Duivelsbeelden : een cultuurhistorische speurtocht door de Lage Landen
Gerard Rooijakkers
Gerard Rooijakkers (Redacteur), Patrick De Rynck (Redacteur), Wim Hüsken (Redacteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2009 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 708.1 ROOI |
31/12/2009
In de loop van de jaren 1990 is er heel wat gewijzigd in de methodologie van disciplines die focussen op het materiële en visuele medium. Paul Vandenbroeck, curator van de tentoonstelling 'De hemel in tegenlicht' in Mechelen, kan samen met Hans Belting de vader van de anthropological turn genoemd worden: "beelden, artefacten en objecten zijn betekenisdragers van etnologische eigenschappen, identiteiten en rituele definiëringen binnen een groep, een gemeenschap". Concreet gaat het om een richting in de iconologie die aan het beeld een bemiddelende functie toebedeelt tussen de toeschouwer en zijn lichaam enerzijds en het artefact als lichaam(sdeel) anderzijds. Daaraan gekoppeld is er de zogeheten visuele antropologie waarin het door Georges Didi-Huberman geformuleerde concept van het 'open beeld' ("dat op een haast angstaanjagende manier inspeelt op onze eigen lichamelijke condities en spirituele fantasmen") centraal staat. Ook de toegenomen interesse in gendergerelateerde thema's heeft de studie van het visuele medium veranderd. Op dat vlak leverde Paul Vandenbroeck eveneens baanbrekend werk met zijn tentoonstelling 'Hooglied' die in 1994 in Brussel (PSK) liep. Daar werden eenvoudige objecten ? nonnenkunst ? getoond die de hiërarchie tussen hoge en lage kunst op de helling plaatsten. Andere onderzoekers hebben de voorwerpen in een psychoanalytisch kader geplaatst waarin begrippen als wonde, opening, leegte, gemis, het gefragmenteerde centraal staan. Tegelijk fungeren die objecten altijd in een tijd-ruimtelijke context en is een onderzoek naar de performativiteit ? de ritus en het tonen ? fundamenteel.
In De hemel in tegenlicht, de neerslag van de gelijknamige tentoonstelling, krijgen we de meest uiteenlopende cultusobjecten te zien, die een beeld geven van het religieuze leven vanaf 1559 in het aartsbisdom Mechelen-Brussel. Naast schilderijen en beeldhouwwerken zijn er vele objecten gepresenteerd die een combinatie zijn van verschillende, soms gerecycleerde materialen: zilver en goud(draad), hout, metaal, lood, was, textiel, borduur- en naaiwerk. Ze zijn op een oorspronkelijke manier samengevoegd en hebben een grote zeggingskracht. Sommige stukken doen erg vreemd aan en lijken niet meer uit deze tijd, andere zijn veel herkenbaarder. Samen geven ze een boeiend beeld van het religieuze leven in de voorbije eeuwen dat een geslaagde combinatie was van een kerkelijke officiële cultuur en een rijk volksleven.
Het tentoonstellingsboek bestaat uit zes essays waarin de auteurs (Barbara Baert, Maarten Delbeke, Grietje Dresen, Lise De Greef, Wim Hüsken, Gerard Rooijakkers en Paul Vandenbroeck) op zoek gaan naar het hoe en het waarom van die voorwerpen. Van een 'beschrijvende' kunstgeschiedenis is hier geen sprake, maar wel van diep doorleefde teksten waarin het religieuze verleden vanuit antropologisch en kunsthistorisch perspectief wordt besproken. De bijdragen geven een bijzonder goed beeld van de manier waarop in verschillende wetenschapsdisciplines met hetzelfde materiaal wordt omgegaan. Bovendien is het mooi om vast te stellen dat de auteurs de grenzen tussen de disciplines (vooral antropologie, kunstgeschiedenis en filosofie) openbreken en zo tot een zeer genuanceerd verhaal komen. Ook het beeldmateriaal is op een erg originele manier geordend. In de plaats van een klassieke catalogus met een beschrijving van alle stukken, zijn de voorwerpen in beeldessays ondergebracht die als een woordeloos portfolio de kijker/lezer laten binnendringen in een eeuwenoude religieuze cultuur. [Brigitte Dekeyzer]
Redactie Vlabin-VBC
Deze uitgave doet dienst als catalogus bij een gelijknamige tentoonstelling in het kader van 'Stadsvisioenen', een project naar aanleiding van de 450ste verjaardag van het aartsbisdom Mechelen. Het boek toont de meest uiteenlopende cultusobjecten, die een boeiend beeld geven van het Vlaamse religieuze leven vanaf 1559, dat een combinatie was van een officiële kerkelijke cultuur en een rijk volksleven. Naast schilderijen en beeldhouwwerken zien we objecten waarin materialen als zilver, goud, hout en metaal werden verwerkt. In zes essays gaan verschillende auteurs op zoek gaan naar het hoe en waarom van die voorwerpen. Van een 'beschrijvende' kunstgeschiedenis is hier geen sprake, maar wel van doorleefde en genuanceerde teksten waarin het religieuze verleden wordt bekeken vanuit antropologisch en kunsthistorisch perspectief. De afbeeldingen (in kleur) zijn ondergebracht in 'beeldessays', die de lezer zonder woorden laten binnendringen in een eeuwenoude religieuze cultuur. Daarnaast staan talrijke afbeeldingen in zwart-wit tussen de tekst. Achteraan volgen een bibliografie, een index, personalia en een colofon. Tweekolommendruk op matglanzend papier.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.