De jongen, de neushoornvogel, de olifant, de tijger en het meisje
Peter Verhelst
Peter Verhelst (Auteur), Carll Cneut (Illustrator), Hans Christian Andersen (Naar het werk van)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2009 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : TAAL EN VERHAAL : VERHALEN : VERH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2009 |
JEUGD : VERHALEN GEEL (7-8 J.) : VERH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2009 |
JEUGD : VERHALEN GEEL (7-8 J.) : VERH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2009 |
Woord Jeugd Verhalen : VERH |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Eenhoorn, 2009 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : VERH |
svankerk
em/ov/14 n
Bruggeling Peter Verhelst (46) schreef een poëtische en muzikale tekst die zich heel goed laat voorlezen. Sfeervol en trefzeker weet hij het oude Chinese rijk op te roepen. Het gegeven ? De Chinese keizer heeft de Tuin der Tuinen laten aanleggen. Wanneer hij een nachtegaal hoort zingen, wil hij dat diens muziek deel uitmaakt van zijn tuin. De nachtegaal is gewillig, maar niet willoos. Zijn muziek is uniek, maar niet te vangen. Kan de almachtige keizer leven met de gedachte dat iets aan zijn wil ontsnapt ?
Voor zijn kinderboek baseerde Peter Verhelst zich op het bekende sprookje van H.C. Andersen : de nachtegaal van de keizer. Deze poëtische bewerking zal ook volwassenen boeien. Want de beschrijvingen van de tuin zijn van een prikkelende zinnelijkheid. Voorts wordt dit kinderboek gekenmerkt door een sterke karaktertekening, pittige dialogen, subtiele humor en een kabbelend ritme.
De tekeningen zijn van Carll Cneut (39) uit Wervik. Hij weet vooral de adembenemende bloemenpracht van de keizerlijke tuin treffend weer te geven : je kunt bijna de bloemen ruiken en de stoffen horen ruisen.
Annemie Leysen
il/pr/29 a
Wie vangt dit jaar de Gouden Uil?
Een mooi pakketje heeft de jury voor de Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs dit jaar opgestapeld. Alle genres en mogelijke jonge lezers komen &softReturn;aan de bak. Een indrukwekkende coming-of-ageroman, een inventief pseudowetenschappelijk reisverslag, een geïnspireerd informatief boek, &softReturn;een verrassend poëziebundeltje en een glorieus prentenboek.
Voor zijn eerste kinderboek, een sprookjesbewerking van De nachtegaal van H.C. Andersen, koos Peter Verhelst voor een samenwerking met de Vlaamse illustrator Carll Cneut. Het resultaat van deze joint venture, Het geheim van de keel van de nachtegaal, is overweldigend. In een harmonieuze combinatie van woord en beeld zetten de makers van dit prentenboek het klassieke sprookje naar hun eigen hand. Een 'zwelgboek' wilden ze maken, en dat is het ook geworden. Peter Verhelst liet zich niet verleiden tot een opgeklopt kinderlijk stijltje – vaak een valkuil voor succesvolle auteurs die zich voor één keer aan een jonger publiek wagen. Hij schrijft helder, precies en poëtisch. De sprookjestaal klinkt zinnelijk en relativerend tegelijk, vaak ritmisch en bezwerend. Dit is grote literatuur voor kinderen. Door niet de keizer, maar een op het eerste gezicht onbeduidend keukenhulpje de hoofdrol te geven, keerde Verhelst de rollen om en creëerde hij een verrassend subversief perspectief: de keizer en zijn kruiperige hofhouding magistraal in hun hemd gezet. Je raakt al evenmin uitgekeken op de ruim veertig kleinere en copieuze schilderijen. Carll Cneut zette voor dit boek zijn bekende troeven in: het werd een perfecte symbiose van kleur, vorm en compositie, aangevuld met een eigenzinnige kijk op een andere cultuur. Druk bevolkte, dynamische prenten wisselen af met verstilde momentopnames, zodat het wisselende vertelritme op de voet wordt gevolgd. In een prachtig spel van licht en donker werd geëxperimenteerd met nieuwe technieken en kleuren. De keizerlijke Tuin der Tuinen werd een wilde bloemen- en plantenweelde, in gedoseerde kleuren en van een bedachtzame architectuur. Ook kostuums en objecten kregen een bestudeerde snit en textuur mee in prachtige tinten en patronen. Het geheim van de keel van de nachtegaal is een genereuze en eigenzinnige hommage van twee meesters in het vak, aan een meestersprookjesverteller.rt/aa/20 m
Als mijn boek een dier was, zou het een kat zijn, omdat die negen levens heeft. We wilden vanaf het begin een boek maken dat meer levens zou hebben. Een boek om bij te houden, te koesteren en ook weer door te geven. Hopelijk gebeurt dat ook.
Dit verhaal wilde ik al illustreren sinds ik het verhaal van Peter voor de eerste maal las. Ik wilde al langer een sprookje illustreren. Maar dan moest het iets bijzonders worden. Niet een van de bestaande versies. Als kind verzamelde ik sprookjesboeken met natuurlijk ook het originele sprookje van Andersen. Ik herinner me vaag dat in de illustraties bij dat sprookje de keizer een vreemd hoofddeksel had. De vage herinnering aan die hoed is ongetwijfeld een inspiratie geweest voor mijn beelden.
Mijn favoriete personage is het kleine keukenhulpje natuurlijk. Gevoelsmatig. Maar vormelijk is de keizer mijn favoriet.
Mijn eerste tekening voor het boek was net wat het niet mocht worden: een imitatie van Chinese prentkunst. De illustraties moesten Chinees aanvoelen zonder écht Chinees te willen zijn. Tegelijkertijd moest ik mijn eigen stijl bewaren. Een heel gevecht, dus.
Mijn lievelingstechniek is met acrylverf verschillende lagen over elkaar heen te schilderen. Zo breng ik structuur, licht en motief in de figuren. De achtergronden schilderde ik met een stuk karton gedrenkt in verf, waardoor je die oosterse sfeer krijgt.
De illustraties tekenden zichzelf zodra ik het evenwicht gevonden had tussen de Chinese prentkunst en mijn stijl. Eenmaal je één prent hebt waarover je tevreden bent, gaat alles een stuk vlotter. Je legt natuurlijk met zo'n eerste prent al een hele hoop dingen vast, je kleurenpalet, de motieven in de kleding van de belangrijkste personages. Daar hoef je bij volgende prenten dan niet meer over na te denken.
Mijn lievelingsprent is diegene waarop de keizer het Boek der Boeken leest. En diegene waarop de keizer, omringd door zijn hofhouding, overmand door het grote verdriet in bed ligt.
De eerste beoordelaars van mijn werk waren Alexander en Louise Verhelst, de kinderen van Peter. Tijdens het maken van het boek ben ik een paar keer bij Peter thuis geweest om een stand van zaken te tonen. De kinderen van Peter waren daar vaak bij, en hun enthousiasme voor de prenten werkte erg aanstekelijk en aanmoedigend. Dat was iets wat ik goed kon gebruiken, want ik heb toch een achttal maanden aan dit boek gewerkt. Ik vermoed dat ze vinden dat dit boek moet winnen, want Peter heeft het voor hen geschreven. Waarvoor dank aan Louise en Alexander.
De verrassendste reactie: toen de shortlist op de radio bekendgemaakt werd, gaf ik een lezing in de school De Ark in Maldegem. In het eerste leerjaar was een radio geïnstalleerd en je kon de spanning van de kinderen voelen toen Jelle Van Riet de genomineerden op de shortlist afliep. De ontgoocheling toen het boek niet genoemd werd bij de eerste vier titels was groot. Het gejoel van de kinderen toen het als vijfde genomineerde afgeroepen werd, was oorverdovend. Ongetwijfeld was het nog spannender voor de kinderen dan voor mezelf.
Op de uitreiking zal ik genieten van het zéér fijne gezelschap.
Mijn boek is overigens uitermate geschikt om bloemen tussen te drogen. Witte, blauwe, gele en paarse passen erbij.
rt/aa/20 m
Een genereus boek wilden ze maken. Dat is gelukt, en hoe: Het geheim van de keel van de nachtegaal is een onvergetelijk prentenboek. Peter Verhelst geeft aan het originele sprookje van Andersen een heel nieuwe draagwijdte: door de focus te verschuiven van de keizer naar een klein meisje kan hij de hofhouding met een nuchtere kinderblik bekijken. Het meisje stelt de potsierlijkheid en de kunstmatigheid van de hovelingen meedogenloos aan de kaak en stelt daar authenticiteit tegenover. Verhelst schrijft in een zinnelijke, lichte, poëtische taal, met een ritme dat uitnodigt tot voorlezen. De prenten van Carll Cneut in overwegend gele, blauwe en groene tinten zijn sprookjesachtig, geheimzinnig en oogstrelend mooi. Auteur en illustrator vullen elkaar prima aan. 'Dit is een boek over passie', zei Peter Verhelst in een interview met DSL. Die passie straalt het ook uit. Dit is een prentenboek dat je je hele leven lang kunt blijven koesteren. (vdbv)
Luc Fossaert
ob/kt/11 o
Watou-organisator Gwy Mandelinck plant een poëziefeest in Brugge. Leeft poëzie in deze stad? Peter Verhelst: 'Er is geen enkele stad waar poëzie leeft, dat bestaat niet. Ik zie hier wel een aantal mogelijkheden waarin poëzie een plek kan krijgen. Brugge lijkt mij als stad beter geschikt dan pakweg Brussel. Het heeft het verleden mee en het decor dat er nu een0maal is.'
'Alleen al de aanwezigheid van de Vlaamse Primitieven is voldoende om veel mensen naar hier te halen en de link te leggen met de westerse cultuurgeschiedenis. Brugge is de ideale stad daarvoor. Het kan dan in één adem terug aanknopen met de grote droom van Brugge 2002, toen kunstenaars van buiten Brugge hier kwamen werken. Na Brugge 2002 is daar nog weinig of niets van over gebleven.'
Over naar het sprookjesboek. Je hebt De nachtegaal van H.C. Andersen vakkundig uit mekaar gehaald en opnieuw samengesteld. Het originele sprookje gaat over de keizer van China die een nachtegaal gevangen houdt, hem vervangt door een kunstexemplaar en ziek wordt. Wanneer de echte nachtegaal terugkomt, geneest de keizer.
'Een keizer vond ik vandaag niet meer zo relevant. Relevant is wel het kleine meisje dat toekijkt. Ze krijgt een heel belangrijke rol in het geheel. Zij ziet de absurditeit van de Chinese hovelingen en de keizer die vervalt tot een sukkelaar. Pas op het einde, wanneer hij wanorde toelaat, wordt de keizer een boeiend persoon.'
Peter Verhelst met een boodschap. Dat is ongewoon.
'Sprookjes hebben per definitie een boodschap en dit sprookje is zelfs een pleidooi. De Chinese tuin staat voor de maakbaarheid van de wereld, terwijl er dingen gebeuren die dat ontwrichten. Kunst doet dat ook en maakt de wereld daarom mooier. Wat je niet in de hand hebt, zoals kunst, maakt de wereld mooier.'
Een prachtig verhaal met verpletterend mooie schilderijen van Carll Cneut, maar moeilijke lectuur voor kinderen.
'Niet waar. Ik las het verhaal voor toen mijn zoontje in het derde leerjaar zat en toen reageerde de onderwijzer in dezelfde zin. Bleek echter dat de kinderen het verhaal snapten van a tot z. Het is absoluut mogelijk voor de kinderen om zich te laten meedrijven op het verhaal.'
'Bovendien is het ook een voorleesboek. Samen met de prachtige prenten van Carll is het daardoor een sprookje voor alle leeftijden. Iedereen vindt er zijn gading in.'
Waar ben je nu mee bezig?
'Ik werk aan een nieuw toneelstuk voor NT Gent. Een verhaal zonder tekst en met drie danseressen.'
Annelies De Waele
em/ov/26 n
Sprookjesliefhebbers zijn vast vertrouwd met De Nachtegaal van H.C. Andersen, waarin het bloedmooie gezang van een piepkleine vogel het lot van de grote Chinese keizer stuurt. Peter Verhelstlezers weten dan weer hoezeer hij sprookjeselementen in zijn romans verweeft. De match Verhelst-Andersen heet nu Het geheim van de keel van de nachtegaal , een prentenvoorleesboek met illustraties van Carll Cneut.
Verhelst respecteert de grote verhaallijnen en adopteert Andersens personages: een even machtige als kwetsbare keizer, een behendig en ingoed keukenhulpje, een jaloerse kamerheer. Camerastanden en draaiboek gaan in deze gedurfde bewerking evenwel vaak een totaal andere richting uit. Zo focust Verhelst behoorlijk op de setting waarin dit verhaal speelt: een immens gebied met een prachtig keizerlijk paleis en tuin. Je leest hoe die bijzondere tuin ontstaat en hoe het ondanks deze pracht voor de keizer nog niet genoeg is: hij vangt iets op over een nachtegaal en wil ook die hebben.
Verhelst hervertelt het met zin voor het type details waar kinderen zo graag op letten: Chinese mensjes met een haarlok als een slang in de nek en veel te kleine schoentjes. Zijn taal is als altijd bijzonder poëtisch, beeldrijk en heel zinnelijk. Tussendoor geeft hij ook nog veel humor en filosofie cadeau.
De prenten van Carll Cneut zijn als oosterse kunstwerkjes en laten zich niet meteen doorgronden. Aan de tekst van Verhelst kan en probeert de tekenaar niet te tippen - veeleer doet hij zijn typische eigen ding. Het maakt zowel de zwakte als sterkte van deze samenwerking uit. Strikt genomen heeft Verhelst de prenten niet nodig om zijn kleine of grote lezers mee te voeren. Bekijk je het van de andere kant, dan zie je kleuren, figuren en details die Verhelsts bewerking toch opnieuw in een ander licht plaatsen. 'Prenten' is een te klein woord voor deze volle schilderijen. Vergeet gerust Andersen, even.
31/12/2008
Toen vele jaren geleden de keizer van China in een boek las dat het gezang van de nachtegaal het mooiste was dat er in zijn rijk bestond, beval hij een nachtegaal naar het hof te halen. De vogel werd gevonden dankzij de hulp van een keukenmeisje en hij wist de keizer met zijn gezang tot tranen te bewegen. Hij zou aan het hof blijven, een eigen kooi hebben en een hele rist bedienden om hem altijd en overal te vergezellen. Tot de keizer een kunstvogel cadeau kreeg, die even mooi zong als de nachtegaal, met meer regelmaat bovendien, en die ook nog onvermoeibaar was. De echte nachtegaal vloog terug naar het bos en de keizer verbande hem van het hof vanwege zoveel ondankbaarheid. De kunstvogel zong een jaar lang zijn zelfde lied telkens wanneer de keizer dat wenste, tot het mechanisme brak. Op een dag werd de keizer dodelijk ziek. Hij smeekte de kunstvogel tevergeefs om voor hem te zingen; het was de echte nachtegaal die hem ten slotte met zijn gezang zou redden. En de nachtegaal zal blijven zingen voor de keizer, op voorwaarde dat hij dat in alle vrijheid kan doen.
Dit is in grote lijnen het verhaal van De nachtegaal, Hans Christian Andersens sprookje uit 1843. We lezen er de moraal in dat vrijheid en natuurlijke schoonheid de bovenhand hebben op geconstrueerde perfectie en dat enkel wat vanuit het hart gegeven wordt ook werkelijk iemand kan raken. Peter Verhelst hervertelt in Het geheim van de keel van de nachtegaal -- het eerste boek dat hij voor kinderen schrijft -- Andersens sprookje, Carll Cneut maakte de prenten. Dat ik hierboven het uit de 19e eeuw overgeleverde sprookje samenvat en niet de hervertelling van Peter Verhelst is -- ik geef het toe -- een gemaksoplossing. Verhelsts vertelling leidt mij nl. bij elke poging tot samenvatting op diverse zijwegen en naar variaties op wat net was geformuleerd. Zijn tekst waaiert onbeschroomd uit in mijn hoofd, haakt zich vast aan thema's uit zijn ander werk en wil zich niet laten vastprikken.
Peter Verhelst is een estheet. Zijn werk voor volwassenen is poëtisch, gedreven, experimenteel, exuberant. Menig ervaren lezer heeft zich te pletter gelopen op zijn complexe, ontregelende teksten, meer dan een criticus heeft er zich in vast geïnterpreteerd. Dat hij voor zijn eerste kinderboek een sprookje herschrijft, mag niet verbazen, want zijn oeuvre is van sprookjes doordrongen. Op het eerste gezicht gaat het om een niet zo erg drastische herwerking. De verhaallijn blijft herkenbaar, de belangrijkste personages zijn bewaard, Andersens moraal is er ook in terug te vinden. Maar er beweegt veel onder de oppervlakte en je komt in Het geheim van de keel van de nachtegaal met associatief en creatief lezen een heel eind verder dan met het opsporen van betekenis.
Verhelst is ook een rasverteller. Een prentenboek behoort voor jonge kinderen -- in dit geval vanaf zowat zeven jaar -- voldoende houvast te bieden om de aandacht gaande te houden. Verhelsts creatieve, literaire omgang met het verhaal staat dat geenszins in de weg, wel in tegendeel. Hij maakt in een dynamische, erg ritmische tekst de verhaalstof uit Andersens sprookje geheel tot de zijne én hij betrekt de lezer veel sterker bij het verhaal dan bij Andersen het geval was. Hij voegt verhaalelementen toe, wijzigt perspectief en draagwijdte, vertelt een verhaal dat oreert en fluistert, lacht, schertst en in alle ernst reflecteert. Want, aldus het keukenmeisje, "als je er goed over nadenkt, is alles ingewikkeld en onnozel tegelijk."
Waar Andersen de omkadering relatief beperkt houdt, neemt Verhelst ruim de tijd om de keizer en het keizerlijk hof te karakteriseren. Hij opent met een totaal nieuwe scène: de keizer wilde een nieuwe tuin hebben en liet alle tuiniers van het land komen om hun ontwerp voor te stellen. Het moest een tuin worden die de keizer kan laten dromen, een Keizerlijke Tuin der Tuinen kortom. Een kleine, onbekende tuinier uit een uithoek van het keizerrijk tekende een plan, "zo ingewikkeld, zo verbijsterend en zo duizelingwekkend dat er tientallen specialisten nodig waren om elk één stukje ervan te begrijpen." Dit was wat de keizer wilde en jaren aan een stuk werd er aan de tuin gewerkt. Met bloemvelden die elke seconde van kleur veranderen en bloemkelken die tinkelen als kristallen klokjes is dit een tuin een keizer waardig, die met een enkele vingerknip duizend miljoen onderdanen laat buigen of zich een sterrenhemel bestelt om onder te slapen.
Niet alleen zet Verhelst een tot de verbeelding sprekend beeld van de keizers macht en importantie neer, maar hij introduceert hier een uitbundige versie van 'de wereld naar eigen ontwerp'. Want het doel van de Tuin der Tuinen was om te laten dromen, het resultaat is echter een uiterst complexe structuur vol met 'artefacten'. En "Niets in de tuin is wat het lijkt", heet het: kleuren, geuren en vormen veranderen voortdurend, zo ingenieus is alles ontworpen. Best avontuurlijk klinkt dat, ware het niet dat deze levendige dynamiek dagelijks door een hele stoet tuiniers wordt bijgesnoeid, zodanig dat er nooit iets écht verandert. En wie zich in de eindeloze doolhoven begeeft, zal niet verdwalen, want hij moet een vlaggetje op een metershoge stok meenemen, opdat hij teruggevonden kan worden. Tot zover dus het avontuur.
Carll Cneut heeft het paradoxale van de Tuin der Tuinen magnifiek in zijn prenten opgenomen. In de wilde explosie van kleuren, zitten ook duidelijke patronen, kleuren zijn gegroepeerd, vormen herhalen zich, vlinders accorderen perfect met hun omgeving. Ruimte en aftekening gaan prachtig samen in de prent waarop het kleine meisje, hoog in een boom, "droomde dat [ze] de wolken kon aanraken"; zware verflagen over elkaar geborsteld, schetsen de diepte van de nacht, vormen een achtergrond die geen doorkijk geeft, die ruimte suggereert maar niet laat zien. Op de voorgrond de precieuze contouren van een bloementak, in de trant van de traditionele oosterse natuurschilderingen.
Nadat entourage en usances aan het hof zijn uitgetekend, laat Verhelst het keukenmeisje aan het woord. Ze blikt als volwassene terug op de gebeurtenissen en maakt het verhaal van meet af aan tot een persoonlijk relaas: "De dag waarop ons leven veranderde, begon zoals alle andere." (mijn cursivering). Een ik-verhaal is voor een sprookje toch al ongewoon, en waar het keukenmeisje bij Andersen een arm, onopvallend kind was met een bescheiden rolletje in het verhaal, is ze hier een personage met bijzondere capaciteiten. Ze wordt "het meisje-dat-op-de-lucht-kan-leunen" genoemd, ze is lenig als een slang, kan als een eekhoorn een boomstam oprennen en door de toppen slingeren als een aap. Dat maakt haar zichtbaar en kenbaar voor de lezer, en in al haar exotisme ook herkenbaar. Want het mooiste aan het meisje dat zoveel kan, is haar verlangen om steeds hoger te reiken, om de sterren aan te raken, ook al weet ze dat bepaalde sterren er niet meer zijn. Dat geeft haar de dynamiek en de levenskracht om het tij te keren wanneer de keizer, en met hem zijn hele rijk, geveld zijn door "Het Verdriet". Ze beweegt hemel en aarde om er niet ook door verpletterd te worden en overtuigt de nachtegaal om naar de keizer terug te keren.
Behalve het perspectief, brengt Verhelst nog op verschillende punten wijzigingen aan in het verhaal, waardoor de bij Andersen absolute tegenstelling tussen de machtige, onmetelijk rijke keizer en het nietige keukenmeisje verder opgeheven wordt: ook hun streven heeft iets gemeenschappelijks. De keizer wil bezitten wat je fundamenteel niet kunt bezitten, hij wil het ongrijpbare vastleggen en dat zuigt het leven uit hem en zijn rijk weg. Het meisje reikt naar de al even onbereikbare sterren, maar haalt haar inventiviteit uit het in stand houden van haar verlangen. Verhelst combineert tegenstelling en parallel in boeiende paradoxen.
Op het einde vervoegt het meisje, gedragen op een wolk van nachtegalen de sterren in een "waterballet in het heelal". Meisje, nachtegalen en sterren worden één in de onmetelijke ruimte. Ze vormen een hemel vol "juichende vlammetjes, die wachten om aangeraakt te worden." "Zie je ons? // Zie je mij? // Beweeg je armen op en neer. // Zo, op en neer. // Vertrouw me. // Spring maar. // Kom!"
Verhelst schreef een bijzonder krachtige, ritmische verteltekst, die zich met veel effect laat voorlezen. De taal is erg visueel, de toon afwisselend dramatisch en licht, de beelden bijwijlen haast tastbaar. Je vindt bovengenoemde parallellen en tegenstellingen terug op elk niveau in uiteenlopende details. Hij maakt graag en efficiënt gebruik van herhalingen, in woorden en zinnen, wat de tekst een krachtig vloeiend ritme geeft, net zoals herhalingen van en variaties op gedachten en motieven het verhaal een mooie thematische cadans geven. Plechtstatige keizerlijke hoftaal krijgt een tegengewicht in alledaagse uitroepen, intimistische, filosofisch getinte beschouwinkjes worden licht en laconiek afgesloten.
Verhelst laat moeilijke 'woorden-met-effect' als "weledelgestrenge", "amethis", "lapis lazuli" etc. niet liggen, maar meer dan de taal is het de structuur die de tekst een vrij hoge moeilijkheidsgraad geeft. Wie het boek voorleest, zal de tijdsprongen, terugblikken en vooruitwijzingen, de afwisseling van reflectie met actie etc. voor jonge kinderen moeten kunnen opvangen. Verhelst steekt zelf een aantal effectieve inhoudelijke ankerpunten in zijn tekst, die mits ze goed worden gehanteerd, een zekere structuur kunnen meegeven aan het kind. Het is een prachtige uitdaging voor de voorlezer om met dit verhaal, dat naar de filosofie van Verhelst eens geschreven, zijn eigen leven gaat leiden, de eigen creativiteit en inventiviteit en die van het kind te exploreren.
Carll Cneut en Peter Verhelst hebben elkaar goed begrepen. Herhaling, tegenstelling, begrenzing en ruimte zijn kernwoorden die zowel op de tekst als op de prenten van toepassing zijn. Cneut schildert ettelijke drukke pagina's vol opgewonden mensen, bezig met het maken en vervolmaken van een wereld die de hunne niet is. De kleurrijke menigten, samentroepend rond een enkel aandachtspunt of zich eensgezind voort haastend naar een gezamenlijk doel, ze zijn zowat zijn handelsmerk. In een wemeling van kleuren en dramatische gestes, bewegen ze zich in een statische wereld die enkel uit verplichtingen en verboden bestaat. Cneut legt deze neurotische voortgang op een paar momenten ook effectief stil, bv. op de prent waar de Keizer, getroebleerd door het bericht van de nachtegaal, compleet uit zijn vorstelijke rol valt en -- als een kind met het vingertje langs de regels -- de verontrustende tekst uitspelt. Tegen een ruw geschilderde achtergrond in een driftig geel en groen, in een scène die barst van agitatie, zit de perplexe figuur bewegingsloos. De prenten van het meisje hoog in een boomtop, donker afgetekend tegen een reusachtige volle maan, zijn van cover tot cover als een leidmotief aanwezig. Echte rustpunten zijn dat, met een koel en donker coloriet en onnadrukkelijke contouren. Cneut laat zijn prenten in kleur, beweging en textuur perfect harmoniëren met de wisselende verteltoon in het verhaal. Hij maakt hier illustraties zoals je ze alleen in zijn beste werk tegenkomt.
[Jen de Groeve]
Hendrien Kars-ten Cate
De keizer van China heeft de Tuin der Tuinen laten aanleggen. Als hij hoort over de nachtegaal, laat hij die halen. Een inleiding bepaalt de specifiek Chinese sfeer, dan begint het eigenlijke sprookje, 'de dag dat hij (de keizer) het boek (van de Tuin der Tuinen) las'. Vrije bewerking van Andersens sprookje, verteld door de ik-figuur, het keukenhulpje dat als buitenstaander tussen ja-knikkers commentaar levert ('toen was ik nog een meisje'). Poëtische, beeldende taal, lange complexe zinnen in muzikale cadans, versterkt door de lay-out met ruim wit, tekst in kleine letters, hier en daar in twee kolommen. Royale, surrealistische illustraties in diepe tinten over een of twee bladzijden, of verspreid. Vormen vallen door uitvergroting buiten de bladzij, mensen hebben bleke, Jeroen Bosch-achtige koppen. Vormen en perspectief doen soms aan de illustraties van Dorothée Duntze (1960) denken. Veel details: de bijna onzichtbare nachtegaal, po en theepot van Delfts porselein, fantastische, kleurige kostuums. Prentenboek in gemengde techniek, ingenaaid in halflinnen band, met goud-op-snee; oblong formaat. Fraai, intrigerend kijk- en voorleesboek. Vanaf ca. 8 t/m 11 jaar.
Gert Broeckx
ua/an/22 j
Wanneer de Keizer van China aan iets denkt of van iets droomt moet het er zo vlug mogelijk zijn. Iedereen in zijn keizerrijk rept zich om het onmogelijke te doen. Zo slaagt er iemand in om een adembenemende tuin te ontwerpen voor de Keizer. Niets is er mooier vindt de Keizer. Velen van zijn onderdanen zorgen ervoor dat hij gelukkig is, dan zijn zij ook gelukkig. In het 'gastenboek' van de Keizerlijke Tuin echter beweert er iemand dat het gezang van de nachtegaal nog mooier is dan de Tuin. De Keizer stuurt iedereen erop uit om een nachtegaal te zoeken. Een klein meisje vindt een nachtegaal en brengt hem naar het paleis. De nachtegaal zingt verrukkelijk en iedereen staat verstomd dat zo'n klein grijs vogeltje zoveel vreugde in het leven van de Keizer kan brengen. De Keizer wil de nachtegaal met niemand delen en schermt het arme dier af, maar zet er een gouden exemplaar bij belegd met edelstenen om de vogel gezelschap te houden. Hij liet er een mechaniekje in plaatsen zodat ze samen konden zingen, maar hier loopt het fout. Het wordt een kakafonie van jewelste en de echte nachtegaal raakt van steeds hetzelfde te zingen uitgeput en ... verdwijnt! Een luxe sprookjesboek naar het verhaal van H.C. Andersen. Peter Verhelst maakte er een eigen wonderschone versie van, met eigen accenten. Het kleine, lenige meisje dat een speciale band heeft met de nachtegaal bijvoorbeeld is een aandoenlijk personage. De prachtig beeldende stijl van Verhelst vindt een waardige evenknie in de sublieme prenten van Carll Cneut. In de mooiste 'keizerlijke' kleuren of donkere nachttinten roepen ze een mysterieuze droomwereld op waarin de lezer als vanzelf opgaat. Aan kinderen die openstaan voor beschouwende, licht-filosofische verhalen kan je het verhaal voorlezen, misschien best stukje bij beetje. En anders doe je het maar jezelf cadeau!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.