Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt magazijn
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Mouria, cop. 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 4981 |
Besprekingen
31/12/2011
De (on)mogelijkheid van een Iraans liefdesverhaal
Censuur: een Iraans liefdesverhaal van Shahriar Mandanipour is een boek over de beknotting van individuele vrijheden door het huidige Iraanse regime. De schrijver toont de onmogelijkheid menswaardig te leven in een door religieus fundamentalisme gecontroleerde samenleving. Met name stelt hij de tragische onmogelijkheid van de liefde tussen man en vrouw en van vrije politieke stellingname aan de kaak. Mandanipour thematiseert al deze onmogelijkheden in de feitelijke onmogelijkheid voor een Iraanse schrijver met dit materiaal een roman te schrijven die zijn landgenoten een verhelderende spiegel zou kunnen voorhouden. De paradox is dat daar een ronduit schitterende roman blijkt in te zitten.
Met Censuur heeft Mandanipour een complex raamwerk van verhalen neergezet. Enerzijds vertelt de schrijver het verhaal van de liefde tussen Sara en Dara, twee jongeren uit Teheran wier bestaan niet over rozen gaat. Hun verhouding is clandestien, want in het huidige Iran ? zo duidt de schrijver ? 'gaat men van de politiek-religieuze stelregel uit dat als een man en een vrouw die niet met elkaar getrouwd zijn en niet met elkaar verwant zijn, bij elkaar in de buurt komen of met elkaar praten, dit de inleiding tot een doodzonde vormt'. De straffen zijn niet min: gevangenschap, geseling en zelfs de dood. Het resultaat is een naar sekse vrijwel gesegregeerde samenleving, die Mandanipour niet nalaat te ridiculiseren. Zo vertelt hij hoe sommige geestelijken ervoor pleiten zelfs het voetgangersverkeer op trottoirs zeer strikt te scheiden. Zij eisen in ernst dat het trottoir aan de rechterkant van de straat 's ochtends aan mannen en 's middags aan vrouwen zou worden voorbehouden; en dat voor het linker trottoir het omgekeerde zou gelden. Het draconische Iraanse regime noopt Sara en Dara ertoe elkaar op vreemde, bij uitstek onromantische plekken te ontmoeten. Op de spoedafdeling van een ziekenhuis bijvoorbeeld, want daar zijn geen zedelijkheidspatrouilles. In een interview beschreef Mandanipour deze situatie raak: 'De woorden politiek en liefde verwisselen van plaats en betekenis in een land waar de liefde van bovenaf verboden wordt en politiek aanwezig is tot in de bad- en de slaapkamer' (MO*magazine, 31.03.2010). Die groteske omkering ondervindt het jonge koppel aan den lijve. Hun liefdesrelatie wordt nagenoeg onmogelijk. Hoe immers kan een man verliefd worden op een vrouw als hij nooit bij haar mag zijn? En omgekeerd: hoe kan een vrouw verliefd worden op een man als zelfs oogcontact onwettig is?
Het verhaal van Sara en Dara klinkt bijzonder levensecht en aandoenlijk. Toch wordt voortdurend de aandacht gevestigd op de fictionaliteit ervan. De schrijver levert geregeld commentaar in de ik-persoon. Op die manier gunt hij de lezer inkijk in het proces van zijn creatie: 'In dit liefdesverhaal moet ik een vrouwelijke protagonist en een mannelijke antagonist of vice versa opvoeren,' begint hij ietwat theoretisch. En het verhaal dat volgt wordt steeds opnieuw herschreven. De schrijver corrigeert zichzelf voortdurend en doet dat steeds ingrijpender in de loop van het verhaal. Als hij op het einde van het boek een van zijn hoofdpersonages de dood instuurt, tikt hij zichzelf met de nodige zelfspot op de vingers: 'Nee, dit gaat niet. Dit hoofdstuk laten we helemaal ongelezen. [...] Bespottelijk! Zo'n hoofdstuk kan ik in mijn liefdesverhaal niet gebruiken. Leest u alstublieft verder en schrap dit slecht geschreven hoofdstuk waaraan alleen een beginnend schrijver zich zou kunnen bezondigen.'
Zo is de lezer de bevoorrechte getuige van een schrap- en schrijfproces. Overigens wordt niet alleen geschrapt omdat de schrijver daarvoor kiest. Heel wat passages zijn aan censuur ten prooi gevallen; zij zijn ook létterlijk doorgehaald, maar wel nog leesbaar. Als strenge censurerende instantie wordt 'meneer Petrovitsj' opgevoerd, censor op het ministerie van Cultuur en Islamitische vorming, met wie de schrijver hevig redetwist over wat wel en niet mag blijven staan. Mandanipour snijdt hier een thema aan dat hem ook persoonlijk parten heeft gespeeld; toen hij nog in Iran woonde, werden zijn boeken stuk voor stuk gecensureerd. Pas toen hij in 2006 naar de Verenigde Staten emigreerde, kon hij eindelijk schrijven wat hij wilde. Censuur is daar het resultaat van. De prijs die hij voor die vrijheid betaalt, is dat het boek nog steeds niet in de oorspronkelijke taal verschenen is. Een medewerkster van de schrijver vertaalde het boek naar het Engels, en andere vertalingen werden op die vertaling gebaseerd.
Mandanipour is onmiskenbaar een Iran-getuige van de eerste orde. Het geeft hem de middelen om een treffend beeld te schetsen van de Iraanse situatie. Genadeloos legt hij de vinger op talloze mistoestanden en absurditeiten: dat een blinde man er filmcensor is, bijvoorbeeld. De auteur beschouwt het als zijn taak die hypocrisie aan de kaak te stellen. 'We moeten af van een systeem dat je dwingt om voortdurend andere maskers te dragen en je voor te doen als iemand die je niet bent' zei hij in een interview (MO*magazine, 31.03.2010). Die maskers rukt hij in Censuur genadeloos af.
Het verhaal in dit boek staat inderdaad nooit los van de schrijvende persoon; daar wordt op geen enkel moment doekjes om gewonden. Elke fictie die de schrijver opvoert, is doordrenkt van zíjn gedachten, ideeën en ervaringen. Met name bij het begin van de roman profileert de schrijver zich zelfbewust als almachtige bedenker. Toch taant zijn gezag beduidend in de loop van het verhaal. Tot hij, helemaal op het einde, zijn greep verliest. Hij staat schaakmat ? niet alleen in de confrontatie met het regime, maar ook in het gevecht met zijn eigen verhaal. Zijn personages dansen niet meer naar zijn pijpen, zoals dat in fictie toch gebruikelijk is. Zelfs zij keren zich uiteindelijk tegen hem, schelden hem de huid vol ('Je had me niet zo mogen afschilderen'), weigeren nadrukkelijk nog langer te gehoorzamen. Tot de schrijver concludeert: 'Ik zie duidelijk hoe mijn liefdesverhaal een wending neemt die ik nooit voor ogen heb gehad. Het verhaal valt uit elkaar. De personages spelen ieder een eigen deuntje zonder samen een symfonische harmonie te kunnen componeren.' Het traditionele verhaal is inderdaad zoek. En na de hele Iraanse maatschappij grotesk te hebben omgekeerd en uitvergroot, haalt Mandanipour ten slotte ook de schrijver door de mangel. Ook hij heeft namelijk gefaald; hij kan nog enkel toekijken 'hoe [z]ijn liefdesverhaal wordt opgehangen'. Niets blijft nog overeind; zoals ik al aanstipte is zelfs het schrijven nu een onmogelijkheid geworden. 'Ik zal de droom om die betoverende punt achter een goed liefdesverhaal te kunnen zetten mee het graf in moeten nemen', stelt de schrijver uiteindelijk tot zijn spijt vast.
Censuur is een briljante satire die vele thema's, verhaallijnen en perspectieven op virtuoze wijze met elkaar verweeft. De roman is behalve een schitterend liefdesverhaal ook een overtuigende aanklacht tegen het Iraanse regime; hij is tegelijk geestig en ernstig, lichtvoetig en donker, romantisch en antiromantisch van toon. Ondanks zijn veelgelaagdheid, zijn metafictionele interventies, zijn narratieve en typografische apartheid leest Censuur bovendien vlot weg. Dat de auteur het ambitieuze thema durft aan te snijden van de onmogelijkheid in de huidige Iraanse context een authentieke liefdesroman te schrijven en te publiceren, is op zich al een verdienste. Dat hij, anders dan de schrijver in het boek, zijn opzet waarmaakt en een indrukwekkende roman heeft afgeleverd, wijst op het literaire kaliber van Mandanipour. Het feit dat hij zijn boek slechts in ballingschap heeft kunnen voltooien, bevestigt overigens de thesis van zijn verhaal. Dat hij daardoor voorlopig zijn meest voor de hand liggende lezerspubliek mist, doet noch aan de literaire waarde, noch aan de maatschappelijke relevantie van dit veelomvattend, meeslepend en humoristisch meesterwerk ook maar iets af. [Judith Van Doorselaer]
Redactie
Hoe kan een auteur een liefdesverhaal schrijven in een land (Iran) met zulke strenge zedelijkheidswetten dat een ontmoeting tussen ongetrouwde mannen en vrouwen verboden en dus vrijwel onmogelijk is, en literatuur streng wordt gecensureerd? De hoofdpersoon in dit verhaal, Shahriar, een Iraanse auteur die (net als Mandanipour zelf) al jaren in de clinch ligt met de Iraanse censuur, wil toch een poging doen. Hij schrijft een liefdesverhaal over Dara en Sara, een jongeman en een meisje die aanvankelijk alleen met elkaar kunnen communiceren door onopvallende puntjes onder bepaalde letters in hun favoriete bibliotheekboeken te zetten en die over en weer te lenen. Goed geschreven, mooie postmoderne, politieke raamvertelling vol wrange humor. In het eigenlijke liefdesverhaal is alles wat in Iran gecensureerd zou worden, doorgestreept, daar tussendoor richt Shahriar zich tot zijn censor en de lezer en levert commentaar op zijn verhaal, de literatuur en het politieke en religieuze leefklimaat in Iran. Eerste in het Nederlands vertaalde roman van een bekende, controversiële, veelvuldig bekroonde Iraanse auteur. www.mandanipour.net. Paperback, vrij kleine druk.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.