Het vloekhout : roman
Johan De Boose
Johan De Boose (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Meulenhoff/Manteau, 2009 |
VERDIEPING 3 : SIBERIË : REISVERHALEN : DEBO |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff/Manteau, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1246 |
Jorn De Cock
us/ug/21 a
De Boose wordt steeds penvaster
Misschien was Johan De Boose deze keer wel op zoek naar een comfortabeler reisdoel. In Alle dromen van de wereld had De Boose zich uitgeleefd in zijn grote liefde Polen, in De grensganger wandelde hij langs de grens tussen het oude Oost- en West-Duitsland, en vorig jaar zocht hij van Sint-Petersburg naar Siberië naar Het geluk van Rusland.
De Dalmatische zon is dan een welkome afwisseling: een paradijs van eilanden, stranden en bergen, tussendoor een wereldcultuurstad als Dubrovnik, en dat allemaal in een land dat op de drempel staat van toetreding tot de Europese Unie. Je kan het De Boose niet kwalijk nemen dat zijn Kroatië-reis dan een beetje traag op gang komt. Hij laat zijn zomerse gedachten afglijden naar het Cyrillische oeralfabet (voor de quizbeesten: het glagolitisch), reist verder noordwaarts naar Istrië en komt daar in het stadje Pazin oog in oog te staan met Jules Verne en Dantes Inferno: de foibe of karstkloof van Pazin spreekt al eeuwen tot de verbeelding, en wordt van oudsher gebruikt om de resten van slachtpartijen weg te werken. Voor hij er zelf erg in heeft, ziet De Boose zich zo geconfronteerd met de donkerste schimmen van het paradijs.
De Boose heeft in de loop der jaren zijn eigen stijl ontwikkeld, die het midden houdt tussen reportagewerk, beschouwingen op geschiedenis en literatuur, en een eigen vleugje lyriek - De Boose publiceerde niet toevallig eerder al romans en gedichten. Zo verwijzen ook de hoofdrolspelers uit de titel, de poppenspeler en de duivelin, naar twee gesprekspartners die De Boose echt heeft ontmoet - maar die hij evenzeer al snel tot medereizigers van zijn eigen fantasie lijkt te maken.
De poppenspeler is een oude man die ooit beroemd was met een reizende poppenkast in het oude Joegoslavië. Na zijn opus magnum Het onderbewustzijn van de beschaving heeft hij zijn marionetten aan de haak gehangen, omdat hij als 'laatste Joegoslaaf' uit de mode is geraakt. De duivelin is De Booses bijnaam voor een lokale journaliste die de wereld afreist, maar die de schrijver ook steeds weer meeneemt op blind dates naar de meer confronterende oorden van de ex-Joegoslavische werkelijkheid. Waar hun eigenlijke gesprekken ophouden en De Booses fantasie begint, is niet altijd duidelijk. Zo'n formule is best riskant, maar in De poppenspeler en de duivelin toont De Boose dat hij in de laatste jaren steeds penvaster is geworden.
Helleput
Vooral in de laatste hoofdstukken van het boek komt dat goed van pas: geen enkele schrijver verdiept zich voor zijn plezier in de vraag wie nu het meest (on)gelijk had in de slachtingen van de Balkan - waaronder de recente oorlogen van de jaren negentig - en waar het Kroatische nationalisme overgaat van 'begrijpelijk' naar 'akelig'.
De Boose bezoekt Jasenovac, het beruchte Kroatische fascistische concentratiekamp uit de Tweede Wereldoorlog, dat zelfs de Duitsers er een beetje over vonden. Hij bevriest bijna op het goelag-eiland van die goeie oude maarschalk Tito. Naarmate het boek vordert, rukt De Boose onontkoombaar op naar de streken en stadjes waarvan de namen in de jaren negentig vervloekt raakten, van de Krajina tot Vukovar. Waar de kogelgaten van de jaren negentig nog in de muren zitten en de bloedplekken nog nauwelijks zijn weggewist, zeker niet uit de geesten.
'Hoewel ik bij het begin van mijn reis van zins was geweest om niet over de oorlog te schrijven, of niet te uitvoerig, was ik er gaandeweg van overtuigd geraakt dat ik er niet over mocht zwijgen', klinkt het bijna verontschuldigend in de laatste bladzijden van het boek.
De weinige zwakke plekken in De poppenspeler en de duivelin zitten in de fragmenten waarin De Boose zich wat te veel laat meeslepen in zijn eigen lyriek, en even vergeet dat ook de lezer mag meespelen. Zijn beschrijving van de 'helleput' van Pazin mag dan indrukwekkend zijn, maar zonder 'Google afbeeldingen' heeft de lezer eventjes het raden waarover De Boose het heeft. Maar die momenten blijven schaars: de schrijver houdt zijn poppenspeler en zijn duivelin vrijwel foutloos overeind op een intrigerende slappe koord. Een reisboek met karakter, over een land waarvan we soms vergeten dat er nog veel over te vertellen valt.
31/12/2009
De zonnekloppers van twee generaties geleden zullen zich de ruige kusten van het Joegoslavische Dalmatië nog herinneren. Zoals ook nu een nieuwe, jongere generatie die heerlijke rotsstranden en Adriatische eilanden ontdekt. Maar tussen die twee generaties toeristen ligt een donkere cesuur, het laatste decennium van de 20e eeuw, een van dodelijk nationalisme en bloedige burgeroorlogen die Tito's Joegoslavië uit elkaar scheurden en zes (recent, met Kosovo, zeven) nieuwe landen op de Europese kaart tekenden.
Johan de Boose is al een paar jaar stevig aan het reizen in de Slavische wereld, die hem erg fascineert. Dat leverde al prachtige boeken op over Polen en Rusland. Sinds kort richt hij zich op ex-Joegoslavië en daarbij is het vertrouwde (want katholieke, Venetiaanse, Weense) en tegelijk vreemde (want ultranationalistische en glagolitische) Kroatië zijn eerste halte.
De Boose slaagt er meesterlijk in de schizofrene gevoelens van het Kroatische volk ("beschaafde barbaren") en de dubbele bedenkingen van de bezoeker die hij is te vertalen naar zijn twee gidsen uit de titel: de poppenspeler en de duivelin. De eerste is "de laatste Joegoslaaf", een dromerig kunstenaar die leeft in het verleden. De tweede is een kritische journaliste die de huidige taboes van het land blootlegt. Dit duo belichaamt de twee polen waartussen Kroatië zich voortdurend beweegt: de utopie en het taboe.
Op het eiland Krk laat De Boose de Kroatische geschiedenis beginnen door de vroeg-Slavische glagolitische tekens op de tafel van Ba?ka te spellen. In de negende eeuw hadden de christelijke zendelingen Cyrillus en Methodius dit alfabet ontworpen om de Slaven te kerstenen. Later, na het Grote Schisma (1054), viel Kroatië binnen de West-Romeinse, katholieke invloedssfeer. Nog later, toen de Turken de Balkan grotendeels hadden ingenomen, riep de paus de Kroatische gewesten die als een boemerang rond het islamitische Bosnië lagen uit tot de Antemurale Christianitatis. Het Kroatisch-Bosnische grensgebied werd door de Habsburgers gemilitariseerd en wegtrekkende Kroaten werden er vervangen door Serviërs. De verre nazaten van deze Serviërs voelden zich in 1991 bedreigd door de naar onafhankelijkheid zuchtende Kroaten en riepen een eigen republiekje uit: de burgeroorlog kon beginnen. Om te begrijpen waarom die zich zo fel en gruwelijk ontwikkelde, moeten we terug naar de Tweede Wereldoorlog.
Maar De Boose doet aanvankelijk hard zijn best om de oorlog te vermijden. Op het Kroatische schiereiland Istrië, dat eertijds gespaard bleef van de oorlog, is de tijd blijven stilstaan. De Boose bezoekt er Hum, "de kleinste stad op aarde", het Venetiaanse Rovinj en verdwaalt in de spelonken van het woeste Karstlandschap, waar hij Dante, Rilke en Jules Verne ontmoet. Dat grillige, onderaardse landschap werd echter ook het graf van talloze Italianen die vielen onder de wrekende hand van Tito's partizanen. En zo stijgen al snel de eerste oorlogsschimmen op uit de 'foibe', deze massagraven in de karst.
In het Habsburgse kuuroord Opatija is het oude Wenen nooit veraf, hoewel de menukaarten Italiaans en Kroatisch geschreven zijn. Hier wordt De Boose aan tafel uitgenodigd om te discussiëren over identiteit, geschiedenis, Europa en de Balkan en, onvermijdelijk, de oorlog. Zo maken we kennis met Thompson, de naar een vuurwapen genoemde Kroatische zanger die samen met zijn fans graag de symbolen etaleert van het in de Tweede Wereldoorlog met de nazi's collaborerende usta?a-regime, dat tienduizenden Serviërs ombracht. Dat gebeurde o.m. in het Kroatische kamp Jasenovac, het Auschwitz van de Balkan, waar zelfs de Duitsers van gruwden. In het hoofdstuk 'Je bent Jasenovac of je bent Bleiburg' toont De Boose tevens de keerzijde van de overwinning op het fascisme. In het Oostenrijkse Bleiburg vond nl. een gruwelijk wraakactie plaats uitgevoerd door Tito's partizanen. Bleiburg en de Joegoslavische goelag Goli Otok, het Naakte Eiland, tonen de keerzijde van het vaak bejubelde verenigde Zuid-Slavië van de Maarschalk.
Met veel kennis van taal, cultuur en geschiedenis, leidt De Boose ons, met excursies naar de Joegoslavische (Kroatische) literatuur en film, langs de Dalmatische kust naar Dubrovnik, eertijds en vandaag opnieuw een mondaine, 'vrije' stad, een rots in de branding van de tijd. De stad ontroert de schrijver tot tranen toe. In Zagreb vindt hij een mediterraan Wenen. Voorbij Zagreb en Jasenovac bevinden we ons diep in Slavonië, de vlakte die zich uitstrekt tot in Servië. De eindhalte van De Booses reis is Vukovar, symboolstad bij uitstek van de recente burgeroorlog. Hier krabt De Boose het laagje beschaving helemaal weg en daaronder komen lelijke littekens tevoorschijn, die nog altijd schroeien in het stadsbeeld dat bestaat uit al te veel ruïnes. In Vukovar, "de mooiste stad aan de Donau", kan niemand de oorlog ontlopen.
De reis door Kroatië blijkt inderdaad een paradoxale ervaring: Venetië versus Oostenrijk, eiland versus vasteland, stad versus dorp, Jasenovac versus Bleiburg, oorlog en vrede, taboe en utopie, Europa versus de Balkan. Maar voor wie 'de Balkan' nog steeds ziet als de barbaarse achtertuin van Europa is dit boek verplichte lectuur. Het is een eerste, ernstige poging sinds lang om ver voorbij de clichébeelden te kijken. De Boose schrijft belezen, empathisch, nieuwsgierig, emotioneel en eerlijk (meer dan eens is er de twijfel of hij het wel juist formuleert). Ook voor fijnproevers van het geschreven woord is dit boek een absolute aanrader. [Sven Peeters]
Dr E. Agoston-Nikolova
Dit is geen gewone reisgids. De schrijver neemt ons mee op een persoonlijke ontdekkingsreis naar het verleden en heden van Kroatië - een boeiend land met haar natuurschatten en warme en gastvrije mensen. Twee symbolische figuren begeleiden hem: een oude poppenspeler, die het idealisme, de belezenheid en de trots van de Kroaten vertegenwoordigt, en een jonge vrouw, de duivelin, sarcastisch, taboedoorbrekend, pragmatisch. Zijn reis begint in Krk, het grootste eiland aan de Adriatische kust met Venetiaanse cultuurinvloeden en Romeinse architectuur en voert ons door de binnenlanden van Krajna; hij eindigt in verwoest Osijek. We leren veel over de invloeden van grote rijken uit de historie, het nationalisme, de fascinatie van vele grote schrijvers met Kroatië. Maar het voornaamste doel is de waarheid te achterhalen, wat ook betekent 'de verschillende vormen van verdriet begrijpen'. Verwonderd, vaak verdrietig, maar vooral gefascineerd volgt de lezer deze ontdekkingsreis. Met tijdtafel, kaart en register.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.