Overval : gedichten
Gwij Mandelinck
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, cop. 2009 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : MAND |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
De Arbeiderspers, cop. 2009 |
WEFLA MAGAZIJN : ENKEL NA MAGAZIJNAANVRAAG : MAND |
31/12/2009
Gwy Mandelinck is een bijzonder spaarzaam dichter. Niet alleen publiceert de dichter in feite weinig, hij blijft ook eindeloos vijlen aan ieder vers alvorens het aan de openbaarheid prijs te geven. Die drang naar stilering en perfectie uit zich allereerst in de opbouw van de bundel, met twee afdelingen, en de structuur van de gedichten: een uitgebalanceerde structuur met telkens vier tweeregelige strofen, die een veelvoud aan tegenstellingen en dynamiek toelaat. Inhoudelijk controleert de dichter evenzeer zijn poëzie. Van bij het begin van zijn werk heeft Mandelinck er zorg voor gedragen dat zijn personages wel herkenbaar zijn, maar nooit te specifiek-anekdotisch. De dichter houdt ervan op zoek te gaan naar 'archetypen' en 'symbolen', naar wat wazige en onduidelijke figuren die model kunnen staan voor ieder van ons. Die magische zoektocht blijkt al uit titels als 'Hondsdag', 'Schrikgodin', 'De zwarte hand'. Tevens valt op hoe, nog sterker dan in het vroegere werk, de mysterieuze duistere kant van het leven ruim aan bod komt. In die zin beent Mandelinck menselijke relaties en de zelfgenoegzaamheid van het subject tot op het bot uit. Weerloosheid en agressiviteit domineren de bundel. De mens is een nomade in zijn eigen bestaan, en zijn existentie verovert hij steevast ten koste van de ander: zijn spiegelbeeld en zijn dubbelganger. Wij lijken op elkaar, maar tegelijk zijn wij (graag) zo verschillend mogelijk. Niet toevallig eindigt de bundel met een aangrijpende reeks verzen over een Keniaans vluchtelingenkamp. Wat zich daar, ogenschijnlijk ver van ons, voordoet, raakt ons niet alleen, het openbaart ons ook het wezen van ons eigen bestaan; de complexe band tussen moeder en kind staat daarvoor model. Die intense thematiek wordt door Mandelinck in sterk ritmische verzen en in een rijk palet aan beelden uitgewerkt. De dichter stapelt metafoor op metafoor. Dat versterkt de gelaagdheid en de symbolische kracht van zijn poëzie, maar tegelijk zorgt die werkwijze ervoor dat de lezer soms het spoor dreigt kwijt te raken. De schemerzones die hier worden opgeroepen, vergen bijgevolg van de lezer meer dan een vrijblijvende lectuur; wat hij daarvoor terugkrijgt aan indringende ervaringen, kan nauwelijks nog als loutering worden omschreven. [Dirk De Geest]
Els van Geene
Gwy Mandelinck is vooral bekend als bevlogen aanjager van de 'poëziezomer' in 't West-Vlaamse dorpje Watou. Hij is echter ook essayist en dichter. De titel 'Schemerzones' refereert aan zijn preoccupatie met 't symbolisme en 't surrealisme. Daaruit borrelen voortdurend impulsen van 't onderbewuste op en worden archetypische wezens present gesteld die op menselijke relaties inwerken en die de ambivalentie daarvan aantonen. In deel 1 is de vrouw-minnares 'n soort heks of schrikgodin die de man 'tot knielen dwingt'. Mandelinck vangt dat spanningsveld in 't sterke beeld van 'het klemmen van twee glazen in elkaar'. In deel 2 herhaalt zich die benauwenis in de moeder/kind-relatie die meer schaadt dan beschut. Die problematiek wordt nog verhevigd in 'n Keniaans vluchtelingenkamp waar evenwicht zoek is. Deze in disticha geschreven, kortregelige poëzie bevat uiterst pregnante beelden die echter behoorlijk wat denk- en leesarbeid van de lezer vragen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.