Bezonken rood
Jeroen Brouwers
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2009 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1355 |
31/12/2009
Ondankbaar en aanmatigend, zo luidt het oordeel van de goegemeente over Jeroen Brouwers' 'weigering' van de Prijs der Nederlandse Letteren in 2007. Hoe de vork echt in de steel zit, doet Brouwers in het achtste deel van zijn 'Feuilletons' uit de doeken. Iemand die zijn hele leven tegen de klippen op geschreven heeft ? de klein gedrukte lijst van zijn werken achter in het boek beslaat twee volle bladzijden ? en maar één keer het geluk gehad heeft een bestseller te produceren (Geheime kamers), krijgt op zijn oude dag van een medewerkster van de Taalunie te horen dat hij de meest prestigieuze literatuurprijs van de Lage Landen gaat krijgen. Die Taalunie komt op hem over als een log, kafkaiaans instituut (jaarbudget: 12 miljoen euro), dat ook graag aanleunt bij het Nederlandse en Belgische hof, zacht gezegd niet de meest literatuurminnende fractie van de natie. De republikein die Brouwers in hart en nieren is, wordt tot in de kleinste details opgedragen hoe hij zich bij de prijsuitreiking ten paleize moet gedragen. De vijftig gasten die hij mag uitnodigen (naast de zeshonderd genodigden van het hof en de Taalunie), moeten vooraf worden gescreend en mogen vooral de uitnodiging van het hof niet afslaan.
Het geldbedrag dat aan de 'Nobelprijs van de Lage Landen' verbonden is, bedraagt 16.000 euro. Het is jarenlang niet eens geïndexeerd. Evenmin houdt het rekening met de lucratieve andere boekenprijzen die intussen in het leven werden geroepen. Brouwers schrijft beleefd een brief naar de Taalunie waarin hij uiting geeft aan zijn ontgoocheling over dat povere bedrag en suggereert het te laten uitstijgen boven de 'gewone' staatsprijzen (P.C. Hooftprijs resp. oeuvreprijs, elk 50.000 euro). "Zou de Prijs der Nederlandse Letteren louter een blijk van eer zijn, zonder geld, ik zou er dankbaar en gevleid op hebben gereageerd. Aangezien er wèl een geldbedragje aan is verbonden, 'wel vergelijkbaar' met een aalmoes, en men daar ook nog een heel koninklijk paleis omheen bouwt uit louter winderigheid en snoeverij, ontgaat mij de 'eer'." De Taalunie noch haar Comité van Ministers antwoordt. Intussen laten ze wel voor 32.000 euro een filmpje over de gelauwerde schrijver maken, dat alle verbeelding tart. Brouwers maakt het in dit vloekschrift met de grond gelijk.
Daarnaast draagt hij ook ampel materiaal aan dat de penibele situatie van de schrijver in de Lage Landen illustreert ? een nietsontziende analyse van de uitgevers- en boekenbranche. Die hoofdstukken, o.m. gegoten in een hilarisch college voor 'Het Hof' over het lot van de schrijver, tillen dit boek boven het verhaal van een persoonlijke ontgoocheling uit. Doorgewinterde bewonderaars van het Belgische en Nederlandse vorstenhuis zullen het bijna begeven van 'majesteitsschennis', aanhangers van de Nederlandse cultuurminister Ronald Plasterk menige illusie kwijtraken. Vlaams cultuurminister Bert Anciaux komt veel positiever uit de affaire naar voren, hoewel hij tegenover de Haagse arrogantie geen kans maakte. Het juryrapport looft de laureaat o.m. omdat hij meer dan veertig jaar "bakens heeft uitgezet en verzet". Voor zichzelf heeft Brouwers' pleidooi niet mogen baten. De volgende laureaten van de Prijs der Nederlandse Letteren, intussen verhoogd tot 40.000 euro, met daarbij 20.000 euro "die (volgens de Taalunie) ten goede komen aan zijn oeuvre", doen er hun voordeel mee. Dat is de bittere ironie van de hele zaak. Des te bitterder omdat de schrijver van Sisyphus' bakens weer eens in elke zin en met elke lucide gedachte bewijst op wat voor eenzame hoogte hij staat, en hoezeer hij een fatsoenlijke Prijs wel had verdiend. Ook stilistisch en structureel is dit boek meesterlijk: vlijmscherp satirisch en geregeld om te gieren van het lachen, al geven de feiten er bitter weinig aanleiding toe. "Bent u eigenlijk niet gewoon een dwawsliggew, meneeuw Bwouwews? / Brouwers, corrigeerde ik en antwoordde: Goed gezien, koninklijke schoenlepel, en ik bewijs er de mensheid een dienst mee: de dwarsligger houdt de rails bij elkaar. Zo moet je dat zien." [Erik de Smedt]
Drs. Cees van der Pluijm
Jeroen Brouwers (1940) is een van Nederlands meest gelezen, meest bekroonde en succesvolste en productiefste prozaïsten. Toch werd hij niet rijk van zijn succes. In 2007 werd hem de Prijs der Nederlandse Letteren toegekend, die hij afwees vanwege het (in zijn ogen) bekrompen bedrag waarmee een laureaat wordt afgescheept. Brouwers betoonde zich al eerder in zijn essays en schotschriften een meer dan begenadigd polemist wiens scherpe pen weinig heel laat van alles en iedereen waarover de schrijver zijn bedenkingen heeft. In 'Sisyphus' bakens' veegt Brouwers de vloer aan met het prijzensysteem, het subsidiesysteem en overige vormen van inkomsten waar schrijvers van afhankelijk zijn. Daarbij heeft hij het vooral gemunt op de overheid, het vorstenhuis en de Taalunie. Brouwers is geweldig op dreef: geestig, scherp, welsprekend, raak argumenterend en in alle opzichten virtuoos en superieur. Een imponerende en overtuigende aanval op een overheid die de schrijver eerder lijkt te minachten dan te koesteren.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.