlijke en maatschappelijke problemen boeiend te beschrijven. Ook nu weer. De overwegingen van Ann-Katrin om tegen alle adviezen in geen abortus te laten plegen, maken indruk. Het dilemma waar de hoofdpersoon voor staat: kiezen voor vaderschap of voor Amina, wordt goed beschreven. Ann-Katrin heeft ook nagedacht over de wereld waarin Timo zal moeten opgroeien: een wereld vol mishandeling, geweld, drugs en kindermisbruik, een wereld waarin de natuurlijke hulpbronnen bijna op zijn. De terugkeer van Melisse eindigt enigszins ironisch met "De beste vier woorden om een verhaal over liefde mee af te sluiten", namelijk: "Ik hou van jou." [Ger Van Hoek]
Anne van Dijk
De geur van citroenmelisse in de bus, een liedje met haar naam en volle maan – Ann-Katrin is weer terug in het leven van de inmiddels 17-jarige hoofdpersoon uit 'De geur van Melisse'* (Deutsche Jugendliteraturpreis 1999 en Zilveren Zoen). In de ik-vorm doet hij ons verslag van een twaalf dagen durende zoektocht naar zijn eerste grote liefde, die resulteert in een levensgrote ontdekking. Twaalf hoofdstukken met klinkende namen als "Regels voor de liefde, met uitleg" lang wordt het hier en nu succesvol afgewisseld met flashbacks van ruim een jaar geleden en het verslag van de zoektocht. Worstelend met het verleden moet de sympathieke hoofdpersoon een keuze maken die zijn heden en toekomst ingrijpend verandert. Hoewel het de lezer al snel duidelijk is welk geheim Ann-Katrin bewaakt en welke rol haar baby speelt in het geheel, is het boek zo goed geconstrueerd dat de spanning alleen maar toeneemt. De auteur past verschillende (zij het af en toe wat gekunstelde) vertelstijlen toe die eveneens bijdragen aan de vaart van het verhaal. Een indringende coming-of-age-roman voor lezers vanaf ca. 14 jaar.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.