Strijdlied van de tijgermoeder
Amy Chua
Amy Chua (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Nieuw Amsterdam, cop. 2009 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 903 CHUA |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Nieuw Amsterdam, cop. 2009 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 903 CHUA |
31/12/2009
Hypermachten of hegemonieën zijn het geliefde onderzoeksdomein van Amy Chua, een Amerikaanse hoogleraar met Chinese roots. Ze durfde het aan een boek te schrijven dat de visie van historici op de opkomst en neergang van wereldrijken grondig kan beïnvloeden. Ze probeert, niet zonder succes, aan te tonen dat strategische tolerantie voor vreemdelingen een zeer belangrijke factor is in de geschiedenis van alle grootmachten die ooit de wereld hebben gedomineerd. En dat intolerantie altijd een belangrijke rol speelde in de neergang van die hegemonieën. Deze gedurfde stelling wordt bovendien doorgetrokken tot vandaag en bevat dus ook een boodschap voor de huidige wereldleiders. De Amerikaanse wereldoverheersing vandaag is volgens Chua mee veroorzaakt door de eeuwenlange strategische tolerantie voor migranten en vluchtelingen en wordt sinds 11 september 2001 bedreigd door de angst voor vreemdelingen. De Europese Unie is door de vele uitbreidingen sinds de Tweede Wereldoorlog een succesverhaal, maar wordt bedreigd door nationalisme en xenofobie, waarbij vooral de angst voor moslimterrorisme een belangrijke rol speelt.
Chua slaagt erin om haar stelling helder en stap voor stap uiteen te zetten. Ze definieert het begrip hypermacht als "het opmerkelijk geringe aantal samenlevingen dat zo'n buitengewone militaire en economische macht wist te vergaren dat ze in feite de wereld beheersten". Ook is het belangrijk om het begrip 'strategische tolerantie' goed te begrijpen. Uiteraard heeft dat handvol superwereldrijken veel geweld gebruikt, volkeren onderdrukt en bloed vergoten. Ook de Verenigde Staten hebben hun racistische demonen nog niet helemaal bezworen. En er is ook China, dat ondanks de onderdrukking van een aantal minderheden, volgens Chua, zelden zo tolerant was als vandaag en de laatste jaren de deuren wijd openzette voor buitenlandse investeringen. Strategische tolerantie betekent dat in die grote rijken heel verschillende soorten mensen konden leven, werken en succes hebben, om praktische of strategische redenen. Als oudste voorbeeld bespreekt Chua het Groot-Perzische Rijk van de Achaemeniden. Ze veroverden veel gebied, maar integreerden goden, kennis en culturele gebruiken van de overwonnen buren.
Hypermachten hebben enkel een garantie op lange levensduur, wanneer ze erin slagen een voldoende krachtig ideologisch 'bindmiddel' te creëren. Het feit dat dit in het multiculturele Perzische Rijk ontbrak, maakte het Alexander de Grote gemakkelijk om alle door de Perzen overheerste volkeren aan zich te binden. Zijn huwelijk met een Perzische is een voorbeeld van strategische tolerantie. Maar met de dood van Alexander, stierf ook de eenheid van de regio. Naast het Perzische Rijk krijgen in het eerste deel ook het Romeinse Keizerrijk, de Chinese Tangdynastie en het Groot-Mongoolse Rijk de nodige aandacht. Het is niet toevallig dat het Romeinse Rijk zo lang stand kon houden. Ze hadden het sterkste ideologische bindmiddel. Het Romeinse staatsburgerschap werd vlot toegekend aan buitenstaanders. Een eindeloze stroom van nieuwe volkeren werd geïntegreerd. Vreemdelingen werden toegelaten tot de hoogste functies, tot en met het keizerschap. Is het toevallig dat met de in Spanje geboren, tolerante keizer Trajanus het begin van een bloeiperiode wordt ingeluid? Iedereen kent de door historici opgesomde klassieke factoren die verklaren waarom het Romeinse Rijk verzwakte, maar Chua ziet als belangrijkste factor de toenemende godsdienstvervolgingen en de uiteindelijke onverdraagzaamheid van het christendom, dat als staatsgodsdienst werd geïntroduceerd in 312. Even komt de vraag op of Chua niet te veel aandacht besteedt aan het land van haar voorouders. Maar het hoofdstuk over de Tangdynastie als meest tolerante periode uit de Chinese geschiedenis is overtuigend. En de auteur slaagt er ook in om aan te tonen dat de tolerante houding van de jonge Djengis Khan ? hij vroeg zijn moeder om een weesjongen uit elk van de verslagen stammen symbolisch te adopteren ? een verklarende factor is voor de evolutie van de Mongolen, een eenvoudig steppevolk, tot hegemonie. "Omdat ze over weinig eigen kunst, wetenschap, eruditie of bestuurlijke bekwaamheden beschikten, namen de Mongolen, klaarblijkelijk zonder enig vooroordeel, eenvoudigweg wat nuttig was over van de beschaafde volkeren die ze hadden overwonnen."
Het tweede deel handelt over de opkomst van de verlichting en de zich steeds meer verspreidende idee van tolerantie en mensenrechten. Eerst volgt een hoofdstuk dat de intolerantie in het Spaanse Rijk beschrijft. De inquisitie, de verdrijving van de Joden uit Spanje en de godsdienstoorlogen liggen volgens Chua aan de basis voor het verval van het Spaanse wereldrijk in de 16e eeuw. Onlosmakelijk hiermee verbonden is het volgende hoofdstuk, dat de opkomst van het Nederlandse wereldrijk beschrijft. Chua geeft toe dat het precair is om de Nederlanders als een hypermacht te beschouwen, maar hun prille geschiedenis past wonderwel binnen dit verhaal. De Nederlanders bevochten hun land op de intolerante Spanjaarden en werden een zeer liberale maatschappij. Amsterdam werd medio 17e eeuw een magneet voor vluchtende protestanten uit heel Europa. Bovendien kende Nederland een enorme commerciële expansie. Militair stelden ze niet zoveel voor, maar door hun controle over de belangrijkste handelswegen, kenden ze een zekere wereldwijde hegemonie. Toen stadhouder Willem III van Oranje koning van Engeland werd, nam hij de tolerante ideeën en de kapitalistische commerciële geest mee. En zo ligt volgens Chua de tolerantie van de Nederlanders rechtstreeks aan de basis voor het succes van het Britse wereldrijk. Het intolerante katholieke Frankrijk zag zijn kans op hegemonie verloren gaan. De hugenoten vluchtten naar Engeland, dat voordeel haalde uit hun talenten. Ook de Act of Union die de Schotten in 1707 verenigde met de Engelsen is een succesvol voorbeeld van strategische tolerantie. De avontuurlijk aangelegde Schotten speelden een belangrijke rol in de overzeese handelsposten en de industriële revolutie. Chua durft beweren dat het misschien wel beter zou zijn het Britse Rijk het Schotse Rijk te noemen. Ze vraagt zich ook af of de geschiedenis anders zou verlopen zijn indien de Britten dezelfde tolerante houding hadden kunnen aanhouden tegenover de Ieren in de 19e eeuw en tegenover de Indiërs in de 20e eeuw. Misschien had het Britse Rijk kunnen uitgroeien tot een politieke eenheid met een gemeenschappelijke taal en Groot-Brittannië als het middelpunt. Raciale en etnische arrogantie namen gestadig toe en dit ging volgens Chua hand in hand met de opkomst van de evangelische beweging in de kolonies. Talentvolle ondernemende Indiërs kregen geen kans meer om carrière te maken.
In het derde en laatste deel heeft Chua niet veel moeite om uiteen te zetten dat de opkomst van nationalisme en extreemrechtse ideologieën het einde van de Europese wereldsuprematie betekende. Toch legt ze er de nadruk op dat het nazisme erin slaagde om korte tijd een beangstigende intolerante kracht te zijn. Duizend jaar kan zo'n rijk nooit standhouden. Vervolgens gaat alle aandacht naar de Verenigde Staten, het geboorteland van de auteur. Ze gaat wat kort door de bocht wanneer ze beweert dat de Verenigde Staten pas na 11 september 2001 blijk gaven van een intolerante en isolationistische koers, maar ze heeft wel een punt wanneer ze stelt dat haar land nog steeds een aantrekkelijke pool is voor talentvolle en ondernemende mensen uit de hele wereld. Dat de Verenigde Staten als eersten over de atoombom beschikten, hebben ze te danken aan de exodus van natuurwetenschappers uit het door nazisme bedreigde Europa. Durfkapitalisme is de meest recente uiting van strategische tolerantie en Silicon Valley is er het bekendste gevolg van. In het voorlaatste hoofdstuk vraagt Chua zich af of China, de Europese Unie of India voldoende aantrekkingskracht en strategische tolerantie in zich hebben om in de nabije toekomst te evolueren tot hypermachten die voor een nieuwe bipolaire wereldorde kunnen zorgen. De drie uitdagers beschikken echter niet over hetzelfde vermogen om toptalent aan te trekken als de Verenigde Staten. Ook de tolerantie van de Europese Unie is te sterk naar binnen gericht. De Verenigde Staten trekken nog steeds Europees intellect aan, en niet andersom. In het laatste hoofdstuk komt Chua tot een logische en duidelijke conclusie. De Verenigde Staten kunnen een hypermacht blijven zolang ze een voorbeeld blijven van tolerantie en een toevluchtsoord blijven voor talentvolle en ondernemende vreemdelingen. De voorbije decennia maakte de Amerikaanse regering echter de fout om zich in zelfvernietigende militaire avonturen te storten, in een poging haar ideeën van democratie en tolerantie op te leggen aan anderen. Maar zelfs als de Verenigde Staten zakken tot het niveau van een wereldmacht is dat geen absolute ramp, zolang ze een tolerante natie blijven.
Amy Chua schreef een vlot leesbare en heldere analyse over de opkomst en de neergang van hypermachten, met een duidelijke en positieve boodschap voor het heden. Een aantal redeneringen vragen misschien meer degelijk historisch onderzoek, maar Chua is zo bescheiden om haar idee van strategische tolerantie als hypothese en niet als waarheid te verkondigen. Ze lijkt soms te overdrijven in de beschrijvingen van tolerantie in de Verenigde Staten en in China, twee landen waar ze een band mee heeft. Maar toch blijft haar stelling overeind. Dit boek doet vermoeden dat Chua weliswaar nog een jonge, en dus een veelbelovende historica is. Kortom, dit is niet een zoveelste boek dat de geschiedenis van wereldrijken beschrijft. Dit is een gedurfd boek met een gewaagde stelling dat doet nadenken over onze toekomst. [Dirk Passchyn]
Dr. Theo Hoogbergen
De auteur, een in China geboren, Amerikaans hoogleraar, schrijft succes en ondergang van wereldrijken - hyperrijken - toe aan hun openheid of hun uitsluiting voor immigranten. Alle wereldrijken hebben daaraan hun status of ondergang te danken, niet aan militair overwicht. Het tolerante politieke en religieuze klimaat in deze hyperrijken trok steeds de intelligentste mensen, de inventiefste geesten en de kapitaalkrachtigste ondernemers aan uit de rest van de wereld. Het succes van 'menselijke injecties', soms strategisch opgezet door huwelijken met voormalige vijanden en openstelling voor de hoogste ambten voor bekwame overwonnenen, en de ondergang door uitsluiting en xenofobie toont zij aan in fascinerende beschrijvingen in drie delen en twaalf hoofdstukken van het Groot-Perzisch Rijk, het Romeinse keizerrijk, de Chinese Tangdynastie, het Mongoolse rijk, het middeleeuwse Spanje, de piepkleine zeventiende-eeuwse Republiek der Verenigde Nederlanden (!) met haar explosieve economische groei - toevluchtsoord voor ondernemende ballingen - als voorloper van het Britse Imperium, het Ottomaanse rijk, de Asmogendheden in de twintigste eeuw en de succesrijkste Verenigde Staten van Amerika. Een uiterst actueel, rijk gedocumenteerd, origineel en boeiend boek.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.