De Oude Belgen : geschiedenis, leefgewoontes, mythe en werkelijkheid van de Keltische stammen
Ugo Janssens
Ugo Janssens (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Lannoo, 2009 |
VOLW. : NON FICTIE : 216 JANS |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2009 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 216 JANS |
31/12/2010
Het geloof in bovennatuurlijke krachten is de mensheid blijkbaar ingebakken, reeds lang voor de moderne mens op de aardbol verscheen. Dat de neanderthaler zijn doden begroef met riten en grafgiften, is wetenschappelijk bewezen. Over de betekenis van de meeste rituele handelingen tasten we echter in het duister.
De moderne mens introduceert ook de kunst met de 'Venusbeeldjes' en de grotschilderingen. De afbeeldingen zouden niet alleen bestemd zijn voor initiatieriten en geluk bij de jacht, maar ook de ervaringen weergeven van sjamanen die in trance contact legden met de geestenwereld.
Omstreeks 4000 v. Chr. bereiken de eerste landbouwers onze streken. Met de landbouw zou tevens oorlog (om grond) zijn intrede doen. Hiervoor baseren de archeologen zich op brandsporen en ingeslagen schedels als getuigen van steentijdgeweld. Mannelijke oppergoden vervingen geleidelijk de cultus van de Almoeder. De volgende millennia volgen graven en urnenvelden met crematieresten elkaar op, zonder dat men echt weet wat die veranderingen veroorzaakte. Ook over de stenen 'henges', dolmens, menhirs en andere monumenten die op het einde van het neolithicum werden opgericht, blijven de grootste twijfels bestaan. Ugo Janssens maakt er in De heidenen een erezaak van om alle mogelijke hypothesen op een rijtje te zetten.
Uit de bronstijd dateren de veenlijken: mensen die ritueel gedood en in het veen geworpen werden, waar hun lichaam soms verbazend goed bewaard bleef. In Nederland zijn niet minder dan 46 veenlijken ontdekt. In onze contreien doken de eerste Keltische migranten wellicht op tussen 1400 en 1100 v. Chr. Vermoedelijk vormden zij eerder een elite dan een volk. In de eerste periode, de Hallstattcultuur (800-450 v.Chr.), vinden we rijke 'prinsengraven' in Frankrijk, Duitsland, België en Nederland. Omstreeks 450 v. Chr. begint de tweede cultuurfase, de La Tène-periode, die zal duren tot na de Romeinse verovering. Hier vinden we de graven van een nieuwe elite: de krijgsheren, die begraven worden op een tweewielige strijdwagen.
Typisch voor de Kelten zijn hun openluchttempels en de vele mensenoffers, die Caesar nog beschrijft in zijn De Gallische oorlog. Janssens besteedt hier heel wat aandacht aan de druïden. Bijzonder relevant is zijn hoofdstuk over sacrale plaatsen. Eén voorbeeld uit een indrukwekkende lijst: de kathedraal van Chartres is gebouwd op een Gallo-Romeinse tempel, die gebouwd was op een Keltisch heiligdom, dat op zijn beurt op een megalithisch bouwwerk rustte (p. 254). Met komst van de Romeinse legioenen arriveerden nieuwe goden uit het oosten: Isis en Serapis, Cybele, en Mithras. Zij werden vereerd in mysteriën, bestemd voor ingewijden.
Voor niet-specialisten biedt De heidenen een zeer interessante benadering van een vrijwel onbekende geschiedenis. De titel is misleidend want de auteur behandelt riten, culten en religie van de oertijd tot aan de komst van het christendom, zoals de ondertitel correcter aangeeft. Daarbij trapt hij niet in de val zich te laten inperken door de huidige landgrenzen: die bestonden immers het grootste deel van geschiedenis niet. De meeste religieuze gebruiken waren veel ruimer verspreid. [Jos Martens]
Redactie Vlabin-VBC
In dit boek schetst Ugo Janssens, auteur van historische boeken, een geschiedenis van de heidense riten, culten en religies in Europa, vanaf de oertijd tot de komst van het christendom. Het boek vangt aan bij de begrafenisriten van de neanderthaler en gaat vervolgens onder meer in op de 'Venusbeeldjes' en grotschilderingen (met informatie over initiatieriten, de jacht en de sjamanen). Daarna bespreekt Janssens de samenhang tussen de intrede van de landbouw, de oorlog om grond en de opkomst van de mannelijke oppergoden. Verder zijn er onder meer hoofdstukken over de dolmens en menhirs aan het einde van het neolithicum, de veenlijken en de Kelten met hun openluchttempels, mensenoffers en druïden. Ten slotte lezen we over de komst van de Romeinse legioenen en de nieuwe goden uit het oosten: Isis, Serapis, Cybele en Mithras. Het boek sluit af met een overzicht van musea in België en Nederland, en een bibliografie. Een toegankelijke uitgave, die een correct en genuanceerd beeld geeft van een vrijwel onbekende geschiedenis. Middenin een katern met kleurenfoto's op glanzend papier.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.