De vervalser : het waargebeurde verhaal van Han van Meegeren, de grootste kunstvervalser van de twintigste eeuw
Edward Dolnick (Auteur)
Beschikbaarheid en plaats in de bibliotheek
ARhus - De Munt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Bakker, 2009 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 700.5 DOLN |
Besprekingen
00/00/0000
Alweer een boek over de schilder Han van Meegeren, de pseudo-Vermeer, die met zijn beroemde vervalsingen ? 'De Emmaüsgangers', 'Het laatste avondmaal', 'De voetwassing', 'Isaac zegent Jacob' enz. ? de hele kunstwereld (en die van het Rijksmuseum en het Boijmans nog het eerst) wist te bedriegen en die er zelfs in slaagde zijn 'Christus en de overspelige vrouw' aan Hermann Goering te slijten.
Edward Dolnick is een gewiekst verteller die aan dit "waargebeurd verhaal van de grootste kunstvervalser van de twintigste eeuw" een spanning meegeeft, niet zozeer door de feiten zelf, want die zijn ten overvloede gekend, maar door de boeiende invalshoek van waaruit hij in De vervalser deze "story" bekijkt en beschrijft. Wat hem (en de lezers) interesseert is de psychologische kant, zowel van de bedrieger zelf als van de bedrogenen. Met de alerte blik van een behaviorist beloert de auteur zijn spelersmateriaal: hoe de ene een prikkel uitstuurt en hoe de andere op die prikkel reageert.
De Hollandse kunstwereld van de jaren '30 keek verlangend uit naar een "andere" Vermeer, die Bijbelse onderwerpen vertolkte, en kreeg die dan ook prompt naar wens voorgeschoteld: de ideale vervulling van wishful thinking. De dader van zijn kant handelde vanuit een gevoel van wraakneming om zijn vermeende miskenning: hij zou de "kenners" niet alleen bij de neus nemen, maar hen ook, na zijn uit eigenbelang gedane zelfontmaskering, nog in hun blootje zetten bovendien. De bedrogenen waren competent geachte museummensen (Bredius, De Groot, Hannema, Mellow), kunstcritici en kunstmecenassen (de Rotterdamse scheepsmagnaten Van Beuningen en Van der Vorm). En dan was er, vanaf 1940, ook de Duitse bezetter, die in opdracht van zowel Hitler als van Goering (deze waren elkaars concurrenten in de jacht op de meeste en de beste kunstwerken).
Pas nadat Van Meegeren zichzelf tot vervalser had verklaard (het kwam hem nl. beter uit dat hij Goering had "bedrogen" en dat hij dus geen nazi-collaborateur was!), kwamen de wetenschapsmensen (de Belg Coremans c.s.) met de technische bewijzen dat Han van Meegeren werkelijk de valse Vermeers had geschilderd. Wat Dolnick hier over zijn vervalsingstechniek (op basis van verhitte bakelietverf) vertelt, is niet nieuw, maar wordt wel op een zeer bevattelijke manier toegelicht. Apart is ook het psychologisch portret van Hermann Goering als verzamelaar: een onthutsend en tegelijk fascinerend beeld. De geleidelijke, en soms heel fortuinlijke ontdekking, in grotten en zoutmijnen, van Hitlers en Goerings kunstschatten na de militaire ineenstorting van het naziregime biedt eveneens boeiende verhaalstof.
Een middenin het boek ingevoegd, 16-bladig cahier met ruim dertig kleurillustraties volstaat ruim om de gestelde problematiek te visualiseren. De voetnoten beperken zich wijselijk tot literatuurverwijzingen. Verder is er een selectieve bibliografie en een nuttig namenregister (op personen en op schilderijen). Dit erg onderhoudende, zelf meeslepend werk, geschreven door een in kunstvervalsingen gespecialiseerde Amerikaanse wetenschapsjournalist, verdient een plaatsje in elke bibliotheek. Het enige wat men de auteur kan aanwrijven, is dat zijn enthousiasme hem wel eens verleidt tot een hyperbolische stijl, die wemelt van superlatieven (gigantisch, buitensporig, onvoorstelbaar, spectaculair enz). De correctie gebeurde wel wat slordig (bv. stijl als een ladder, bij de fleet enz.). Maar het boek zal wel gelezen worden. [Paul Huys]
Karin van Hoof
In 1937 kocht Museum Boijmans Van Beuningen een tot dan toe onbekend werk van de 17e eeuwse schilder Vermeer. In 1945 bekende kunstschilder Han van Meegeren dat het doek een vervalsing was van zijn hand. In dit boek reconstrueert en analyseert de Amerikaanse wetenschapsjournalist Edward Dolnick deze spraakmakende affaire. Het leest als een spannende detective waarin gaandeweg opdoemende vragen worden beantwoord. Hoe kwam Van Meegeren ertoe om te gaan vervalsen? Waarom koos hij juist Vermeer? Hoe ging hij te werk? Wie speelden mee in het spel en waardoor liep hij tegen de lamp? Wie het schilderij van Van Meegeren nu ziet, kan zich nauwelijks voorstellen dat vooraanstaande kunstkenners het ooit aanzagen voor een Vermeer. Waarom werd hij in godsnaam geloofd? Ook deze vraag weet Dolnick met overtuigende argumenten te beantwoorden. Met acht pagina’s zwart-witfoto’s van de hoofdpersonen in het boek en zestien pagina’s foto’s in kleur van een aantal besproken werken van Vermeer en Van Meegeren. Dolnick schreef eerder een boek over kunstroof en kreeg daarvoor de Edward Award voor de beste feitenkrimi. Met register. Kleine druk.
Suggesties
Krijg een e-mail wanneer dit item beschikbaar is
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.