Finn, of Hoe de zomer naar gras rook
Inge Misschaert
Inge Misschaert (Auteur), Marieke Coenen (Illustrator)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Eenhoorn, 2009 |
Thema: sociale thema's 5.SOC.KO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Eenhoorn, 2009 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MISS |
31/12/2009
Een verhaal voor jonge kinderen met een open einde is vrij uitzonderlijk. Balthazar de eenzaamste ezel ooit heeft niet alleen een open einde, maar kent ook een 'open begin': in een stal met warm geel stro houdt een moederezel een kleine ezel in haar armen. De moeder vertelt dat ze ooit moet gaan, en vraagt aan Balthazar dat hij dan een flinke ezel zal zijn. Daar schrikt Balthazar van maar hij denkt dat 'ooit' vast nog erg ver weg is. De lezer vraagt zich af of moeder ziek is, of dat men haar wil wegdoen. Op de volgende bladzijde is het al zover. Balthazar wordt helemaal alleen wakker en vraagt zich af of het nu soms 'ooit' is. Hij besluit te wachten tot ooit voorbij is, want misschien komt zijn moeder dan wel terug. Na lang wachten komt er een slak voorbij, aan wie hij vraagt of het nog ooit is. "Ooit ga ik naar de overkant" zegt de slak. Dat lijkt Balthazar een goed idee, misschien komt hij zo wel bij zijn moeder. Hij besluit met de slak mee te gaan. Op deze manier begint de zoektocht van de kleine ezel naar ooit.
Tijdens het zoeken komt Balthazar echter steeds weer net te laat. Eigenlijk gaat het in het verhaal dan ook niet om het vinden van ooit (dat wens je dat jonge dier ook niet toe) maar om het mysterie van waar je heengaat als je dood ben, én wanneer je gaat. Het uitwerken van dit thema voor jonge kinderen ligt niet voor de hand. De toonzetting luistert heel precies. Er moet een evenwicht worden gevonden tussen het verdriet en het optimisme van het jonge hoofdpersonage. Het risico op uitzichtloze ellende of een sentimentele draak ligt immers altijd op de loer. De makers van Balthazar de eenzaamste ezel ooit hebben alleszins een goede toon gevonden. Het verhaal is bij vlagen een beetje zwaarmoedig ? bv. wanneer Balthazar, duidelijk gebroken door vermoeidheid en verdriet, neervalt in een vreemde paardenstal. Als hij echter wakker wordt, veert de stemming direct weer op. Twee nieuwsgierige paardenhoofden buigen zich over hem heen. Balthazar herinnert zich dat zijn moeder eens had gezegd dat paarden zelden iets nuttigs doen, en dat de wereld ooit zal begrijpen hoe belangrijk ezels zijn.
Dit werk is het debuut van Marieke Coenen, een Nederlandse illustrator die een deel van haar opleiding volgde bij Carll Cneut. Toch is het niet zozeer zijn invloed die ik in de tekeningen van Coenen zie; Coenens licht ingekleurde pentekeningen doen nl. vooral denken aan het werk van Annemarie van Haeringen. Het hoofdpersonage, een kleine ezel met slappe oren, lijkt zelfs op de Kleine Ezel uit de boeken van Van Haeringen. En net als Kleine Ezel loopt Balthazar op zijn achterpoten, en is hij dus naar menselijk model geschapen. De tekeningen van Coenen vullen soms een dubbele bladzijde, maar bestaan af en toe ook uit kleinere beeldjes, net als in een stripverhaal. De actie wordt weergegeven in een tekeningensequentie, soms met en dan weer zonder tekst. Deze compositie geeft het verhaal de nodige vaart. De tekst van de Vlaamse Inge Misschaert is ingetogen maar niet zonder humor. Af en toe zou ze zich wel wat meer mogen houden aan het principe van 'show don't tell' ? zeker in prentenboeken waar de tekeningen veel van het vertelwerk doen is dat immers van groot belang. Als de twee paarden bv. over Balthazar gebogen staan en uit hun dialoog duidelijk blijkt dat ze ruzie maken, dan had de schrijfster achterwege kunnen laten dat de paarden "ruzieachtig" klinken. Het tonen brengt verhaalfiguren tot leven en maakt beschrijvingen immers grotendeels overbodig.
Het laatste woord geef ik aan de vrolijke herdershond uit het verhaal, die tegen Balthazar zegt dat het niet erg is dat hij 'ooit' niet kan vinden, en dat de kleine ezel blij mag zijn dat het nog even duurt voordat hij het vindt. Vanaf dit keerpunt stopt Balthazar met het zoeken en besluit hij plezier te hebben in het nu. [Coosje Van der Pol]
E. Stadt
De moeder van de ezel Balthazar vertelt dat ze ooit moet gaan en dat hij dan flink moet zijn. Als ze plots verdwenen is, gaat Balthazar verdrietig op zoek naar wanneer ooit voorbij is. Hij ontmoet verschillende dieren, maar ooit lijkt nooit voorbij te gaan. Van een hond leert hij dat je kunt kiezen om vrolijk te gaan. Zo gaat Balthazar weer door, spelend met vriendjes (uil en muizen) die al die tijd al op verschillende prenten ongemerkt met hem mee waren gegaan en voor hem hebben gezorgd. Prentenboek waarin de heldere aquareltekeningen met dunne zwarte contourlijnen en een speelse vormgeving veel grappige details hebben. Ze vertellen, soms wat stripachtig, extra verhalen (zoals hoe ezel en slak samen een weg over steken). Er wordt verschillend perspectief gebruikt en de dieren hebben herkenbare emoties. De tekst staat duidelijk leesbaar in of tussen de prenten, die soms twee pagina’s groot zijn. Een warm boek over afscheid nemen, ontmoeten en vriendschap. Vanaf ca. 5 jaar.
Annie Beullens
ua/an/22 j
Balthazar, ik moet je wat vertellen. Ooit moet ik gaan. Beloof me dat je dan een flinke ezel zult zijn, zegt moeder ezel op een dag. Als Balthazar op een ochtend helemaal alleen wakker wordt, beseft hij dat ooit gekomen is zonder dat hij het zag. Dus gaat hij op zoek naar 'ooit'. Hij ontmoet verschillende dieren en allemaal gebruiken ze het woord ooit. Balthazar wil weten wanneer ooit voorbij is. Dan ontmoet hij op een brug een kikker en die gebruikt het woord 'nooit'. Balthazar voelt dat hij nu dichtbij een oplossing is. De kikker laat nooit iemand door, zegt hij maar hij voegt eraan toe dat hij ooit wel moet gaan. Maar Bathazar mist ook nu weer het ooit- moment terwijl de lezer op de prent ziet wat er met de kikker gebeurt. Na een gesprek met een vrolijke herdershond vindt ezel eindelijk troost. Wat in wezen een droevig verhaal zou moeten zijn is door de woordspelingen en de dubbele bodems een verhaal vol fijne humor geworden. De eigenzinnige, grillige, grappige tekenstijl draagt daar zeker toe bij. Auteur en illustrator vullen elkaar perfect aan. Het verhaal biedt tal van aanzetten om met kinderen te filosoferen. Een zeldzaam pareltje!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.