Verrukkelijke turbulentie : Ensor over het leven en de kunst
Herwig Todts
Herwig Todts (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
BAI, 2008 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 700 ENSOR |
00/00/0000
In dit derde boek uit een reeks over het kunstbezit van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, maakt de lezer kennis met de verzameling van veertig schilderijen en meer dan vijfhonderd tekeningen van James Ensor die het KMSKA in zijn bezit heeft. Een representatieve keuze van een honderdtal tekeningen en schilderijen wordt in het boek gereproduceerd. Paul Huvenne wijst erop dat er genoeg materiaal is voor een afzonderlijke reeks boeken over Ensor in het museum.
Herwig Todts schetst de aard van Ensors kunstenaarschap en de invloed die ervan uitging, vooral in Duitsland, op Kubin, Klee, Nolde en Kirchner. Kunsthistoricus Wilhelm Fraenger benadrukte destijds dat Ensor brak met de klassieke waarden en tradities. Het werk van Ensor vond snel zijn weg naar musea en prentenkabinetten. De verhouding Ensor-Antwerpen was aanvankelijk vrij gecompliceerd. Tot 1905 bestond er in Antwerpen niet veel belangstelling, hoewel de latere conservator van het museum Pol de Mont al in 1895 een studie over Ensor gepubliceerd had in het Antwerpse tijdschrift 'De Vlaamse School'. In 1905 organiseerde de Antwerpse tentoonstellingsvereniging Kunst van Heden een retrospectieve. "Vanaf die datum zal Ensor in Antwerpen de meest actieve en geestdriftige verzamelaars van zijn kunst vinden", zo lezen we.
Ensor voltooide moeiteloos zijn studies aan de Brusselse academie, maar was zoals de meeste moderne kunstenaars een verwoede tegenstander van het academisme. In een korte tekst die van 1882 zou dateren, getiteld 'Réflections sur l'art', verdedigt Ensor het subjectieve naturalisme van de openluchtschilder of pleinairist. Ensor rekent op "de aangeboren gevoeligheid van de kunstenaar en de wil om deze met de toewijding van een onderzoeker, al doende te ontwikkelen. Hij was een overtuigd aanhanger van het pleinairisme, hetgeen evenwel niets veranderde aan het feit dat grotere schilderijen in het atelier werden afgewerkt. Als artistiek concept beschrijft het pleinairisme beter dan de termen realisme en naturalisme wat kunstenaars als Gustave Courbet en James Ensor wilden doen. Vooral de marines uit de periode 1880-1885 kunnen als voorbeelden gelden van Ensors pleinairisme, dat niet altijd bijval oogstte ? sommige critici spraken van "een modderige stijl". De kunstenaar besteedde echter meer aandacht aan het schilderen van stillevens dan aan het schilderen van marines en landschappen. Todts beëindigt de bespreking van de periode van 1880 tot ca. 1899 met erop te wijzen dat het kleine schilderij 'Dame op de Golfbreker' een vervalsing is.
Vanaf 1870 verloren de grote (jaarlijkse) tentoonstellingen hun belang in het voordeel van de kleinere exposities, ingericht door kunstenaarskringen van geringe omvang, zoals La Chrysalide, waar Ensor in 1881 debuteerde. Als exposant werkt Ensor met nog zes andere Brusselse organisaties, waaronder L'Essor en Les XX. Van groot belang was ook de oprichting in 1912 van de eerste moderne kunstgalerij in België, de Galerie Georges et Gabrielle Giroux, waar zowel Ensor als Rik Wouters vriend aan huis waren.
In het stuk 'Ficties van het moderne leven' schrijft Herwig Todts dat Ensor aanvankelijk bleef geloven dat realisme een doel op zich kon zijn. Bij Les XX maakte hij kennis met een aantal artistieke alternatieven. Vooral het werk van Odilon Redon greep hem aan. Deze invloed is duidelijk merkbaar vanaf 1886: dan begint Ensor nl. doelbewust oudere, realistische studies aan te vullen met allerlei irreële wezens en "chinoiserieën". Vanaf 1888 spelen de maskers een hoofdrol en wordt de uitdrukking "le peintre des masques" het handelsmerk van Ensor. Een aantal van de maskers die Ensor naschilderde is nog te zien in Ensors huis, dat na de dood van de kunstenaar als museum werd ingericht. Volgens Todts is het onderzoek van de iconografie van het groteske werk nog onvoldoende ver gevorderd om algemene conclusies te trekken; precies de fundamenteel groteske aard van vele voorstellingen hypothekeert immers de betekenis van vele voorstellingen. Zo blijft de vraag of Ensor in zijn groteske voorstellingen de gehele burgerlijke samenleving zonder onderscheid gehekeld heeft, moeilijk te beantwoorden.
De publicatie van James Ensor: schilderijen en tekeningen uit de verzameling van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen wekt bij de lezer het verlangen om zich zo snel mogelijk naar het museum te begeven. [Marcel Obiak]
T. Geerts
Publicatie over de Belgische kunstenaar James Ensor (1860-1949). Ensor behoort naast Rubens wellicht tot de bekendste Belgische kunstenaars. Minder bekend is dat het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen een zeer uitgebreide collectie werken van Ensor bezit, waaronder meer dan 500 tekeningen. In deze publicatie wordt deze collectie aan de hand van een aantal thema’s voor het voetlicht gebracht. Zo worden onder andere Ensors jaren in Oostende, zijn academische opleiding, het moderne leven en zijn fascinatie voor de maskerade aan de hand van zijn schilderijen en tekeningen toegelicht. De lezer krijgt zo een mooi beeld van de veelzijdigheid van de kunstenaar. Soms lijken hoofdstukken abrupt af te breken, terwijl de lezer benieuwd is naar meer. Met ruim 125 afbeeldingen, waarvan de meeste in kleur. Met beknopte literatuurlijst.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.