Lucas en de woorden : een verhaal over leren lezen
Carli Biessels
Carli Biessels (Auteur), Martijn van der Linden (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2009 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : BIES |
31/12/2010
Een boekje van weinig woorden: negentig pagina's met tekeningen inclusief, en in bijzonder korte zinnetjes. Opvallend is de afwezigheid van literaire, esthetiserende woorden. Toch is dit een boeiend en aangrijpend verhaal dat precies door de directe, uitgepuurde stijl, met een heldere zinsbouw die niet naar de olie ruikt, de sfeer van het gebeuren en de gevoelens van het hoofdpersonage evoceert. In de eerste en de laatste pagina's van het boek is de lezer getuige van wat de zesjarige Elske tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog, ergens ondergedoken op het Nederlandse platteland, meemaakt en voelt. Dat gebeurt in de ik-vorm en de tegenwoordige tijd. Tussen begin en eind vertelt ze dan in een langere flashback hoe haar leven verliep, wie ze ontmoette, wat ze merkte van de oorlog, hoe bang ze soms was en hoe ze zich sterk hield.
Het verhaal start niet met een duidelijke schets van de tijd en de omstandigheden waarin het speelt. De lezer moet zelf de gegevens bij elkaar sprokkelen die tonen dat het hier gaat om de belevenissen van een tijdens de Duitse bezetting op een onderduikadres verblijvend joods meisje. Door haar verneemt hij nog heel wat over andere ondergedokenen en over de mensen die hen helpen, over de overvliegende bommenwerpers en de verwoeste huizen, maar vooral over haar overlevingstactiek: zich stil houden, afwachten en toekijken, zich inleven in verhalen, tekenen en schilderen en hopen dat er na de herfst en de winter weer een lente komt. Dat zij dan ook, net als het geknakte riet uit een van de verhalen die haar verteld worden, weer rechtop en openlijk kan groeien en leven. Ze leeft in stilte, want als je zwijgt, zeg je niets verkeerds. Elske is een wijs kind geworden, dat in korte tijd en met veel pijn heel wat geleerd heeft. Ze kent de technieken daarvoor en vindt het bijvoorbeeld niet slim van haar 'tante' dat die op het treinperron, bij de komst van twee Duitse soldaten, gauw de tas met haar kleren, waarop nog een gele ster zit, onder de bank schuift. Anderzijds vergist ze zich ook wel eens, want wie niet meezingt met de klas, loopt de kans helemaal alleen te moeten zingen, en wie aan de kant blijft zitten op balletles, roept ook wel vragen op.
Het is voor jonge lezers allicht niet zo makkelijk dat Elske geen globale tekening geeft van de situatie tijdens de oorlog, omdat ze geen vertellend, maar een belevend en zich herinnerend personage is. Ze hoeft voor zichzelf niet te zeggen wat ze al weet. Daardoor ontdekt de lezer slechts geleidelijk en terloops, zonder uitleg, 'oorlogsaanwijzingen' als de gele ster, verstopte radio's, gedoofde straatverlichting, verduisterde woningen, het begraven van waardevolle voorwerpen, het inleveren van auto's, de avondklok... Dat dit allemaal met de oorlog te maken heeft, voelt hij wel en misschien vindt hij in de spaarzame informatie in het boek een aansporing om wat meer te weten te komen van volwassenen. In elk geval prikkelt dit boekje om elk woord erin te wegen en precies te begrijpen. Zo verneem je bijvoorbeeld bijna op het einde zonder verdere commentaar dat Elske haar eerste Kerstmis meemaakt, waarbij je zelf maar moet bedenken dat dat komt omdat ze Joodse is. Zo spoort dit boekje aan tot aandachtig lezen.
Een belangrijke rol in het verhaal speelt voor Elske de klaagvogel, die met zijn heldere 'pieuw' haar droefheid vertolkt, maar tegelijk ook een teken is van de hoop dat het ooit anders wordt. De titel van het boekje verwijst naar het namaakjuweeltje, in de vorm van een vogeltje, dat ze tijdens een feestelijk etentje gekregen heeft van 'oom' Jo-tje. Die deelt met haar het geheim van de pieuwvogel en is een van de mensen die haar het gevoel geven dat ze niet alleen is, dat ze er nog altijd is en dat ze niet bang hoeft te zijn er niet meer te zijn, of op de vermistenlijst te komen.
De heldere paginalay-out met veel wit is een perfecte weergave van de puurheid van de tekst, die het niet zoekt in veel woorden, maar in de afslanking van de taal tot de essentie van de boodschap en de herwaardering van elk woord. [Herman De Graef]
K. Ghonem-Woets
Het jonge joodse meisje Elske (ik-figuur) vertelt over het halfjaar dat ze opgenomen is in ‘het grote huis’ bij tante Gé en oom Kas. Waar haar ouders en twee broers zijn, weet ze niet, maar wel dat het beter is om daar niet naar te vragen. In het grote huis heeft ze het naar haar zin: er is Leendert, een goede verhalenverteller, en er zijn Klara en Ingrid met wie ze mee naar school mag. Ze ontmoet ook de bijzondere oom Jo-otje, van wie ze een vogel van stras, geslepen glas, krijgt. Jo-otje moet zich op een gegeven moment schuilhouden, maar Elske kan nog met hem communiceren via tekeningen en brieven met zelfbedachte versjes. Met behulp van het perspectief van een jonge onderduikster en prachtige beeldspraak heeft de auteur de pijn van het verlies van familie en identiteit, maar ook de hoop op een betere toekomst in woorden weten neer te zetten. Zo wordt Elskes hoofd wel eens wat vol, net als een kamer met veel te grote meubelen. Niet toevallig spelen woorden en beelden een steeds grotere rol in Elskes leven en vormen een houvast of een ontsnappingsmogelijkheid. Zeer ruime bladspiegel en illustraties in grijstinten. Vanaf ca. 9 jaar.
Lieve Raymaekers
ua/an/22 j
Elske woont in het grote huis, met rond haar mensen die ooms, tantes, neven en nichten genoemd worden. In wisselende samenstellingen: sommigen verdwijnen, anderen komen aan. Ze weten niet echt veel van elkaar. En dat is maar goed ook. Want het is oorlog. En Elske is joods. En niet alleen Elske. Dit intimistische verhaal vraagt aardig wat voorkennis over oorlog, deportatie, Holocaust. Want er wordt bijzonder weinig uitgesproken, en des te meer gesuggereerd. Bovendien worden er meer vragen opgeroepen dan beantwoord: wie is oom Jo-tje? Waarom gaat ie met een hele bende nichtjes op restaurant? Wat is de betekenis van de nepjuwelen die ze daarbij krijgen? Of moet je je hier als lezer geen vragen bij stellen, en dit gewoon ondergaan, zoals Elske zelf, vanuit wiens standpunt je dit verhaal mee beleeft. Hoewel echt waardevol op zich, stoort de contradictie in de signalen die de uitgave geeft: een ietwat cryptisch verhaal, in een luchtige bladspiegel met heel weinig tekst, in een groot lettertype, verlucht met illustraties. Illustraties die bovendien veel te jong en te kinderlijk zijn in vergelijking tot de tekst, wat bijdraagt tot de misleiding van de koper. Te gewoon ook, in vergelijking met de geladen inhoud.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.