Al mijn later is met jou
Karel Eykman
Han G. Hoekstra (Auteur), Fiep Westendorp (Illustrator), Loes Luca (Verteller), VOF de Kunst (Muziek)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Kunst, 2008 |
MAGAZIJN : BEELD EN GELUID : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MU4 G90 |
31/12/2009
Deze cd bevat acht gedichten van Han G. Hoestra, die eerder verschenen in een boek met dezelfde titel (De Leeswelp 2006, p. 91). Hoekstra wordt aangekondigd als iemand die "soms samen maar altijd met hetzelfde plezier als Annie M.G. Schmidt" voor kinderen dichtte. Met haar deelt hij in elk geval een voorkeur voor gekke heertjes en dametjes en voor vorstelijk gezelschap. Prins Karel wil koste wat het kost een wollen ijsmuts, de hoge officieren maken een heel drama van een vuiltje in het oog van een soldaat, en Barend Bullebas stapt in zwembroek en op stelten door de Bietjeslaan. Typisch voor Hoekstra is dat hij graag gebruikmaakte van oude bakerrijmen en sprookjesmotieven. Zo is 'De houthakker en de worst' helemaal gebaseerd op het sprookje van de visser en zijn vrouw. De invloed van oude rijmen is vooral merkbaar in de vele herhalingen en alliteraties.
De eerste vier gedichten zijn lange verhalen op rijm, de laatste vier zijn een pak korter en snediger. Loes Luca leest ze stuk voor stuk met hoorbaar plezier voor. Ze weet goed de verschillende stemmen te treffen en varieert gepast met ritme en toon. Elk verhaal opent met een vrolijk openingswijsje. Tijdens het voorlezen hoor je soms achtergrondgeluiden als hoefgetrappel, het gekletter van de stelten van Bullebas of een deurbel. De ijsmuts van Prins Karel en veel meer smaakt naar meer. [Jan Van Coillie]
Greetje Hoff
Acht, door Loes Luca voorgelezen gedichten* van Han G. Hoekstra. De fijn-humoristische en een tikje gedateerde gedichten worden door deze rasactrice zo toegankelijk mogelijk gemaakt. Slechts opgevrolijkt door levendige muziek van VOF de Kunst leest zij de rijmen rustig voor. Toch zullen zinnen als: 'Hij schelde een kamerheer…' en woorden als 'paladijn' en 'edelknaap' in een setting van, in het algemeen wat deftige taal, jonge kinderen maar matig boeien. Gekoppeld aan de ruime tijd van ca. vijftien minuten van twee gedichten, inclusief het titelgedicht, maakt dit het voor de doelgroep niet eenvoudig. Jammer is ook dat op de omslag, voorzien van een grote illustratie van Fiep Westendorp, geen afzonderlijke tijden zijn opgenomen. Een gemis, omdat de tijdsduur van de nummers onderling sterk varieert: van een kwartier tot ca. twee minuten. Voor kinderen vanaf acht jaar, maar misschien is deze uitgave nog meer geschikt voor nostalgische volwassenen, die voluit van deze 'klassiekers' zullen genieten.