Katholiek of kwaliteit? : over de identiteit van een katholieke school
Piet Raes
Piet Raes (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Pelckmans, 2009 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 451.9 RAES |
15/01/2012
Geloven in katholiek onderwijs is een boek op twee benen: op pedagogisch en spiritueel vlak een ‘aanvulling’ op het vorige cultuurfilosofisch boek van Piet Raes uit 2006, en tegelijk een beschouwing over de mogelijkheden en de beperkingen van de hedendaagse geloofsverheldering en –verkondiging. In dit boek benadert de auteur de katholieke school vanuit bijbels-pedagogisch perspectief. Waarom verbindt de christelijke traditie goed leraarschap steevast met getuigenis en waarom noemt de publicatie Educare insieme (2007)een katholieke school een ‘getuigenisschool’. Het zijn vragen die belangrijk genoeg zijn om beantwoord te worden, zeker in deze tijd waarin zowel de leerlingen als de leraars niet meer weten wat opvoeden en onderwijzen met evangeliseren te maken hebben. Het boek is bewust apologetisch: het wil laten zien waarom het geloof waard is geloofd te worden.
Deze auteur, die filosoof is en stafmedewerker bij het Nationaal Secretariaat van het Katholiek Onderwijs in Brussel, ontwikkelt aan de hand van de evangelische paradoxen in de redvoeringen van Jezus en de brieven van Paulus, een theorie over mens worden, met de verheldering van het christendom geïnspireerd door de aloude ‘Brief aan Diognetus’ over het leven in paradoxen als essentieel voor de christelijke existentie. In het tweede hoofdstuk gaat Raes resoluut verder met deze paradoxologie in het spoor van Sóren Kierkegaard en Henri de Lubac op zoek naar ‘de paradox aller paradoxen’, die een scharnier is tussen hemel en aarde, tijd en eeuwigheid, God en mens. De metafoor van het scharnier brengt hij in verband met Jezus uitspraak over zichzelf: “Ik ben de deur” (de deur tussen die twee schijnbare tegenstellingen, die paradoxen zijn). Het is een aantonen dat er geen scheiding is tussen geloof en rede, maar wel goede redenen aangeven om voor Jezus Christus te kiezen.
Het is niet het credo quia absurdum, maar een fides quaerens intellectum: willen weten waarop ik vertrouw. De auteur wil aantonen dat paradoxen het denken niet buitenspel zetten, maar integendeel stimuleren en dat ze een verbindende kracht hebben (het ene én het andere) Geen of/of denken, maar én/én. Zoals Paul Valadier het christendom definieerde: Jamais l’un sans l’autre. Niet het kruis als oerparadox van het christendom, maar wél de mens aan dat kruis: het mysterie van de mens Jezus die tegelijk de Christus wordt.
Over de identiteit van een katholieke school schrijft Raes behartenswaardige zaken zoals: de identiteit nooit vastleggen in begrippen maar wel in termen van groei naar identiteit. Als pelgrims ‘op weg’ en ‘onderweg’ om een gemeenschap ‘te worden’. Zich laten ‘aanspreken’ en ‘aangesproken worden’ zijn de paradoxale manieren waarop men ook vandaag het christendom ter sprake kan brengen en waarin het ook verschilt van de ethiek of de zedenleer. Ook over relatie van de meester en de leerling beschrijft Raes verhelderend, geïnspireerd door Kierkegaard, en zonder hem te vernoemen ontwaar je Emmanuel Levinas’ paradoxale gelaatstheorie op de achtergrond. Het besef dat het christendom weinig te vertellen heeft aan mensen die zichzelf het centrum van de wereld achten, of niet willen weten dat ze door de Andere ‘verlost’ dienen te worden om in de waarheid te kunnen leven. Hier wordt heel duidelijk gesteld dat een mens ‘nieuw’ kan worden (bekering). Leerling worden in evangelische zin is dan ‘antwoorden op een appél’. Dat Levinas hier niet wordt vermeld, is wellicht een vergetelheid? Het mysterie van de menswording is de paradox van de liefde: de Meester die de voeten van zijn leerlingen wast. Liefde die zichzelf wegschenkt. Wie groot wil worden, moet zich klein durven maken: dat is katholicisme.
De leerkracht is iemand die onderwijst om anderen de vreugde te schenken van zijn eigen ontdekkingen: het delen van een ervaring van thuis te zijn in een wereld die gelukkig maakt. Ook al zal dat getuigen vaak een beproeving zijn en blijven de risico’s om door leerlingen (en hun ouders) afgewezen te worden. Het contact faciliteren voor het onbekend terrein om het verlangen te wekken zélf op zoek te gaan: dat is de taak van de leraar. Met de ideeën van de niet-gelovige Franse filosoof André Comte-Sponville eindigt Raes zijn boek door te duidelijk te stellen dat niet iedereen op een katholieke school belijdend christen dient te zijn, dat er diversiteit mag zijn van het betrokken personeel, als er maar eerlijke ‘ontdekkingsreizigers’ in de rangen zijn die als onderwijzers durven ‘wijzen’ en ‘voorleven’ hoe de wereld er kan uitzien als ze die paradoxale liefde daadwerkelijk beleven. En dat is wel de grootste uitdaging voor een op kicks beluste, sentimentalistische en twitterende samenleving. Dit boekje biedt voorwaar een stevige basis voor al wie wil opvoeden en onderwijzen. [Jan Scheers]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.