Coco, of Het kleine zwarte jurkje
Annemarie van Haeringen
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Leopold, 2009 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : HAER |
31/12/2009
Dat Annemarie van Haeringen bijzondere voeling heeft met de dagelijkse leefwereld van kleuters, bewees ze reeds o.a. met De prinses met de lange haren, Beer is op vlinder, De jongen die zijn brood knipte en de verhalen over Kleine Ezel (samen met Rindert Kromhout). Met haar nieuwste prentenboek Waarom waarom voegt de veelvuldig bekroonde auteur en illustratrice nog een boek aan deze succesreeks toe. Voor dit verhaal liet ze zich inspireren door een van de Just so stories van Jungleboek-auteur Rudyard Kipling.
De Just so stories is een bundel van twaalf sprookjesachtige verhalen uit 1902 voor kinderen vanaf acht jaar. Elk verhaal ? met telkens een aparte titel en een gedicht op het einde ? geeft een even origineel als humoristisch antwoord op een waarom-vraag: Waarom heeft een luipaard vlekken? Waarom heeft een kameel een bult? In 'The elephant's child' fantaseert Kipling er dan weer op los hoe de olifant aan zijn slurf komt: een nieuwsgierig olifantje wil weten wat de krokodil als avondmaal eet, gaat het de krokodil zelf vragen en wordt daarbij in de neus gebeten door de krokodil, die hem maar wat graag wil oppeuzelen. Om zich te bevrijden moet hij zo hard trekken dat zijn neus steeds langer wordt. Als de krokodil uiteindelijk loslaat, heeft het olifantje een lange slurf.
Van Haeringen bewerkt dit verhaal tot een prentenboek op maat van nieuwsgierige kleuters. De verhaallijn blijft vrijwel onaangeroerd, maar de klemtoon verschuift volledig. Waar Kiplings verhaal in de eerste plaats een fantasievolle legende is over het ontstaan van de slurf, is Waarom waarom vooral een verhaal over nieuwsgierigheid, over het ontdekken van de wereld. Van Haeringen kiest geen olifantje, maar een kleine Tapir als hoofdpersonage. De onuitputtelijke nieuwsgierigheid van dit vrolijke, avontuurlijke diertje vormt de rode draad door het prentenboek. Anders dan in Kiplings verhaal, waarin de nieuwsgierigheid maar een kapstok is om de fantasievolle slurf-geschiedenis aan op te hangen en dientengevolge hoofdzakelijk beschreven wordt, vormen de talloze vragen van de onvermoeibare Tapir de motor van het boek. Vragen waarin elke nieuwsgierige kleuter zich in zal herkennen: Waarom is de hemel blauw? Waarom is de aarde niet vierkant? Waarom is er een school? Waarom ben ik geboren? En natuurlijk ook: Wat eet de kaaiman als avondeten? In Tapirs zoektocht naar een antwoord op deze vraag wordt de spanning mooi opgebouwd. Net zoals het olifantje bij Kipling houdt hij aan zijn nieuwsgierigheid uiteindelijk een lange, pijnlijke neus over. Dat dit wel eens kan verklaren hoe de olifant aan zijn slurf komt, wordt gesuggereerd, maar Van Haeringen laat het aan de (voor)lezer om dit verband te expliciteren: "Je doet me denken aan iemand die ik ken", zegt Slang tegen Tapir die intussen zijn neus staat te blussen in de rivier. Suggesties als deze maken van Waarom waarom een dankbaar, interactief voorleesboek dat zich tot eindeloos verder fantaseren leent.
Door de totaal verschillende doelgroep heeft Van Haeringen ook de stijl van het verhaal grondig aangepast. In tegenstelling tot andere prentenboekversies puurt ze de tekst sterk uit en vervangt ze Kiplings sterk beschrijvende, literaire verteltrant door een helder, expressief taalgebruik. De resterende, uiterst korte tekstblokjes die voornamelijk uit dialoog bestaan, voorzien het verhaal van een vloeiende dynamiek. Hoe eenvoudig haar stijl ook is, op sommige momenten schrijft Van Haeringen pure poëzie:
Waarom is er licht?
Waarom is er lucht?
Waar ben ik?
Waar is de Cottica-rivier?
De herkenbare metaforen ? Tapir schiet "als een elastiekje" uit de bek van Kaaiman ? en subtiele humor (Zijn er ook kaaivrouwen?) tonen mooi aan hoe Van Haeringen deze Just so story heeft bewerkt met alomtegenwoordig respect voor de brontekst. De dubbele bodems die ze toevoegt (Kaaiman heeft hem bij de neus) bezorgen de voorlezer extra leesplezier.
Ook in de illustraties regeert de kracht van de eenvoud en van het suggestieve. Met een beperkt aantal pennentrekken wordt tegen een witte achtergrond treffend de sfeer van een oerwoud of de zee opgeroepen. De personages zijn getekend in de typische Van Haeringen-stijl: zwarte lijnen met pen die op een losse, schijnbaar onzorgvuldige manier met aquarel ingekleurd worden. Het kleurenpalet is zeer beperkt en sober: zwarte, grijze, bruine, groene, oranje en roze tinten baden in een zee van wit. Tegen deze witte achtergrond werken de personages des te krachtiger en komen ze maximaal tot hun recht. Door hun puurheid en het gebrek aan details versterken de illustraties, die over twee pagina's doorlopen, het verhaal. Het is alleen jammer dat de veel te drukke omslag, die bovendien een mix van kleuren bevat, niet representatief is voor de prenten binnenin en er zelfs afbreuk aan doet.
Los daarvan is Waarom waarom in alle opzichten een pareltje. Hoe Van Haeringen erin slaagt een klassiek verhaal dat oorspronkelijk bedoeld is voor acht- à tienjarigen om te kneden tot een herkenbaar, grappig en spannend voorleesverhaal voor kleuters vanaf vier jaar zonder de oorspronkelijke sfeer van de brontekst uit het oog te verliezen, is uiterst knap. Dat het boek in opdracht van de Stichting Culturele Manifestaties NANA voor het Kinderboekenfestival Suriname ook nog eens geschreven werd in samenwerking met kinderen op Moengo, maakt het des te bijzonderder. [Marit Trioen]
Drs. A.W.M. Duijx
De kleine Tapir vraagt zijn moeder de oren van haar hoofd. Over van alles en nog wat heeft hij wel een ‘waarom’ of een andere vraag. Zijn moeder stuurt hem naar zijn oom Luiaard, maar die heeft geen tijd, net als tante Miereneter. Als hij vraagt wat een kaaiman eet, moet de kleine Tapir dat de kaaiman zelf gaan vragen. De krokodil wil maar al te graag antwoord geven. Prentenboek van de veelvuldig terecht bekroonde illustratrice/auteur, dat zij samen met kinderen op Moengo (Suriname) heeft gemaakt. Het herhalingselement in het verhaal is goed uitgewerkt, waardoor een mooie spanningsboog ontstaat. Jonge kinderen zullen zich zeker herkennen in het steeds vragen stellen om de wereld te leren begrijpen. Het verhaal laat zich heel eenvoudig interactief voorlezen. De illustraties in de geheel eigen en herkenbare stijl sluiten nauw aan bij het verhaal. Het omslag is helaas nogal druk, met op voor- en achterplat een lelijke belettering, en past daardoor niet bij het schitterende binnenwerk. Ondanks dat weer een aanrader. Vanaf ca. 4 jaar.
Sieglinde Duchateau
ua/an/22 j
De kleine Tapir wil alles weten en hij vraagt zijn moeder de oren van het hoofd: ‘Mama, waarom is de hemel blauw? Mama, waar begint de zee? Mama, waarom heb ik een vader?’ Waarom, waarom, waarom? Maar de moeder wordt er helemaal gek van en stuurt hem naar zijn oom. Van oom Luiaard gaat het naar Tante Miereneter, die hem doorverwijst naar de kaaiman. Tapir gaat op zoek naar de kaaiman. ‘Wat eet een kaaiman als avondeten?’, vraagt hij zich af. Je raadt het zeker wel? Het verhaal is eenvoudig geïllustreerd met aquarel ingekleurde pentekeningen die vooral dieren en soms wat plantengroei voorstellen tegen een witte achtergrond. De stroef lezende tekst staat in de prenten gedrukt. Het verhaal is nogal langdradig. Tapir heeft vragen bij alles wat hij ziet, ontdekt en beleeft in zijn jonge leventje. Niemand geeft hem een antwoord en ze sturen hem allemaal wandelen. Hij krijgt er alleen maar meer vragen van en sommige kunnen niet helemaal zonder gevaar gesteld worden. Gelukkig loopt het allemaal goed af, maar het lijkt wel alsof de moraal hier is dat je niet zoveel vragen mag stellen. Dat al dat gevraag je soms helemaal gek kan maken, dat weet elke ouder wel. Maar je moet toch proberen om antwoorden te geven? Hoe kan een kind anders iets leren? Het verhaal werd in Suriname geschreven met de hulp van kinderen en is vrij verteld naar een 'Just so story' van Rudyard Kipling. Dit zijn fantasievolle verklaringen voor bepaalde fenomenen; hier dus blijkbaar hoe de olifant aan zijn slurf kwam. Want aan de hachelijke ontmoeting met de kaaiman heeft onze tapir een erg uitgerekte neus overgehouden. Op de laatste prenten ziet hij er ook helemaal als een olifantje uit. Daar zullen kleuters vast wel commentaar op geven!
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.